‘Rituelen mogen niet verloren gaan’
Dit jaar herdenkt Suriname125 jaar Javaanse immigratie. Op 9 augustus 1890 bereikte het schip Koningin Emma de oever van de Surinamerivier,en de eerste 94 Javaanse immigranten zettenvoet aan wal. Wat de Javaanse contractarbeiders meenamen vanuit Indonesië, gaat verder dan bami en jaran kepang.
Na de afschaffing van de slavernij en de komst van onder meer Hindostaanse contractarbeiders in Suriname, besloot de Nederlandsche Handel-Maatschappij te experimenteren met het halen van een andere bevolkingsgroep: Javanen uit Indonesië. Gedurende 49 jaar, van 1890 tot 1939, kwamen ongeveer 33.000 Javaanse contractarbeiders naar Suriname. Bij aankomst moesten de contractanten een vijfjarig contract tekenen. Hierin werd onder andere opgenomen dat zij gedurende de vijf jaar, zes dagen in de week op het land en in de fabrieken moesten werken. De mannen ouder dan zestien jaar ontvingen een dagloon van zestig cent, terwijl vrouwen en kinderen tussen tien en zestien jaar, veertig cent kregen.De werkgevers waren onder geen enkele omstandigheid verplicht de contractanten te onderhouden. Wel moesten ze voor de eerste drie maanden een voorraad aan levensmiddelen verstrekken, die de contractanten later dienden terug te betalen.
Ondertussen is de Javaanse bevolking in Suriname uitgegroeid tot de grootste in de regio. En in Suriname hebben zij een niet weg te denken positie ingenomen in de economie, politiek, cultuur, taal en muziek.
Verder lezen? Koop dan nu de Parbode. Nog tot eind deze maand in de winkel en daarna verkrijgbaar via de redactie.
Nu populair
