Bijlmerpraat
Binnekort weer een nieuwe Bijlmerpraat.
Het epicentrum van Bonitas wordt gevormd door de lotenbalie. De gokkers staan niet zelden in de rij om door middel van een aangekocht kraslot, lottoformulier of staatslot even te kunnen dromen van financiële voorspoed. Nergens in Nederland worden zo veel loten verkocht als bij Beek in de zaak, een prestatie waarvoor de winkelier elk jaar een getuigschrift van de lottobazen ontvangt, dat hij vervolgens naast de andere aan de muur hangt. Het is wel een vrolijke aanblik, die prijzenkast.
Er zit natuurlijk ook een somberder kant aan dit verhaal. Ganzenhoef staat in een wijk met relatief grote armoede. Voor veel mensen is de aankoop van een lot met, laten we eerlijk zijn, een uiterst kleine kans op prijzengeld, een van de weinige legale mogelijkheden om zich een perspectief op een beter leven te verschaffen. In zijn jongste roman Bingo! schrijft Clark Accord op aangrijpende wijze over de verslaving van Surinamers aan dit spel. Ook zij klampen zich even gretig als wanhopig vast aan de dunne strohalm van het kansspel.
De goklust in de Bijlmer kleurt ook de discussie over de komst van een casino in het Arena-gebied, het uitgaanscentrum aan de andere kant van de metrolijn. Er zijn grote plannen voor de bouw van een uitgaansgelegenheid tegenover het stadion van Ajax, met bijzondere winkels, een concertzaal, een hotel, een gezondheidscentrum met alles erop en eraan, een reusachtige woontoren en, inderdaad, een casino. Als alles doorgaat, wordt Zuidoost het tweede uitgaanscentrum van Amsterdam.
Maar ja, dat casino. Vanaf het moment dat de plannen bekend werden gemaakt, was er verzet tegen de komst van de speelgelegenheid. Met name de christelijke partijen vinden dat het stadsdeel zijn ziel aan de duivel verkoopt. Hoeveel inwoners van Zuidoost zullen daar straks hun uitkering vergokken? Het stadsdeel wijst op de voordelen voor Zuidoost. Het nieuwe uitgaanscentrum zal voor veel werkgelegenheid zorgen, en voor extra aanloop naar het winkelcentrum Amsterdamse Poort. Het casino is goed voor de portemonnee.
Het blijft een lastige afweging voor de bestuurders, die tussen de ziel en de portemonnee. Als het gaat zoals het doorgaans gaat, zal er voor de komst van een casino worden gekozen, en wordt een deel van de winst weggezet voor een potje voor de aanpak van gokverslaving. Maar zeker weten doe je dat nooit. Ik houd niet van gokken. Ik heb wel bij Otto Beek een lot gekocht, en bij de Hindoestaanse drogist aan de overkant een kaars voor wat extra geluk. De jackpot is achttien miljoen, en je weet het tenslotte maar nooit
De auteur is journalist bij het Amsterdamse dagblad Het Parool