Treurnis bij lantibedrijven
Surinaamse staatsbedrijven maken er een behoorlijk potje van. Dat bewijzen Telesur, de EBS, Surpost en, in mindere mate, de SWM vrijwel dagelijks. De klant moet veel, maar mag vooral niets verlangen. En betaalt daar grof voor. Wereldwijd is aangetoond dat concurrentie doorgaans de kwaliteit van de te leveren producten verbetert en dat de klant zich koning mag voelen. Maar dan moet je als bedrijf wel willen wedijveren. Aangestuurd door de politiek, die de touwtjes van het bovengenoemde kwartet stevig in handen houdt, wordt de concurrentie echter krampachtig buiten de deur gehouden. De consument moet niet zeuren.
Ondanks herhaalde beloften van president-commissaris Oemar Chiragally van de Energie Bedrijven Suriname (EBS), dat dankzij de miljoeneninvesteringen stroomonderbrekingen tot het verleden zouden behoren, worden de klanten met grote regelmaat geconfronteerd met duisternis en ongemak. Los van de economische en sociale ellende als gevolg van het noodgedwongen stilleggen van bedrijfsactiviteiten, is de schade aan computers en huishoudelijke apparatuur bij iedere stroomuitval enorm. Vooral als dankzij het geklungel van EBS-medewerkers bij het opstarten een te hoog voltage door de kabels wordt gejaagd. Op papier kent de EBS een schaderegeling voor dergelijke gevallen, in de praktijk komen de slachtoffers vaak bedrogen uit. Men komt keurig langs om de schade te inventariseren, vult de benodigde formulieren in, waarna een oorverdovende stilte van de zijde van de EBS volgt. En dus gaan gedupeerden bellen met het bedrijf, waar men een archiefkast vol met smoezen blijkt te hebben.
“Men vertelde mij dat er geen datum van de stroomstoring op het schadeformulier stond, en dus kon men niet uitbetalen. Terwijl de EBS-medewerkers nota bene zelf het formulier hebben ingevuld”, klaagt Frans. Hij woont nabij Lelydorp en werd slachtoffer van het te hoge voltage dat de EBS per abuis door de kabels liet schieten. Gevolg: ijskast, wasmachine en computer gaven de geest. Schade een slordige duizend euro. “Dat heb ik zelf op moeten hoesten.”
Bij de redactie van Parbode zijn tal van soortgelijke gevallen bekend. Schadeformulieren zijn zoek, of er ontbreekt een handtekening onder, of bij de EBS kan men zich niet herinneren dat er in een bepaalde buurt een stroomonderbreking is geweest. Een bedroevend staaltje van klanten in de maling nemen. Maar als de klant de rekening niet betaalt, wordt hij of zij wel zonder aankondiging en per ommegaande afgesloten.
Surpost
Een ander overheidsbedrijf met een tenenkrommende dienstverlening is Surpost. Het bedrijf timmert flink aan de weg, want je kunt er tegenwoordig geld wisselen of versturen naar of ontvangen vanuit verre landen. Voor een Hollandse krant kun je er ook met gemak terecht. Maar waar het aan schort is datgene waar Surpost ooit voor is opgericht: het fatsoenlijk versturen van de post. Een kleine proef van Parbode leverde een bedroevend resultaat op: van de vijf geposte brieven, was er na vier weken nog geen enkele op het vermelde adres gearriveerd. Dat bevestigde het beeld dat al bij iedereen bestaat: er verdwijnt nogal veel tussen de brievenbus en de eindhalte. Vooral buitenlandse tijdschriften zijn populair. En als ze niet gejat worden, dan arriveren ze wel half geruïneerd met een stempel ‘Beschadigd ontvangen’. Ook bij Surpost wil men tijdens het schaften kennelijk wel wat lezen. En men schaft vermoedelijk lang, gezien het feit dat in grote delen van Paramaribo de postbode hooguit een keer per week langskomt.
Angstzweet
Het verhaal van Telesur is bekend. De naderende concurrentie van Uniqa (Intelsur/UTS) en met name Digicel, bezorgt de Telesur-staf het angstzweet. En dat die concurrentie er komt staat vast, ondanks de krampachtige pogingen om op alle fronten tegen te werken. De vrees dat dit het einde van het staatsbedrijf zal betekenen, is terecht.
Telesur is sinds de oprichting een kwart eeuw geleden, volgens de eigen reclameslogans, naarstig op zoek naar betere verbindingen. Maar slaagt daar maar niet in. Tenminste, als consument merk je daar niets van. Of je nu mobiel wilt bellen, een sms’je wilt versturen of internetten, om de haverklap word je geconfronteerd met de zoveelste storing van het een of het ander. Ondertussen probeert het bedrijf de consument het ene na het andere vage belpakket door de strot te duwen, in de hoop dat men straks niet massaal naar de concurrentie overstapt. Vermoedelijk ijdele hoop.
Het verwijt van Telesur-directeur Dirk Currie, dat we als het om de kwaliteit gaat niet mogen vergelijken met Nederland of de Verenigde Staten (zie septembernummer Parbode), raakt kant noch wal. Want de gehanteerde tarieven liggen wel op het niveau van die landen. Maar ja, dat is Telesur: veel vragen voor slechte kwaliteit. Ondertussen kijkt de klant reikhalzend uit naar de komst van Digicel en Uniqa.
SWM
Van de vier hier genoemde staatsbedrijven, valt de situatie bij waterleverancier SWM nog mee. Maar ook daar is het niet helemaal pluis, afgezien van het feit dat men zelden de moeite neemt om rekeningen te sturen, maar wel direct onaangekondigd de leverantie stopzet als na drie maanden niet is betaald.
Een voorbeeld. De vriendelijke Chinezen van Dalian verwijderen, in al hun enthousiasme om wegen strak te asfalteren, het verwaarloosde wegdek te Tourtonne V. Maar slopen per abuis ook een leiding van de SWM. Met als gevolg dat het water dagenlang als een fontein omhoog spuit. Telefoontjes van buurtbewoners richting het hoofdkantoor van de SWM dat het misschien beter zou zijn om een ploeg te sturen om het euvel te verhelpen, hebben weinig effect. Pas ruim een week later neemt men de moeite om de situatie te bekijken en te verhelpen.Prachtig natuurlijk, maar waarom krijgen de bewoners van die buurt een paar weken later in godsnaam collectief een waterrekening die vier maal hoger uitvalt dan wat gebruikelijk is. “Meneer, u zeurt”, zegt de SWM-dame desgevraagd, met een stem alsof ze zojuist met een enorme kater uit bed is gestapt. “U zult wel meer water dan anders hebben verbruikt.” Op de vraag of het niet erg toevallig is dat alle buren dan ook extra water hebben afgenomen, weet de SWM-telefoniste maar één antwoord: ze flikkert de hoorn op de haak! Terugbellen heeft weinig zin, want zoals alle centrales van staats-NV’s is ook die van de SWM volslagen onbereikbaar.
Als gebruiker, dus consument, sta je machteloos. Want je vecht tegen een staatsbedrijf waar politieke vriendjes het voor het zeggen hebben, en dus nauwelijks mensen met gezond verstand en kennis van zaken. Het wachten is op concurrentie, in navolging van wat nu in de telecommunicatiesector op handen is. Het water zal er niet beter door smaken en het licht in huis zal er niet feller door gaan branden. Maar de post wordt dan wellicht wel fatsoenlijk bezorgd. Maar het belangrijkste is dat de consument als mens wordt behandeld. Daar kun je bij bedrijven van lanti op wachten tot je een ons weegt. J
ARMAND SNIJDERS