Veel vangen, weinig doen
Als assembleelid kun je je vandaag de dag niet met goed fatsoen en zonder te blozen onder het volk begeven. De genante discussie over hun exorbitante vergoedingen om hun vrijwel zinloze politieke spelletjes te spelen, heeft menig kiezer aan het denken gezet. Want parlementariërs doen in de praktijk schaamteloos weinig en vangen daar heel veel voor, zeker in vergelijking met de keihard werkende gewone man en vrouw. Maar ondertussen klagen ze dat ze onvoldoende betaald krijgen. En dus willen ze meer… Vooruitzien is regeren, moeten de politici die in de jaren negentig besloten hun eigen salarissen te koppelen aan die van de ambtenaren, gniffelend hebben bedacht. Ambtenaren tien procent erbij? Dan assembleeleden ook tien procent erbij. Met dit verschil dat hun tien procent meer is dan het hele inkomen van de laagste ambtenaren, die blij mogen zijn met 600 srd per maand. Assembleeleden gaan nu iedere maand met een bedrag van minimaal ruim 8.000 srd naar huis, voor fractieleiders is dat zelfs meer. Met de nieuwe bezoldigingreeks voor ambtenaren in het vizier, loopt de doorsneevergoeding zelfs op tot boven de 11.000 srd per maand. Absolute koploper is parlementsvoorzitter Paul Somohardjo, die momenteel maandelijks 15.000 srd opstrijkt. Somohardjo staat uiteraard vooraan om te schreeuwen dat het ‘zomaar veel ophef’ is en dat ‘men het publiek niet moet opjutten tegen parlementariërs’ (De Ware Tijd, 11 maart 2008). Hoe dan ook, voor een parttime functie niet slecht betaald. Tel daarbij op dat veel parlementariërs ook nog eens op de loonlijsten van ministeries staan, als adviseur of beleidsmedewerker, waarvoor ze iedere maand ook nog enkele duizenden srd’s op hun bankrekening krijgen bijgeschreven. Of ze er nu wel of niet voor werken. Andere verdienen als ondernemers of bij het bedrijfsleven nog een aardig sommetje. En dan zijn er nog de prachtige extraatjes. Met name de buitenlandse (snoep)reisjes zijn een uitstekend middel om schatrijk te worden. Riante daggeldvergoedingen vallen onze politici ten deel. Somohardjo alleen al heeft sinds zijn aantreden als voorzitter naar schatting een bedrag van 30.000 tot 40.000 keiharde Amerikaanse dollars bij elkaar gereisd. En dat allemaal op kosten van de belastingbetaler. Het staat allemaal in schril contrast met de prestaties die ervoor worden geleverd. Sterker nog, het is tenenkrommend om te zien welke vertoning in de Nationale Assemblee wordt opgevoerd, in de wetenschap hoeveel de kibbelende, scheldende en soms knokkende politici de belastingbetalers iedere maand kosten. Zelfs assembleeleden die op basis van hun gedrag of handelen in het verleden eigenlijk achter de tralies horen te zitten, worden rijk over de ruggen van het volk. Nog frustrerender is het dat diezelfde politici het, ondanks eeuwige beloften van opeenvolgende regeringen van het Nieuw Front, maar niet voor elkaar krijgen om een wettelijk minimumloon in te stellen. Dat schijnt teveel moeite te kosten, en daar worden ze niet voor betaald. Met als gevolg dat veel winkeliers hun personeel voor een 55-urige werkweek nog altijd kunnen afschepen met een maandelijkse fooi van 400 srd of zelfs minder. Assembleeleden moeten dringend bij zichzelf te rade gaan. Laat ze in ieder geval beginnen met datgene te doen waarvoor ze vorstelijk worden betaald: normaal vergaderen en besluiten nemen die ook de kiezers voordelen brengen. J Armand Snijders