Zo goed als nieuw!
In 1998 was ze hier op vakantie, twee weken. Twee weken en ze was verkocht. Jurrian Dekkers, voormalig directeur van een Montessori basisschool in Alkmaar, Nederland, besloot haar woon- en leefomgeving te verlaten. Haar school ging toch fuseren en zij had een leeftijd bereikt waarop je kunt ‘vutten’, met vervroegd pensioen gaan. Het is januari 1999 als ze terugkeert naar ons land, in eerste instantie om mee te werken aan projecten om het lezen te bevorderen. Daarbij komt ze op de scholen, ze ziet het verwaarloosde, versleten meubilair en ze krijgt een idee, een goed idee zou later blijken. ‘Als we nou eens het oude meubilair van de scholen ophalen, opknappen en terugbezorgen, zou dat mogelijk zijn?’, is haar eerste gedachte. Maar voor een idee, hoe goed ook, krijg je als particulier geen geld. Na de overname van een kleine meubelfabriek en het daaropvolgend faillissement, richt ze een stichting op. Die stichting, Unu Pikin, komt er in 2003 compleet met drie doelstellingen, drie vliegen in één klap: – leerlingen op de scholen een betere leeromgeving bieden – sociaal zwakkeren een vak leren – bibliotheken inrichten op scholen die daar goed gebruik van maken. In afwachting van het geld begint mevrouw Dekkers met een aantal medewerkers in een lokaal van de O.S.II Geyersvlijt. Drie jaar maakt de stichting gebruik van dit lokaal. Ondertussen komt er geld, van Microprojecten, een fonds van de Europese Unie en van de Stichting Katholieke Noden (SKaN) uit Nederland. Met dat geld is aan De Boerbuiten in de eerste bocht, een werkplaats neergezet. Een gebouw waar werkzaamheden worden verricht om oud schoolmeubilair te renoveren. Anderhalf jaar later verrijst het onderkomen voor de vrijwilligers, een gebouw in U-vorm. Links en rechts heeft men twee containers elk met een lengte van twaalf meter omgebouwd tot woon- en slaapvertrekken. Tegen de achterwand zijn toiletten en douches geplaatst. De open ruimte in het midden wordt gebruikt als kook- en wasgelegenheid. Hier kunnen vrijwilligers terecht á raison van 125 euro per maand. Op 5 januari 2007 is de werkplaats officieel en feestelijk geopend door presidentsvrouw Liesbeth Venetiaan. Alle kinderen van de buurt zijn huis aan huis uitgenodigd voor een feestelijke middag met hapje en drankje, met muziek en verhalenvertelster. De medewerkers van de stichting Unu Pikin komen meestal eerst als stagiaire. Bijvoorbeeld van de Stichting Arbeidsmobilisatie en Ontwikkeling (SAO) of van de Eenvoudig Technische School (ETS). Sommigen blijven na hun stageperiode hangen. Het komt ook voor dat ze hun vrienden meenemen. Daarnaast komen er regelmatig vrijwilligers uit Nederland die hun bijdrage willen leveren. Tact Als ze blijven, renoveren ze samen met de vrijwilligers schoolmeubilair onder de bedachtzame leiding van de heer Monkou. Hij werkt vanaf augustus 2004 bij de stichting. Voor die tijd was hij meubelmaker, een man met veertig jaar ervaring. Vroeger gaf hij als manager leiding aan zo’n honderd mensen in een groot bedrijf. Sociaal zwakkeren, zijn die lastig om mee om te gaan? Monkou schudt zijn hoofd en lacht. Geduld heb je nodig en dat heeft hij van huis uit meegekregen, tact ook om met mensen om te gaan. “Het intermenselijke heb ik in me zitten. Hier worden de werkers gewaardeerd. De niet goeie dingen moet je goed maken. Het gaat merendeels over discipline en plichtsbesef. Wij moeten in staat zijn de mensen hier te begeleiden en het goede voorbeeld te geven. Raap zelf ook eens een keer iets op, als je vindt dat het netjes moet zijn.†Negentien Faisel is een van de medewerkers die na een stageperiode is blijven hangen. Hij zit nu een jaar bij de stichting. Bij kennismaking benadrukt hij dat hij in oktober negentien wordt. Is hij dus nu achttien? Hij lacht verlegen, kennelijk klinkt negentien beter dan achttien. Zijn vader zit in zaken, hij handelt in van alles, behalve ‘witte dingen’. Vader zet zoon elke morgen af bij het bushuisje van lijn 5, van daaruit gaat hij zelfstandig bussen en lopen naar het adres van Unu Pikin. Faisel werkt elke dag van acht tot vijf. Eigenlijk wil hij geen meubels maken, hij wil lassen. “Ik hou van lassen, maar ik heb een dag slecht gewerkt. Ik kan het niet, dat is een probleem voor mij.†Hij vindt het leuk om te babbelen. Het is gezellig op het werk, vooral als ze schaften. “Mensen gaan gewoon iets zeggen. Je begint te lachen. Lachen is leuk.†Hij maakt leuningen. Twee plankjes triplex worden gelijmd en geperst, geschuurd en afgerond. “Als ik zie: ik ben klaar, dan ga ik andere mensen helpen.†In zijn vrije tijd gaat hij wandelen in de stad, met vrienden. Aan meisjes en trouwen denkt hij helemaal niet. “Ik ben bang, die tijd van nu, je kan meisjes niet geloven.†Hij blijft bij de stichting werken zolang die bestaat, met zijn vijftigste of zestigste denkt hij nog bij Unu Pikin te werken Kostprijs Ik krijg een rondleiding door het gebouw. In de grote hal staan de oude tafeltjes en stoeltjes hoog opgestapeld te wachten. Het oude meubilair wordt ontmanteld, de karkassen worden geschuurd en in de menie gezet. Nieuwe zittingen en leuningen perst men in zelf gefabriceerde persen. De tafels en stoelen krijgen een frisse kleur en ziedaar, tafels en stoelen. zo goed als nieuw, klaar om terug te gaan naar de scholen. En dat tegen kostprijs. “Er zijn lievelingsscholen, scholen die zuinig zijn op de spullen. Die scholen wil je blijven helpen, bijvoorbeeld de school op Peu et Content en de Büchnerschool. Andere scholen worden eenmalig geholpen, daarna niet meer. Scholen die zich inzetten, goed voor het vernieuwde meubilair zorgen, die kunnen blijvend rekenen op onze ondersteuning. Scholen die nonchalant met de spullen omgaan, krassen op het tafelblad, kauwgum onder het tafelblad, de verf eraf, die scholen helpen we niet meerâ€, aldus mevrouw Dekkers. Ook scholen in het binnenland, Kajana, Ligorio, Jaw Jaw, profiteren van de activiteiten van de stichting. De dorpen zorgen zelf voor het transport van het meubilair of de boeken. In het magazijn liggen tientallen dozen vol met boeken te wachten. Die boeken moeten allemaal nog een plaats krijgen in de bibliotheken van verschillende basisscholen. Donateurs Tegenwoordig kan de stichting zichzelf bedruipen dankzij de inkomsten uit de eigen activiteiten en de opdrachten van stichtingen en organisaties. Jaarlijks ontvangt de stichting daarnaast bijdragen van een vaste groep donateurs. De eigen inkomsten komen uit het herstellen van schoolmeubilair en het vervaardigen van nieuw meubilair. Zo is de hele inventaris van het Medisch Opvoedkundig Bureau door de stichting geleverd. De St. Thadeusschool in Groningen Saramacca krijgt binnenkort nieuw meubilair, de Büchnerschool een compleet ingerichte bibliotheek en de Nederlandse Basisschool heeft buitenspelmateriaal laten maken, waaronder een speelhuisje, een schommel en zandbak. De O.S.II Geyersvlijt heeft als dank voor het aangenaam verpozen een compleet ingerichte bibliotheek cadeau gekregen, mede dankzij een donatie vanuit Nederland. Nederlandse jongeren hebben tijdens hun werkvakantie meegeholpen met de inrichting en aankleding. Vijftien medewerkers kan men op dagbasis gebruiken. Op zaterdag komen er meestal voldoende arbeiders. Door de week zijn er nog plaatsingsmogelijkheden voor jongens en meisjes die nu misschien langs de straat lopen of op de hoek staan. Het gaat daarbij om jonge mensen in de leeftijdsklasse 17 tot en met 31. Vaste krachten verdienen een vast loon, losse krachten beginnen met 2,50 srd per uur. Naarmate ze langer werken en trouwer komen, kan het uurtarief oplopen tot 3 srd per uur. “Iedereen kan hier terecht, het werk is heel divers.†En wat de stichting ook kan gebruiken zijn opdrachten. Een zandbak, een speelhuis, een boekenkast of bureau u zegt het maar, u geeft de maten op, kiest de kleuren uit en de mensen van Unu Pikin gaan voor u aan de slag. Dus dat! J Anne Huits