Spallie goes Sranan
Wat was het een feest. Een feest van herkenning. Voor de bezoekers van zijn show, variërend van jonge Nederlandse stagiaires (al dan niet met ouders), tot Surinaamse cultuurliefhebbers, tot collega’s uit het vak. De man op het podium was acteur/stand-up comedian/cabaretier Jeffrey Spalburg, ofwel ‘Grootmeester Flits’, ‘Spallie’ en ‘MC Jeff’. “En mijn broer noemt me ‘Fiets’. Waarom weet ik
eigenlijk niet.”
Zijn show heet ‘Brommers Kiek’n’. Dus misschien dat het wat met die bromfietsen heeft te maken? Jeffrey: “Nee, dat was meer zíjn ding. Ik ben er wel mee opgegroeid hoor, maar mijn broer was die Surinamer op de brommer. Waarschijnlijk de enige neger op een Zundapp.” Andere old skool brommermerken, zoals Kreidler, Puch en Honda, passeren de revue. Net zoals old skool chocola, waaronder Treets en Raider.
Maar waar we het vooral over hebben is onze gezamenlijke passie voor Hip Hop. Want als moksibrudu dertigers, emcees, opgegroeid buiten de Randstad en b-boys van het eerste uur, is er herkenning te over. Dus gaan we even terug, back in time, naar waar het allemaal begon. “Hip Hop heeft mij identiteit gegeven”, vertelt de inmiddels 38-jarige Jeffrey, die zich in de begindagen van zijn raptijd ‘Special J’ en even later ’MC Cocktail’ noemde. “Bij ons in Hengelo waren wij de enige buitenlanders. Althans, met een kleurtje.”
Dubbelbloed
Opgroeiend in het oosten, ver verwijderd van de Surinamers in de grote steden, raak je ook verwijderd van je zwarte roots. “Maar Hip Hop bracht dat terug. Het liet eenieder zien dat je trots mocht zijn op je afkomst, wat die ook maar was. Het bracht iedereen ook samen. Turken, Indo’s, Surinamers, noem maar op. Kijk, ik kon niet dansen, daarom ben ik gaan rappen. Wanneer de breakdancekampioenen hun ding deden, de Turkse b-boys uit Oldenzaal, vlak bij ons om de hoek, dan begeleidde ik ze met mijn rhymes. Zo ben ik begonnen. Als emcee (m.c.); een rappende ‘master of ceremony’. In Amsterdam voelde ik me een ‘buut’nbeentje uut Hengelo’. Daar ging ik in de jaren tachtig regelmatig naar één van de geboorteplaatsen van de Nederlandse Hip Hop scene: Akhnathon. Legendarische tijden waren dat.” Maar de tijd heeft niet stilgestaan voor deze Spallie. En zelf zat hij ook allerminst stil. Zijn expressiedrang leidde hem naar de toneelschool, waar hij schrok van het hoge geitenwollensokken-gehalte. De theatermakermethode van de opleiding in Utrecht sprak hem juist wel aan. “Daar krijg je alle creatieve vrijheid.”
Één van z’n studiegenoten was Najib Amhali. “Ja, daar hebben we mekaar ontmoet. En hebben we een tijdlang samen opgetreden. Hier in Suriname ook nog trouwens.” Een andere bekende met wie Spalburg veel heeft gewerkt is Jörgen Raymann. Maar die leerde hij pas later kennen. Hier in Suriname, voor Raymanns vertrek naar Nederland. “Ik was een tijdlang z’n vaste schrijver.”
Jeffrey praat graag over Suriname. In navolging van zijn vader, want tot 1993 kende hij het land vooral van diens verhalen. “We waren al jaren van plan om te gaan. En toen het er eindelijk van zou komen was het 1982… Geen goeie tijd om weer ’s lekker terug te gaan. Zodoende werd het uitgesteld en kwam ik pas op mijn 23e voor het eerst naar hier. Ik voelde me meteen thuis.”
Spalburg ziet zijn gemengde afkomst als een groot voordeel. “Ik ben een dubbelbloed: the best of both worlds.” Het geeft hem ook ruimschoots inspiratie voor z’n shows. Hij vindt dat Surinamers als allochtonen niet meer meetellen in Nederland. “Kijk, als het gerecht dat kenmerkend is voor jouw bevolkingsgroep, omgevormd is tot een Hollandse snack, die gepaneerd in het vriesvak van de buurtsuper ligt, dan weet je dat je niet meer meetelt. Dat is wat er is gebeurd met bijvoorbeeld bami goreng; het is een bamischíjf geworden.”
Humor
Coach en regisseur Maarten van Hinte vertelt: “In z’n theatershow in Nederland begint hij daarmee. Hier hebben we het een beetje aangepast. Dichter bij huis gebracht als het ware. Daarom hebben we het hier over roti. Dat staat namelijk symbool voor Surinamers in Nederland.” Jeffrey: “Mijn show in Nederland is meer van: ‘Ik ben Surinaams, maar toch ben ik één van jullie.’ Hier is het van: ‘Ik kom uit Nederland, maar wil één van jullie zijn.’ Dezelfde show vanuit een andere invalshoek.”
Humor is iets internationaals. Maar het verschilt vaak per land, per cultuur. “Nederlandse humor is vaak wat afstandelijker, hier is het juist heel persoonlijk”, vindt Spalburg. Op de vraag of hij veel aan z’n show heeft moeten sleutelen om hem aan te passen aan de Surinaamse markt, antwoordt hij: “Eigenlijk niet. Natuurlijk hebben we typisch Nederlandse elementen, die hier niet van toepassing zijn, eruit gelaten of vervangen. Daarvoor in de plaats zijn we op zoek gegaan naar Surinaamse equivalenten. Zoals het winkelcentrum ‘Hengelose Es’. Om het tastbaar te maken zeg ik hier: “Denk maar aan de Maretraite Mall, maar dan met minder Javanen.” Of de uitdrukking ‘brommers kiek’n’, dat begrijpt niet iedereen. Maar leg ik uit dat het ‘tjek motro’ betekent, dan is het wel duidelijk.”
Gedegradeerd
In z’n show brengt Jeffrey duidelijk naar voren dat de combinatie ‘Hengelo’ en ‘Suriname’ (dat in zijn geval resulteert in een ‘dorpsneger’) hem niet bepaald een ontzettend cool imago oplevert. In kleurrijk Nederland tellen Surinamers niet meer mee. “Inderdaad; weg status! Weg bevoorrechte positie! Je wordt opeens gedegradeerd, zo voelt dat…
Maar zonder dollen. Het is iets wat me echt is opgevallen. Het enige wat je dan kan doen is daar een solovoorstelling over maken. Theater is een goeie plek om je stoom af te blazen, en in dit geval werkt het nog komisch ook.”
Andere multi-culti cabaretiers in Nederland ziet hij niet als concurrenten. “Niemand kan zijn eigen verhaal beter vertellen dan jij. Ook al putten we allemaal op onze eigen manier inspiratie uit de multiculturele samenleving, het gaat er toch om dat je niet je collega’s kopieert of zij jou. Goeie comedy gaat over jezelf. Ik voel geen concurrentie; voor mij is er plaats voor allemaal.”
Comedyscene
Jeffrey is niet alleen gekomen om een aantal shows te geven. Samen met Maarten van Hinte, die ook de regisseur is van Raymanns nieuwe theatershow in Nederland, heeft hij ook een aantal workshops gegeven. “Dat doen we eigenlijk iedere keer wanneer we in Suriname zijn. Zowel in ’96, toen we hier waren met de show ‘Booyaka! Booyaka!’, als een jaar later met ‘Angel’.
“De workshops zijn bedoeld om de ontwikkeling van de comedyscene een extra boost te geven. In Suriname zit namelijk ontzettend veel talent. Jongeren die in hun eigen kringetje vaak wel de waardering krijgen die ze verdienen, maar de erkenning vanuit de organisaties is er niet. Er is geen infrastructuur, ook niet qua subsidies zoals in Nederland. Er is ook geen platform voor deze jongeren om zich op artistieke wijze te uiten. En dat belemmert de continuïteit. Maar de comedians beschikken wel over ontzettend veel gedrevenheid en een sterke wil om er iets van te maken.”
Interactie
Ondanks de minder gunstige omstandigheden merkt Spalburg dat de workshopdeelnemers hier op een hoger niveau instappen dan de meeste deelnemers in Nederland. “Het lijkt erop dat die omstandigheden juist een voordeel voor ze zijn. Ze kijken hier bewuster naar de dingen. Hosselen en surviven geeft sowieso al een flinke bodem om mee aan het werk te gaan. En dan heb je hier ook nog eens de rijkdom van al die verschillende culturen. Wat dat betreft heeft Suriname echt een voorsprong.”
‘MC Jeff’ is on a mission. Dat is duidelijk. Maar hij is geen missionaris, die hier cabaret- en comedy-ontwikkelingswerk komt verrichten. “Ik zie het als een uitwisseling van ervaringen. Er is namelijk een duidelijke interactie.” Zodoende put Spalburg ook inspiratie uit zijn bezoek aan ons land. Tijdens de workshops geven Maarten en hij geen les. Ze komen niet vertellen hoe het moet, maar reiken slechts tools aan. “Los van comedytechnieken gaan we vooral uit van Hip Hop-basics; we laten de deelnemers goed nadenken over wat, waarom en hoe je iets zegt en brengt. En dat steeds scherper maken. ‘Op jouw manier, in jouw woorden, vanuit jouw gevoelens’, is wat we ze voorhouden. Niet teveel kijken naar anderen, vooral naar jezelf. Wat houdt jóu bezig, wat maak jíj mee en hoe ga jíj daarmee om.”
Het valt de heren op hoe gemotiveerd ze allemaal zijn. “De jongens hier zijn heel ‘eager’ om aan de slag te gaan; ze komen ruim op tijd, letterlijk nog met hun werkkleren aan, om nieuwe dingen te leren.” Dat ze ook echt vooruitgang geboekt hadden, bleek tijdens de show die de jonge Surinaamse comedians mochten opvoeren in StarZz. “De masterclass presentatie was fantastisch. Het niveau was hoog. In slechts drie dagen konden we een volledige stand-up comedyshow neerzetten, waarin we echt naar vijf unieke comedians hebben kunnen kijken. Ik doe dit soort dingen ook in Nederland, maar het niveau van instappen is hier opvallend hoger.
“Ons bezoek aan Suriname, onze workshops moet je plaatsen in een groter geheel. Het is onderdeel van een lange-termijntraject, waarbij niet alleen wij, maar vele anderen zijn betrokken. ” De ambitie van MC (de nieuwe naam van het gefuseerde ‘Made in da Shade’ en ‘Cosmic Theater’) is om een blijvende relatie met partners hier in Suriname op te bouwen, zoals de Backlot, FaWaka Creations, Jeugdtheaterschool On stage en nog een paar andere organisaties, die werken aan de verdere ontwikkeling van het culturele leven in Suriname.”
Sterren
En zo komt ‘Heroes’ ook nog ter sprake. Het FaWaka Creations-project, waarin Surinaamse artiesten een ode brachten aan hun Surinaamse held. In de aanloop ernaartoe leerden Maarten en Jeffrey elkaar nóg beter kennen. “We deden die middag een presentatie. Maarten had het over zijn overgrootvader, G.G.T. Rustwijk, die een schrijver en muzikant was. En ik had het over míjn overgrootvader, John George Spalburg, ook schrijver en muzikant.
“Ik ken Maarten al meer dan vijftien jaar, maar toen we aan het brainstormen waren kwamen we erachter dat we allebei een overgrootvader hadden, met min of meer dezelfde achtergrond. Dat wisten we helemaal niet van elkaar. Ze leefden ook nog allebei in dezelfde periode (eind negentiende, begin twintigste eeuw), dus vroegen we ons af of ze elkaar gekend zouden hebben. Heroes is een goed initiatief. Een ode aan de Surinaamse helden. Sommigen vergeten, sommigen die nog doorleven. Het was in ieder geval heel inspirerend om met performers uit Suriname op een podium te mogen staan.”
Auteur: Edwin Linders
Beeld: Edwin Linders