Het Lattenbord
SAAMAKA
Het is weer jaarver-slagenseizoen. Dat is halverwege het jaar want de accountants moeten er eerst nog overheen, maar nu stromen ze weer binnen: de zelfrapportages der NGO’s. En het gaat uitstekend. Eeuwenoude problemen van armoede en milieu zijn in 2007 alweer duurzaam opgelost, overal zijn nieuwe scholen gebouwd, waterleidingen aangelegd, kippenkwekerijen opgezet en mensen gered, verrijkt of beleerd.
Bij alle NGO’s gaat het uitstekend. Behalve bij ons.
Iedereen heeft succes, maar ik niet. Mij lukt het niet om uit niets iets te maken: zonder enge meststoffen toe te voegen toch eeuwig te kunnen oogsten. Mij lukt het niet om uit iets niets te maken: CO2 in het ecosysteem te dumpen zonder het te veranderen. Mij lukt het niet om met behoud van eigen culturele identiteit de samenleving te moderniseren en tegelijk het milieu te sparen. Niets van dat alles heb ik bereikt. In heel 2007 is het me zelfs niet gelukt om de dieselmotor van Paulima te repareren, of Faini uit te leggen dat een geluidsinstallatie weliswaar modern is en een hele hoop drumwerk uitspaart, maar dat sommige mensen last hebben van de hele nacht door honderd watt Yellow Man. Niets lukt me.
Tijd voor contemplatie dus. Hoe komt het dat anderen het steeds weer flikken? Ik heb een aantal jaargangen jaarverslagen van verschillende NGO’s naast elkaar gelegd, en ik heb de sleutel tot succes gevonden: duurzaamheid. De kunst is om vol te houden, om elk jaar opnieuw te scoren. Neem bijvoorbeeld die duurzame energiesystemen: levensduur gegarandeerd twintig jaar. Hoe vaak zijn er in de afgelopen twintig jaar al met succes nieuwe zonnepanelen naar, bijvoorbeeld, Botopasi gebracht? Hoe vaak zijn die giftige zonnepaneelaccu’s al vervangen en duurzaam in de kreek gedumpt? Hoe vaak is er schoon drinkwater naar Bendekonde gebracht? Hoe vaak is de haalbaarheid van permanente landbouw aangetoond? Hoe vaak zijn er nieuwe steigers bij Semoisi en Kamalua gebouwd? Hoe vaak is het perpetuum mobile opnieuw uitgevonden? U zult me wel niet geloven, zoek het daarom zelf maar op.
Ik leer nu de drie regels van een geslaagd project. Regel 1: inventariseer nooit de beginsituatie. Donoren geloven graag dat inboorlingen zonder hun hulp helemaal niets zelf kunnen. En als ze niets kunnen, dan kan je bosnegers in een paar dagen wel leren houthakken. Er zijn zelfs NGO’s die erin slagen om dorpshoofden te leren hun eigen dorpen te besturen. Nee, ik verzin dit niet: er zijn NGO’s die dorpsbesturen institutioneel versterken.
Regel 2: maak jezelf overbodig. Doe dingen die vanzelf ook wel gaan, en claim dan succes. Vertel jongens dat ze moeten voetballen. Bouw volkswoningen voor werkeloze bouwvakkers. Leer Surinamers koken. Nee, ik verzin dit niet: er zijn Hollandse dames die in Suriname kookcursussen geven.
Regel 3: zorg voor doelen die lekker bekken. Beloof het milieu te sparen, de sociaal-economische ontwikkeling te bevorderen, of ten minste de millenniumdoelen te halen.
Dank aan de NGO’s voor hun jaarverslagen, ik heb ervan geleerd. Ik stop met moeizaam begeleiden van startende ondernemers, dat schiet niet op. Ik beperk me tot de core-business en dat is succesvolle jaarverslagen schrijven. Daartoe richt ik een nieuwe NGO op: Stichting Het Lattenbord. Doelstelling: Red het Heelal. Want het heelal spat uit elkaar, al een paar miljard jaar lang – en onze stichting gaat daar dus wat aan doen. Door voorlichting te geven, via een lattenbord. Andere stichtingen geven dan een training, maar onze lattenbord-aanpak is multifunctioneel. Het bevordert de werkgelegenheid (want die dingen moeten getimmerd worden). Lattenborden sparen het milieu (want tussen de latten zit géén hout). En bovendien zijn lattenborden vrouwvriendelijk (want om dat aan te tonen wordt de begroting vijftien procent opgetopt). Wij garanderen succes: als het lattenbord er niet komt dan dienen we wel een vervolgproject in, maar een ronkend jaarverslag in vierkleurendruk komt er zeker. Ons bankrekeningnummer is 12.34.567 (DSB).
Tekst & Beeld: Menno Marrenga