Particuliere scholen: duur maar ook beter?
De particuliere school is in Suriname aan een indrukwekkende opmars bezig. Voor veel mensen is het onduidelijk wat deze scholen precies te bieden hebben. Er is bijvoorbeeld weinig bekend over de leermethoden op deze scholen. Waarin verschilt het onderwijs op een particuliere school, van dat op een traditionele school? En, ook niet onbelangrijk: hoeveel kost het eigenlijk?. Ouders die deze vraag stellen, mogen zelf gauw nog even terug naar de lagere schoolbanken. Al met al hangen er genoeg vooroordelen, mythen en raadsels om het particulier onderwijs. Parbode ging daarom op onderzoek uit om in kaart te brengen waar deze scholen voor staan, wat ze te bieden hebben en welk prijskaartje daar precies aan hangt.
Wie bij het horen van de term ‘particuliere scholen’ direct denkt dat het gaat om onderwijsinstellingen uitsluitend bestemd voor kinderen uit rijke blanke families en andere ‘elitejeugd’, kijkt zijn/haar ogen uit wanneer men één van deze scholen zou bezoeken. De prijzen staan weliswaar niet in verhouding tot die van het ‘traditioneel’ onderwijs (de openbare, rkbo- en ebgs-scholen), maar desondanks worden deze niet-gesubsidieerde scholen steeds groter. Grotendeels omdat steeds meer ‘gewone Surinamers’ tegenwoordig ook wat dieper in de buidel tasten om hun kinderen dàt onderwijs te geven, dat ze op de andere scholen niet kunnen krijgen. Een ander deel maakt de keuze op basis van minder idealistische overwegingen; zij ‘zetten’ hun kinderen daar om gewoon heel stoer te kunnen zeggen dat ze naar zo’n geweldige school gaan.
Particuliere basisscholen: je hebt ze in verschillende soorten en maten. Groot, klein, jong, oud en van laagdrempelig tot exclusief. Ze zijn zonder uitzondering een stuk duurder dan de gemiddelde 15 tot 20 srd per kind per schooljaar, die men op de openbare scholen betaalt. Dat komt doordat ze niet, of niet helemaal, gesubsidieerd worden door de overheid.
Voor de volledigheid: de zes scholen die we voor dit onderzoek hebben bekeken, zijn onder te verdelen in drie categorieën.
Echt particulier: de Glenn W.R. Weisz School en de Nassy Brouwer School (NBS) worden noch door het Minov, noch door een andere instantie gesubsidieerd;
Semi-particulier: de Vrije School en sinds dit jaar ook de Kangoeroe Community School (KCS) worden gedeeltelijk gesubsidieerd door het Minov;
NOB-gesubsidieerd: de Cederboom en Prinses Amalia krijgen allebei geld uit de euro-pot van de stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB).
Curriculum
Als je kijkt naar het curriculum (het onderwijsprogramma), dan is de basis vaak identiek: de meeste particuliere scholen werken gewoon met het alom bekende GLO A-programma van het Minov. Al dan niet met aanvullingen die passen bij de visie van de school. Het grote verschil tussen traditioneel en particulier, afgezien van de kosten uiteraard, zit hem in de aanpak. De manier van lesgeven, van kennisoverdracht en –uitwisseling. Dat is op de meeste particuliere scholen heel anders dan op de traditionele lagere scholen.
Niet meer dat ouderwetse en achterhaalde geschreeuw van een autoritaire juf voorin de klas. Maar in plaats daarvan een juf (of meester) die echt met de kinderen communiceert op gelijkwaardige basis. Geen corrigerende tikken, beledigingen en pesterijen onder het mom van ‘ik ben de baas en de kinderen hebben maar te luisteren’. Daar hebben de kinderen immers niets aan. Het vormt hen niet tot betere mensen. Kinderen hebben het recht om, zowel thuis als op school, op kindvriendelijke wijze opgevoed en opgeleid te worden tot mondige, assertieve en goed ontwikkelde wereldburgers. Deze scholen staan dus voor een, voor Suriname, nieuw soort onderwijs, waarin de kinderen in hun waarde worden gelaten en zij niet als een noodzakelijk kwaad worden gezien. Sterker nog: de kinderen krijgen vaak individuele aandacht. Zelfstandig denken en werken worden gestimuleerd, evenals het samenwerken in kleine groepjes. Degenen die het tempo niet aankunnen krijgen niet op hun kop. Die negatieve aandacht leidt immers tot een minderwaardigheidsgevoel en het plaatst ze buiten de groep. Nee, deze kinderen krijgen juist extra begeleiding; positieve aandacht, met als doel ze op het niveau van de rest van de groep te krijgen.
De scholen die het ècht goed voor elkaar hebben, hebben tevens oog voor kinderen die het juist te makkelijk vinden. Voor hen wordt gezorgd dat het uitdagend blijft, zodat deze kinderen zichzelf (en anderen) niet gaan vervelen. Naast de reguliere leerkrachten, zijn er daarom de remedial teachers en interne begeleiders die zich ontfermen over de kinderen die ‘afwijken van het gemiddelde’ in zowel positieve als negatieve zin.
Duur
Gesubsidieerd of niet, de scholen zijn dus relatief duur. En daardoor helaas niet voor eenieder weggelegd. Hebt u één kind, dan valt het wellicht nog te overzien, maar met meerdere schoolgaande kinderen is een bovengemiddeld maandsalaris en/of een kapitaaltje achter de hand, toch wel een vereiste om de maandelijkse schoolrekening te kunnen betalen.
De meeste particuliere scholen kun je omschrijven als ‘vernieuwend’. De Cederboom en Prins Amalia hanteren een ander curriculum en onderwijssysteem dan de doorsnee Surinaamse lagere school. De Surinaamse particuliere scholen wijken niet zozeer af vanwege de leerstof, maar hebben wel vaak een heel andere aanpak dan de traditionele scholen.
Maximum
Vaak begint dat al bij het samenstellen van de klassen. En het bepalen van de klassengrootte. Door het vasthouden aan een maximum aantal leerlingen per klas (meestal zo’n 20 à 25 kinderen), zorgt men ervoor dat de leerkracht zijn of haar aandacht over een stuk minder kinderen hoeft te verdelen dan diens collega’s op de openbare scholen. Bovendien werken zowel de twee Nederlandse basisscholen, als de Surinaamse Nassy Brouwer en Kangoeroe Community School, met (invloeden van) Dalton- en/of Montessorionderwijs. Samenwerken in kleine groepjes wordt gestimuleerd, net als het zelfstandig uitvoeren van opdrachten.
Veel particuliere scholen maken er werk van om het de kinderen aangenaam en prettig te maken. Vanuit de gedachte: ‘een kind dat zich prettig voelt, komt beter tot ontwikkeling’ worden allerlei activiteiten ontplooid. De N.B.S. bijvoorbeeld eindigt iedere maand feestelijk met een gezamenlijke afsluiting, waarbij iedere groep (er wordt gewerkt met groepen à la Nederland in plaats van klassen) iets presenteert van wat die maand is geleerd, ten overstaan van medeleerlingen, ouders en andere belangstellenden. Eén keer per kwartaal is in elke klas bovendien de quizsluiting, waarbij de geleerde stof in spelvorm wordt herhaald.
En daar waar de ‘afgestudeerde’ kleuters van de N.B.S. in toga afzwaaien bij het overgaan naar groep 3, trakteert de K.C.S. haar ‘eind-kleuters’ op een heus driedaags kamp. Gedurende het laatste weekend van het schooljaar overnachten de kinderen in tenten op het kleurrijke schoolplein, onder begeleiding van het gehele team en enkele ouders, die tijdens deze dagen ook enkele educatieve uitstapjes met de kinderen maken.
Ouders
De scholen zijn er niet alleen voor de kinderen, de ouders worden ook serieus genomen en actief betrokken. Vaak wordt een beroep op hen gedaan bij het organiseren van buitenschoolse activiteiten. Maar bovenal wordt door verschillende scholen goed naar de ouders geluisterd. De NBS is daar het beste voorbeeld van: de school maakt deel uit van een stichting, waarvan het bestuur (de leiding) geheel bestaat uit ouders. Ouders die zich vrijwillig hebben opgegeven bij de inschrijving van hun kind.
Andere scholen, zoals Glenn Weisz, de KCS en de Cederboom, hebben een actieve Ouderraad, die de school niet alleen helpt bij het organiseren van de uiteenlopende activiteiten, maar tevens meedenkt over het te volgen beleid en onderwijskundige ontwikkelingen. Bovendien geeft de Ouderraad de schoolbesturen adviezen. Prinses Amalia maakt daar geen gebruik van. Daar zijn de ouders slechts gebundeld in een activiteitencommissie. Maar de school heeft iedere week wel een inloopuur voor de ouders.
Dat de particuliere scholen in vele opzichten vernieuwend zijn, komt ook doordat enkele van ze zelf nog heel nieuw zijn. De KCS, de Cederboom en Prinses Amalia zijn alle drie een stuk jonger dan de Glenn Weisz, de Nassy Brouwer School en de Vrije School. Dat jonge, jeugdige brengt iets fris met zich mee. Aan de andere kant heeft het soms ook z’n nadelen: kinderziektes. In tegenstelling tot de mazelen of waterpokken, zie je zulke kwalen niet aan de buitenkant van zo’n school. Je zult er ook niets over horen als je met het schoolhoofd gaat praten, want die gaat haar vuile was natuurlijk niet zomaar buiten hangen. Wat dat betreft kunt u, indien u serieus geïnteresseerd bent in het plaatsen van uw kind(eren) op één van deze scholen, het beste met (kritische) ouders praten die hun kinderen er al wat langer hebben zitten. En regelmatig de media in de gaten houden natuurlijk.
Zo heeft de KCS de afgelopen jaren een aantal keren op positieve wijze in de Volkskrant gestaan. Goede pr in zo’n landelijk Nederlands dagblad. En ook in de Surinaamse kranten werd met enige regelmaat positief over de school geschreven, wanneer er weer iets leuks te melden was. Minder positief werd het echter eind 2007: tijdens de kerstvakantie berichtte de Ware Tijd dat de school ineens zeven leerkrachten zag vertrekken. Ontevredenheid over het gevoerde (personeels)beleid en communicatieproblemen tussen henzelf en het bestuur, waren de oorzaken. Enkele maanden ervoor waren de directeur en het hoofd kinderopvang al opgestapt, min of meer om dezelfde redenen. Uiteindelijk besloot ook de remedial teacher ook een punt achter haar K.C.S.-avontuur te zetten, omdat er niets werd gedaan met haar goedbedoelde adviezen.
Crisis
Slechts drie juffen bleven achter. Gevolg: crisis! Zo’n situatie is immers dodelijk voor het imago en het uiteindelijke voortbestaan van de school. Weglopende juffen kunnen immers leiden tot weglopende kinderen. En zonder kinderen geen school. Wat dat betreft was het een geluk bij een ongeluk dat het aan het begin van de vakantie gebeurde en het bestuur tijdens de feestdagen rustig op zoek kon gaan naar een bijna compleet nieuw team.
Wat de krant echter niet heeft gehaald is het feit dat het schoolbestuur kort daarna een tweetal consultants in de arm heeft genomen, die de school helemaal hebben doorgelicht. Als interim-management hebben zij de boel weer op poten gezet en het bestuur is door hen voorzien van bruikbare adviezen. Eén voor één worden ze intussen geïmplementeerd, terwijl de Ouderraad samen met het nieuwe schoolhoofd nauwlettend toeziet op de kwaliteitsverhoging en het oplossen van het communicatieprobleem. Ze zijn er nog niet helemaal maar samen zijn ze wel op de goede weg. Nu, tijdens de vakantie, kijkt de school liever niet terug op een turbulent jaar en blikt vooruit op wat nog in het verschiet ligt.
De Cederboom kent ook zorgen, onlangs geuit door een aantal verontruste ouders. Vanuit deze groep, die overigens niet álle ouders vertegenwoordigt, is er eind juli dringend/dwingend op aangedrongen dat drastisch wordt gereorganiseerd. Financiële en organisatorische misstanden dienden te worden aangepakt, om het nieuwe schooljaar met een schone lei verder te kunnen gaan. Het was hen volstrekt onduidelijk waar alle inkomsten (zowel vanuit de ouderlijke schoolbijdragen, als vanuit de subsidies van de NOB) precies aan werden besteed, men zag er in ieder geval weinig van terug. Andere ouders spreken daarentegen vol lof over de school. Hoe het ook zij, die reorganisatie is momenteel in volle gang. Dus ook de Cederboom werkt aan verbetering.
Ouderdomskwalen
Jonge of oude scholen, overal is er wel wat. Neem bijvoorbeeld de Vrije School en de Glenn Weisz; twee ruimschoots volwassen scholen. Beide worden geleid door, zo kan men rustig stellen, vrij autoritaire, weinig tegenspraak duldende directrices. Dames die al eeuwenlang met de school verbonden lijken te zijn. Niks geen frisse wind dus. En ook totaal geen klantvriendelijke houding. Op het eerste gezicht althans. Want wanneer het ijs eenmaal gebroken is, blijken beide dames ook maar gewone mensen te zijn. Mensen die je weliswaar niet tegen je in het harnas wilt jagen, want ze leiden ‘hun school’ met ferme hand en gaan voor de beste prestaties, ‘by all means neccessary’.
Ben je echter wars van het orthodox Surinaamse systeem en op zoek naar vernieuwing, zoek dan elders. Want wat het onderwijs betreft (prestatiegericht drillen) zijn het gewoon traditionele scholen, maar dan met een particulier prijskaartje. Voordeel is wel dat de kinderen die van deze scholen komen, niet hoeven te wennen aan de manier van lesgeven op de Mulo en het verdere middelbaar onderwijs.
Poëzie
Afgezien van de laatstgenoemde twee, hebben de particuliere scholen hun doelstellingen stuk voor stuk heel mooi verwoord. Ze komen voort uit hun ‘visie’ en ‘missie’. Wat opvalt is dat de scholen op papier sterk overeenkomen met elkaar. Als u alle doelstellingen, visies en missies naast elkaar legt, ziet u veel raakvlakken en overlappingen. We willen u niet vermoeien met de prachtige, doch theoretische woorden, omdat theorie en praktijk lang niet altijd met elkaar overeenkomen. Daarom ons advies: pas op! Ga niet teveel af op de poëtische woorden uit de schoolgids en (in een enkel geval) zelfs op banners van de school. De teksten verwoorden een droombeeld van de perfecte basisschool, volgens het bestuur of de oprichter van de school, en berusten dus niet direct op de werkelijkheid. De meeste dromen zijn immers bedrog. Dus onderzoek ook zelf.
In ons onderzoek gingen we verder dan het opzoeken en vastleggen van statistische gegevens, zoals prijzen en overgangspercentages. We gingen ook op pad om de uitzonderlijke eigenschappen van de diverse scholen, hun ‘unique selling points’, te achterhalen.
Hieronder hebben we er zoveel mogelijk voor u opgesomd. Let wel: ook hiervoor geldt dat we u aanraden om deze woorden niet zomaar aan te nemen, maar ze zelf te controleren op waarde voordat u een definitieve keuze maakt voor één van de scholen.
De Glenn W.R. Weisz School, die volgens schoolhoofd Vera Weisz eens de duurste school van Suriname was, heeft als enige haar tarieven verlaagd. De school is sinds kort hypotheekvrij en deelt dit voordeel graag met haar klanten.
Men is vooral trots op de status van school met een hoog prestatieniveau; de prestatiegerichte aanpak blijkt al jaren te werken. Daarentegen is er weinig aandacht voor het sociaal-emotionele aspect van het werken met jonge kinderen, waardoor het al met al veel doet denken aan een willekeurige, traditionele lagere school. Uniek voor een Surinaamse school: geen uniform. Bovendien is het een oude school met jonge kinderen: in de eerste klas worden soms al kinderen van 4,5 jaar geplaatst. En de school levert zodoende ook de jongste schoolverlaters.
De Nassy Brouwer School is ook trots op haar hoog prestatieniveau. Er is echter een gezonde balans tussen aandacht voor presteren en aandacht voor de sociaal-emotionele vorming van de kinderen. Er wordt veel gedaan om het zo prettig mogelijk te maken voor de kinderen. Computerles en Engels begint op deze school al in groep 1 (bij de jongste kleuters dus) en zijn onderdeel van hun ‘Minov+’ programma, zoals de school het zelf noemt. Daarin is ook plaats voor vakken als drama, niveau-lezen, gym, muziek, handvaardigheid en tekenen.
Kangoeroe Community School is één van de jongste particuliere scholen. Maar ze pakken het wel het breedst aan. Begonnen als een kleuterschool, is het nu een bijna volwaardige basisschool (kleuter A t/m klas 5. Vanaf 2009-2010 t/m klas 6), maar hun echte meerwaarde zit hem in het bieden van baby- en peuteropvang, naschoolse opvang en zwemles in een eigen zwembad van een eigen zwemlerares. Alles ondergebracht in hun ‘Multi Functionele Accommodatie’; de Surinaamse tegenhanger van de ‘Brede School’.Het is de enige school waar uw kinderen van 07.00 uur tot 17.00 uur terechtkunnen.
De Cederboom: in tegenstelling tot op de Surinaamse Glenn Weisz school, is het dragen van een uniform op deze Nederlandse school juist wèl verplicht. On-Nederlands.
Niet echt uniek, maar wel noemenswaardig is het feit dat de Cederboom aangesloten is bij de stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB), die de Nederlandse scholen in het buitenland ondersteunt, adviseert en subsidieert. Met als doel om de kinderen bij terugkeer in Nederland makkelijk te laten instromen in het onderwijs aldaar. Handig dus voor kinderen van ‘ex-pats’ en anderen die van plan zijn (weer) naar Nederland te migreren.
Prinses Amalia is de meest kleinschalige en exclusieve van de Nederlandstalige particuliere scholen. Veruit de duurste, maar wel all-inclusive. “En van zeer goede kwaliteit” zegt intern begeleider, mevrouw van Luit. Gedurende het schooljaar zullen u gaan extra bijdragen worden gevraagd; zaken als zwemles en het schoolreisje zijn in het schoolgeld inbegrepen.
De klassen zijn ontzettend klein: bijna iedere juf geeft les aan een combinatieklas, soms wel van 3 leerjaren, en dan nog heeft de lerares minder dan 20 leerlingen onder haar hoede. Je zou dus denken dat ze veel tijd heeft voor individuele aandacht, maar vergist u zich niet in de tijd die de juf kwijt is aan het lesgeven aan verschillende groepen tegelijk.
Ook deze school is aangesloten bij de NOB.
De Vrije School heeft helaas niet actief meegewerkt aan dit onderzoek, zodat er vanuit de school ook geen noemenswaardigheden zijn aangedragen. Zelf kunnen we concluderen dat het momenteel de goedkoopste particuliere school is. We laten in het midden wat dat zegt over de kwaliteit. Verder is de ligging vrij centraal. En – laten we hopen dat er geen gebruik van gemaakt hoeft te worden – de spoedeisende hulp van het Academisch Ziekenhuis zit om de hoek.
Autheur: Edwino Da Silva