Aapjes kijken op Kwatta
Geheime attractie in de stad
Gewapend met haar kartonnen doos met bananen en bacove loopt Sobhie Radjkoemarie naar de bosschage naast haar fruit -en groentestand aan de Kwattaweg, even voorbij Welgelegen. Al gauw komt de begroeiing in beweging. Een aantal kleine kopjes komt tevoorschijn, kort daarna zijn de lijfjes helemaal zichtbaar: monkimonki’s (doodskopaapjes). Ze springen van de takken van de bomen naar beneden om hun ochtendmaaltijd te komen nuttigen. Dat dit alles zich in Paramaribo afspeelt is bijzonder en voor velen een uniek gebeuren. Suriname heeft al een hele tijd een ‘geheime’ toeristische attractie.
Radjkoemarie begon ruim twee jaar geleden met haar groenten- en fruitstand. Vanaf haar eerste verkoopdag zag zij een paar monkimonki’s in het bos naast haar kraampje. Ze besloot toen haar overgebleven fruit (bananen en bacove), dat zij niet meer zou verkopen, langs het bos te gooien zodat de aapjes zich er te goed aan konden doen. “Ik merkte toen dat ze het eten elke dag verwachtten, en altijd kwamen op hetzelfde tijdstip. Ik liep toen op een middag er naar toe en zette het eten naast mij neer, zodat zij naar mij toe konden komen. Ongelooflijk was het, maar ze durfden dat ook te doen. Sinds toen, durven sommige nu zelfs op mijn armen en schouders te komen zitten. Nu komen ze al vanaf zes uur in de ochtend roepen naast het huis.”
Vertrouwen
Radjkoemarie heeft inmiddels een zodanige band met de aapjes opgebouwd dat het eigenlijk haar huisdieren zijn. Ze vertrouwen haar volledig. Zodra iemand anders de kant van het bos oploopt, weten ze niet hoe snel ze het hazenpad moeten kiezen. Maar als zij naar ze toegaat komen de takken van de bomen direct in beweging en zie je ze allemaal weer verschijnen. En hoor je de aapjes in hun eigen taal naar haar roepen.
“Kom, kom halen, kom eten halen”, spreekt ze de beestjes lief toe, terwijl ze haar doos omlaag houdt. En alsof ze het verstaan, wordt ze omringd door de aapjes. Iets verderop duikt plotseling een ander soort aapje op. “Een kapucijner is dat”, zegt ze. “Die zijn er ook veel, maar ze durven niet helemaal dichtbij te komen. Ze wachten totdat ik weer op een afstand ben, dan komen ze hun eten halen, terwijl de monkimonki’s helemaal niet bang zijn. Ik kan zelfs niet naar de winkel tegenover de straat als ik ze nog niets te eten heb gegeven, want dan lopen ze mij achterna. Ze komen helemaal in mijn verkoopstand, maar pakken nooit zomaar iets van de tafels.”
Radjkoemarie zegt dat het haar nog nooit gelukt is om de aapjes te tellen, aangezien ze niet rustig op een plaats blijven zitten. “Als ik begin te tellen ben ik bij nummer vijf de tel al kwijt, want ze springen door elkaar. Maar het zijn er wel heel veel. Soms moet ik zelfs extra eten zetten omdat het niet genoeg is.”
Bewaakt
De aapjes leven ongestoord in het bos en worden goed bewaakt door Radjkoemarie. “Toen een paar jongemannen ze zagen, wilden ze de apen komen vangen om te gaan verkopen. Ik heb ze tegengehouden en gezegd dat het mijn apen zijn en dat niemand ze lastig mag vallen, anders bel ik de politie. Er zijn heren hiernaast die elke dag met hun pick-ups hier komen wachten om ritten voor mensen te rijden, en die heren hebben mij toen bijgestaan om de jongens weg te jagen. Nog steeds helpen zij ook de wacht te houden voor de aapjes. De beesten doen geen mens kwaad, dus waarom moet iemand ze kwaad aan doen?”
De hele maand mei waren de aapjes niet te zien. Radjkoemarie zegt dat ze zich ernstig zorgen maakte, en elke dag riep naar de aapjes, zonder resultaat. Plotseling verschenen de aapjes weer vanaf juni. “Ik kan niet precies zeggen waarom ze niet kwamen, maar bij mij bestaat het vermoeden dat de vrouwtjes waarschijnlijk hadden geworpen, want nu zie ik een aantal met baby’s op hun rug als ze eten komen halen.”
Boedelkwestie
Opa Stolk van de Kwattaweg, die erbij is gehaald is als mede eigenaar van het stuk landgoed, vertelt dat het perceel ongeveer tien hectare groot is. “Het was in het verleden een weiland met koeien en paarden. Inmiddels zijn die al langer dan vijftien jaar verdwenen en heeft het bos het helemaal overgenomen. Hij geeft de verzekering dat de apen zich nog heel lang als eigenaar van het stuk land mogen gedragen. Het feit dat de grond inzet is van een, zo karakteristiek Surinaamse, boedelkwestie, werkt in hun voordeel. Meer dan vijftig mensen hebben immers een aandeel in het perceel.
Ook Radjkoemarie hoopt dat de huidige situatie voorlopig blijft voortbestaan. Maar ook dat meer mensen eens een kijkje komen nemen. “Een paar keer heb ik bezoek gehad van toeristen. Het waren Nederlanders die toevallig met een bus voorbij reden en de aapjes zagen toen ik met hen bezig was. Maar nadat die mensen zijn vertrokken naar Nederland heb ik nooit meer toeristen hier gehad. Ik zou het heel leuk vinden als mensen kwamen kijken naar de aapjes, maar ik zou het fijner vinden als deze aapjes beschermd worden verklaard. Zodat ze hier heel gelukkig kunnen zijn.”
Als een ieder zijn portie in ontvangst heeft genomen vertrekt de groep monkimonki’s weer. Een paar sprongetjes, bewegende takken en plotseling is het weer doodstil. Alsof er nooit aapjes zijn geweest die voor een bijzonder en geheim schouwspel hebben gezorgd.
Tekst & Beeld: CHERIDA DRAGMAN