Huurder versus verhuurder
Tel alle advertenties in de Ware Tijd, Via2000 en andere bladen bij elkaar op, en je komt tot de conclusie dat in Suriname jaarlijks duizenden woonruimtes te huur worden aangeboden. Van eenvoudige kamers voor stagiaires tot peperdure cocaïnepaleizen, en van bouwvallen in volkswijken tot de gewone doorsnee woning. Iedereen die iets huurt of verhuurt heeft echter de maken met de Surinaamse wetgeving. De huurder heeft een betalingsverplichting, maar ook de verhuurder heeft plichten. Beiden hebben verschillende wensen en belangen, die niet zelden tot een juridische oorlog kunnen leiden.
Op het eerste gezicht is het een prachtige flatwoning op Tourtonne-V. Een beetje verveloos, dat wel, maar keurig gelegen op een hoek in een opvallend rustige buurt. Maar de huurder is minder tevreden. “Delen in het huis hebben geen elektriciteit, de hydrofoorpomp werkt niet, het dak van de garage is zo lek als een mandje. Om maar te zwijgen van de loszittende toiletpotten en kranen die niet werken”, zo concludeert hij.
Hij betaalt iedere maand, volgens het huurcontract, prima op tijd 450 euro. Maar na vele opmerkingen en aanmaningen richting verhuurder/zaakwaarnemer is hij het zat. “Ik heb ze gezegd dat ze eerst de mankementen moeten verhelpen en dat ik dan weer de huur zal betalen. Nu wordt er gedreigd met rechtzaken en heb ik al heel scheldpartijen meegemaakt. Het argument dat ze aanvoeren is dat ze eerst huur willen ontvangen om met dat geld de reparaties uit te kunnen voeren. Maar dat verhaaltje hoor ik al een paar jaar. Ze hebben genoeg geld van mij gehad om een half huis te bouwen.”
Het is het verhaal van veel huurders in Suriname. Veel verhuurders wonen in Nederland, of in ieder geval in het buitenland, en zien hun pand in Paramaribo vooral als leuk extraatje en de huurder als melkkoe. Om de boel in de gaten te houden hebben ze meestal een Surinaamse zaakwaarnemer aangesteld, die iedere maand een bescheiden percentage van de huursom in zijn of haar zak mag steken.
Zowel de verhuurder als de zaakwaarnemer hebben slechts één doel voor ogen: iedere maand de huur binnenslepen en de poet verdelen. Zodra er echter mankementen aan de woning ontstaan, heeft de huurder het nakijken en blijkt men opeens niet bereid om een deskundige te sturen om het euvel te verhelpen. Helaas voor de verhuurder staat de huurder dankzij de wet extreem sterk in de schoenen.
De blakabakra-verhuurders willen daarnaast niets liever dan hun extra inkomsten verzwijgen voor de Nederlandse en Surinaamse belastingdienst. Of voor de Hollandse uitkeringsinstantie. En dus moet de huur iedere maand handje-contantje worden afgerekend bij de zaakwaarnemer. ‘Mevrouw, het is voor mij heel eenvoudig om het via internetbankieren even op uw rekening over te maken’, probeer je nog oprecht. De smoezen die volgen zijn zeer gevarieerd. Van ‘ik heb geen bankrekening’ tot ‘er zijn mensen die beter niet kunnen weten dat u in het huis woont’. Dus leveren ze liever tien euro ‘commissie’ of meer in via vage cambio’s om hun geld ergens in Amsterdam te mogen incasseren. Zelf hebben ze niet de ambitie om de oude dag in Suriname te slijten, anders zouden ze hun woning wel beter onderhouden.
Het beste dwangmiddel dat je als huurder hebt richting onwillige verhuurder, die dringende reparatiewerkzaamheden aan het verhuurde niet wil uitvoeren, is het niet-betalen van de huur. Het enige dat de verhuurder in dat geval rest, is wel zijn verplichtingen na te komen. Of naar de rechter te stappen voor een uitzettingsprocedure die vaak jaren duurt.
Nu zijn niet alle verhuurders slecht. Verre van dat. Maar ben je als verhuurder te goeder trouw en heb je een lastige huurder (die moedwillig niet betaalt of een puinhoop van het gehuurde maakt), dan ben je ver van huis. Ook dan stuit je op de wetgeving. Eigenhandig iemand uit de woning zetten is al helemaal uit den boze. Sterker nog, als je als verhuurder het huis wil betreden, kan de huurder aangifte bij de politie doen wegens huisvredebreuk of insluiping. Lastig wordt het ook als een huurder bij het verstrijken van de contractueel vastgelegde periode weigert de dozen in te pakken. Voor de verhuurder rest in dat geval ook alleen de frustrerende weg naar de rechter.
Verhuurders en huurders: zolang iedereen zijn of haar verplichtingen nakomt, is er niets aan de hand. Maar komt er een kink in de kabel dan kan dit, met de huidige wetgeving, leiden tot een stressvolle en kostbare strijd.
Autheur: Armand Snijders
Beeld: Henk Hendriks