Koksijde vrijt met Albina
Vlaanderen (het Nederlandstalige gedeelte van België) kan Suriname nu zonder twijfel geblinddoekt aanwijzen op de landkaart. Recentelijk werd de derde stedenband tussen Vlaanderen en Suriname boven de doopvont gehouden. Ditmaal was het de Vlaamse kustgemeente Koksijde, die geïnteresseerd is in het idyllische Galibi en Albina.
Het oogmerk van een stedenband is om van elkaar te leren. Een gemeente op het noordelijk halfrond sluit daarbij een stedenband af met een plaats op zuidelijk halfrond. Ontwikkelingswerk komt op die manier veel dichter bij de mensen te staan.
Jan Loones, schepen (wethouder) in Koksijde, zat al even te broeden op het idee van een stedenband. Na vier jaar hard zwoegen, verzilverde Koksijde dit jaar uiteindelijk zijn stedenband met Galibi en Albina. “Een stedenband opbouwen is niet mogelijk als je over één nacht ijs gaat”, weet Loones. “In 2005 bezocht ik Suriname voor het eerst, maar de vonk sloeg meteen over. Het is vooral het Surinaamse model met zijn multiculturaliteit dat me aansprak. Op dat vlak kunnen wij veel leren van het Surinaamse volk.”
De keuze voor Suriname werd voorafgegaan door vele andere overwegingen, zoals Marokko, Burundi en Rwanda. “Uiteindelijk werd het Suriname omdat het lidmaatschap van de Nederlandse Taalunie en de Caricom enorme kansen biedt. Waarom Galibi en Albina in het bijzonder? Ik voel me nogal aangetrokken tot minderheden, authenticiteit en identiteitsgevoelens. Interessant daarbij vind ik de positie van het inheemse volk dat zeer grondgebonden is en de rol van de Surinaamse staat daarin”, zegt Loones.
Er wordt wel eens gezegd dat Surinamers een betere verstandhouding hebben met Vlamingen dan met Nederlanders. Net als Surinamers spreken ook Vlamingen een afwijkend Nederlands en werden ze onderdrukt door de Nederlanders. Bij een stedenband is het noodzakelijk op zoek te gaan naar raakvlakken tussen beide gemeenten. “Koksijde is een toeristische gemeente”, zegt Loones. “Galibi en Albina bezitten eveneens goede troefkaarten om een toeristische trekpleister te worden. Om hen daarbij te helpen zullen we de bouw van een toeristisch bureau financieren via enkele verenigingen hier. Daarnaast gaan we een toeristische brochure maken over Galibi en Albina. Uiteraard zijn er wel brochures, maar die gaan meestal uit van toeristische organisaties met een commercieel doel. We willen zeker niet het massatoerisme gaan introduceren daar, maar de reuzenschildpadden op Galibi zijn een enorme troef.”
Naast het uitbreiden van de toeristische mogelijkheden, zal er ook nog gewerkt worden aan een internetproject, waarbij Koksijde zorgt voor een aantal computers. Een studiefonds dat ter beschikking staat van de studenten daar, moet de mogelijkheden van de jeugd in Albina en Galibi vergroten. Loones: “Zo krijgen de studenten die wel in Paramaribo willen studeren, maar dat financieel niet kunnen, voortaan wel een kans. Zelfs naar het buitenland toe zie ik een aantal mogelijkheden met onze hotelschool in Koksijde. Zo zouden we de Caribische en de Antilliaanse keuken in ons programma willen verwerken en een uitwisseling van studenten opzetten.”
Valkuilen
“Een stedenband is een samenwerking van lokaal bestuur tot lokaal bestuur. In Suriname heerst nog steeds een centralistische denkwijze. Paramaribo houdt de touwtjes stevig in handen en daar zal dus ook nog wat vertrouwen moeten groeien”, zegt Loones.
“Laatst kreeg ik een vraag van een schooltje om oude meubels op te sturen, maar dat ben ik absoluut niet van plan. Het gevaar dat men dan zeer afhankelijk wordt van ons is niet onwaarschijnlijk.”
Waar Koksijde zich vooral voor wil behoeden, is dat er een eenrichtingsverkeer ontstaat tussen beide gemeenten. “We moeten koste wat het kost vermijden dat men ons gaat beschouwen als een melkkoe. Evenwaardigheid is het sleutelwoord hier, maar mijn gevoel zegt dat de lokale besturen in Galibi en Albina hier geen onvoldoendes zullen scoren.”
De hamvraag hier luidt dus: wat kan Koksijde van Galibi en Albina leren? “Kort samengevat is dat de levensvreugde die de Surinamers ons moeten aanleren, de puurheid van de inheemse gemeenschap en de multiculturaliteit. Ik ben er zeker van dat onze ambtenaren onderling nog heel wat dingen van elkaar zullen opsteken, maar dat zal na verloop van tijd wel duidelijk worden.”
Toekomst
De stedenband werd in mei van dit jaar goedgekeurd door de Vlaamse regering en is dus officieel van start gegaan. In het voorjaar van 2009 vertrekt er een nieuwe delegatie van Koksijde naar Suriname en in mei komt er een Surinaamse delegatie naar Koksijde. De Vlaamse overheid ondersteunt daarin tachtig tot negentig procent van de reiskosten van de ambtenaren die naar hier komen. “Binnen twee jaar wil ik graag het lint van het toeristisch gebouw doorknippen en de eerste exemplaren van de folder verspreiden”, zegt Loones.
Ondertussen is het district Para ook in de running voor een stedenband, maar dan met de Belgische stad Leuven. De Vlaamse studentenstad weegt momenteel de voor- en nadelen van een stedenband met Suriname af. Vooralsnog staat Para echter op de tweede plaats voor samenwerking. Senegal prijkt bovenaan de lijst van de mogelijkheden.
Tekst & Beeld: Arno Briers
Koksijde is een plaats en gemeente in de provincie West-Vlaanderen aan de kust van België. De gemeente telt ruim 21.000 inwoners en bestaat uit de deelgemeenten Koksijde, Oostduinkerke en Wulpen. De oude kern van Koksijde bevindt zich op een tweetal kilometer van de kustlijn. Aan de kust is echter de nieuwere toeristische kern Koksijde-Bad ontstaan. Ook Oostduinkerke heeft een kern op ruim een kilometer van de kust, met Oostduinkerke-bad tegen de kustlijn. Op ruim 4 kilometer in het binnenland ligt nog het landelijke polderdorpje Wulpen. Koksijde bevat tal van toeristische trekpleisters zoals het Abdijmuseum Ten Duinen 1138, de moderne Onze-Lieve-Vrouw-ter-Duinenkerk in Koksijde-Bad en de Sint-Pieterskerk in Koksijde-Dorp. Ook qua natuur heeft de gemeente veel in huis. Sinds 1999 is de Hoge Blekker een officieel natuurreservaat, met daarin het hoogste duin (33m) aan de Belgische kust. Bij eb is het strand maar liefst tussen de 250 en 700 meter breed. Bronnen: website gemeente Koksijde en Wikipedia |