Mi Tori: Een pak rammel van oma
Iedere ochtend een pak rammel in plaats van ontbijt, slapen op hard beton en glasscherven in je gezicht. Geen liefde, moeder en oma geven niks om je. Voor velen klinkt dit als een gruwelijke nachtmerrie, maar voor Jonny (9) en Sharon (8) was dit jarenlang de dagelijkse realiteit. De vier jaren die zij bij hun oma doorbrachten, zullen ze nooit meer kunnen vergeten. Nu zijn ze bij hun stiefmoeder, die zich nog steeds verbaast over de verschrikkingen die de kleintjes jarenlang hebben moeten doorstaan.
“Jonny is 9 en zijn zusje Sharon is 8 jaar oud. Het zijn schatten van kinderen, ondanks alles wat ze hebben meegemaakt. Toen hun ouders uit elkaar gingen nam de vader, inmiddels mijn man, de kinderen in huis. In dat huis woonden ook de opa en oma van de kinderen. Maar toen oma – de moeder van mijn man – overleed, kwam de moeder in beeld om de kinderen op te eisen. Krijsend en schreeuwend en huilend; de kinderen moesten met haar mee!
Na enkele maanden had de moeder een nieuwe man, de zoveelste, en ineens was er geen plaats meer voor de kids. Die man wilde geen kinderen in huis, nou vraag ik je! Ze bracht de kinderen bij haar eigen moeder, maar vertelde niets tegen de vader van de kinderen. Pas na lang informeren kwam hij er achter waar zijn kinderen gebleven waren. Hij wist wel dat die oma niet bepaald lief was, of beter gezegd, ze was een kreng. Maar dat het zo erg zou zijn, had niemand verwacht.
Ongeveer vier jaar hebben ze in Para gewoond. Tot de berichten kwamen. Eerst via een zwager die de kinderen had gezien en vond dat ze er niet verzorgd uitzagen. Wel, dat kan best een momentopname zijn, dachten we nog. Als ze bij mij de hele dag op het erf zouden ronddollen en spelen zijn ze ook niet bepaald schoon, toch? Maar enkele weken later kwam er een heel ander bericht, van de kinderen zelf nog wel.
Jonny wist dat een van zijn neven langs de hoofdweg zou rijden met zijn truck, en hij had aan de weg staan posten tot hij die neef zag. Alleen tijdens het boodschappen doen kon hij even ontsnappen aan de hel en na het boodschappen doen bleef hij dus even aan de weg staan, om zijn neef op te wachten. Toen de neef eindelijk langs reed, riep Jonny: ‘Zeg aan pappa waar we zijn en laat hem ons halen. Alsjeblieft oom vergeet het niet!’ De neef besloot direct te stoppen om polshoogte te gaan nemen. Hij trof een oma aan die als een razende tekeer ging. ‘ik ransel je’ was nog het aardigste dat er uit kwam. De neef vond de situatie zo dreigend dat hij meteen mijn man en mij heeft ingelicht.
Meteen de dag erna zijn we op de bus gestapt en wat we aantroffen bij onze onverwachte aankomst was vreselijk. De kinderen werden vernederd waar we bij stonden en toen ik even een rondje met Sharon om het huis maakte en vroeg waar ze sliepen, wees ze me een kamer waar niets in stond. Een betonnen vloer en twee plastic zakken met de kleren aan de muur. Verder niets. ‘Kijk’, zei Sharon, ‘daar slapen we, op de grond’. ‘Heb je geen matrasje?’, vroeg ik. ‘Nee, want we moeten zo liggen. Vaak gooit oma een emmer water op de vloer uit en dan moet ik daarin gaan liggen want ik plas ’s avonds, weet je. We mogen geen plasemmer en ook niet naar het toilet, we moeten overdag op het erf plassen.’ Toen wist ik zeker dat het mis was.
Ik seinde mijn man in dat we ze direct mee moesten nemen maar hij voorzag dat dit op een vechtpartij zou uitlopen en wilde het voorzichtiger aanpakken. Inmiddels was die moeder van de kinderen op komen draven, gewaarschuwd door oma, en trok meteen van leer. Schelden en schreeuwen en mijn man maar proberen het rustig te houden. Op het laatst schreeuwde ze dat die kinderen bij hem moesten gaan en direct zei hij ‘ja, dat is goed, ze komen allebei meteen mee.’
Dat vond die oma weer geen goed idee. Ze eiste dat ze nog twee weken daar zouden blijven. Ik had doodsangst voor die kinderen en zag al wat er zou gebeuren. Uiteindelijk kwamen we overeen dat het een week zou worden, al snapten we niet waarom we ze niet direct mee konden nemen. Ze vernederde die kinderen zelfs waar we bij stonden.
We konden op dat moment niet anders dan ze daar laten, al heb ik daar nog spijt van. Met bloedend hart gingen we weg, wetend dat de kinderen er van zouden lusten. Dat mens hoorde in een psychiatrische instelling en niet in een huis met kinderen. Door te zeggen dat we contact hadden met familierechtelijke zaken konden we de moeder over de streep trekken om de kinderen naar ons te brengen. Ze zei dat we de kinderen konden ophalen op de markt in Lelydorp. Als een postpakket werden ze overhandigd, succes ermee en doei. Meteen reed ze weg en daar stonden we dan. Met een taxi zijn we naar huis gegaan.
Het is inmiddels een paar weken geleden en nu pas komen alle verhalen los. De pakken rammel van die oma, de regelrechte wreedheden. Met een bamboestok werden ze geranseld. Met bamboe ja, want oma wist dat je de striemen daarvan na een paar uur niet meer kon zien! De jappenkampen in de Tweede Wereldoorlog waren berucht voor de rammel met bamboe! Een zoon van die oma woonde ook op het erf en kwam met zijn mati’s regelmatig mensen een pak rammel geven. Ook de kinderen kregen ervan langs van hem als die oma zei dat hij dat moest doen. Toen ze waren blijven zitten op school hebben oma en die zoon de jongen met een balk op zijn nek geramd. Hij is door die slagen aan één oor doof.
Sharon en Jonny moesten alles doen in en om het huis. Koken, kleren wassen, dweilen, vaten, vegen en harken. Er bleef niet eens tijd over om huiswerk te maken. Sharon heeft een lelijk litteken in haar gezicht, waar oma haar met een kapot glas in haar gezicht heeft gestoken. Als er een pot was gevallen met bijvoorbeeld pindakaas, moesten ze het met glas en al in een andere pot zetten en dat op hun brood eten.
Weigering leidde steevast tot een pak rammel met de bamboestok of een lange lat. Sharon kreeg zomaar slaag, om haar te breken. Als ze opstond was het al raak, als eerste kreeg ze slaag en daarna naar school. Dat ze zich niet konden concentreren zal niemand verbazen. De enige plek waar ze zich veilig voelden was de school. Daar konden ze rustig spelen en kletsen zonder gevolgen. Jonny leerde wel beter dan Sharon, maar bij beiden was het kantje boord. De school had het wel in de gaten, want op een keer had de meester gevraagd naar de mishandeling. Jonny had het ontkend, gewoon omdat hij bang was voor die oma en niet wist waar hij en zijn zus dan zouden moeten blijven.
Oma had hen gezegd dat hun pa een drugsverslaafde is en dat zijn nieuwe liefje ook aan drugs was verslaafd, maar dat hebben de kinderen nooit geloofd. Ze wonen nu bij ons en het gaat! Al plast Sharon nog steeds af en toe in haar bed, door de nachtmerries, ze droomt van die oma en al de ellende die haar is overkomen. Ze zijn er zo vreselijk bang van. Laatst kocht ik een icecream en Jonny vertelde ons dat oma hen in de nacht had wakker gemaakt en mee had genomen naar het balkon. Daar moesten ze toekijken hoe die oma een icecream zat te eten samen met een dame die ook op dat erf woont. Ook deze jonge dame ranselde de kinderen regelmatig af. Toen het ijsje op was moesten ze weer naar hun kamer, uiteraard na een pak slaag! Als laatste kreeg Jonny de opdracht om bij ons naar geld te zoeken en dat bij oma te brengen! Dat is aanzetten tot diefstal, tot criminaliteit!
Het gaat iedere dag een beetje beter. Ze kunnen spelen worden lekker gebaad en vertroeteld. Gewoon door bijvoorbeeld het lezen van een verhaaltje voor het slapen gaan. Ze helpen ook zo lief! Maar gewoon wat elk kind moet leren in huis. Je bent een gezin en ieder lid van het gezin heeft een taak, ze helpen met vaten en het dekken van de tafel. Eten doen we gezamenlijk. Ze moeten leren dat er nu voor hen gezorgd wordt, met liefde en aandacht en dat er op ze wordt gelet. Ze kennen alleen de tiki-taal. Maar dat moet ook weer afgeleerd worden.
Gewoon iets doen wat wordt gevraagd, zonder dreigementen en slaag, is lastig als je niet beter weet. Dat leren ze nu. Rustig zijn en blijven is voor ons best moeilijk, af en toe halen ze het bloed onder je nagels vandaan. Ik denk dat ze ons uitproberen, hoever ze kunnen gaan voordat de rammel komt. Maar die rammel komt niet. Er wordt niet, nee, nooit meer gerammeld.
Wat er in het verleden met ze is gebeurd willen en kunnen we niet onbestraft laten. Op dit moment zijn wij in overleg met een advocaat hoe dit aan te pakken. Het zal moeilijk zijn om een strafprocedure te starten, ook financieel. Al zal dat ons niet weerhouden van actie. Bovendien is het nog maar de vraag of de verklaring van twee jonge kinderen zal worden geaccepteerd. En de angst bestaat dat een proces zelfs schadelijk voor ze kan zijn. Maar hoe dan ook, zoiets mag niet onbestraft blijven. Hun moeder wist precies wat er aan de hand was en heeft nooit ingegrepen. Volgens ons is zij daarom medeplichtig.”
Beeld: José Kamps