Letitia Vriesde is een beetje lui
Letitia Vriesde voor het eerst in twintig jaar niet op de Spelen
Ze deed vijf keer mee aan de Olympische Spelen. Maar op de 29e editie van 8 tot en met 24 augustus in Beijing is ze er niet bij. Voor het eerst in 20 jaar blijft Letitia Vriesde, specialist op de 800 meter en icoon van de Surinaamse atletiek, thuis. Hetzij in Nederland, hetzij in Suriname. Samen met man en kind. Het lijkt haar niet te deren…
“Eigenlijk zou ik wat meer moeten trainen”, zegt Letitia op het terras van haar huis in Paramaribo. “Suriname maakt me een beetje lui.” Haar verzuchting wekt nogal wat verbazing. Stond Letitia niet bekend als de noeste no-nonsense atlete, die geen dag en geen uur oversloeg, alle rondjes liep en daarom zo lang aan de top van de internationale atletiek kon blijven? “Voor de Olympische Spelen van Athene in 2004 trainde ik inderdaad 3 tot 4 uur per dag”, herinnert ze zich. “Je leven wordt erdoor beheerst. Ik deed dat in Rotterdam. Dat betekende een vast dagschema.” Maar de Spelen van 2008, daar leeft ze heel anders naartoe.
De eerste twee maanden van 2004 trainde ze trouwens in Tucson, Arizona. Veel succes heeft het haar toen op de Spelen niet gebracht. “Het is voorbij”, verzuchtte ze in de catacomben van het Olympisch Stadion in Athene, nadat ze in de halve finale hinkend moest afhaken. “Ik heb last van ouderdomskwalen, het lichaam is te lang belast geweest.” Haar hamstring had het begeven. “Maar ik ben er volgend jaar op het WK in Helsinki gewoon weer bij hoor”, voegde ze er zelfverzekerd aan toe.
Helsinki 2005 zou haar laatste ‘kunstje’ worden. Ze liep de 800 meter in 2:01:01. Bij lange na niet genoeg voor het edelmetaal. Dat was wel eens anders geweest. Ooit, in glorieuzere tijden, kwam ze met gemak onder de 2 minuten. In 2001, op het WK in Edmonton bijvoorbeeld, liep ze 1:57:35; goed voor een bronzen plak. En in augustus 1995 werd ze tweede op het WK van Göteborg met een toptijd van 1:56:58.
Göteborg
Dat WK in Zweden was misschien wel het hoogtepunt van haar indrukwekkende sportloopbaan. Maar de zilveren medaille had meer glans verdiend. Letitia liep voor Suriname, maar de Surinaamse Atletiek Bond (SAB) had het benodigde reisgeld niet tijdig bij elkaar. Haar Nederlandse trainer Henk Krayenhof heeft de kosten moeten voorschieten. “Ik hoop dat deze zege veel betekent voor Suriname”, vertelde ze na afloop aan de pers. “En dan bedoel ik voor het Surinaamse volk en niet voor de topmensen. Die hebben het te druk met de politiek.”
Het zoet van de overwinning had het zuur over het gedrag van de SAB niet kunnen wegnemen. Want behalve met de financiën was er ook van alles misgegaan met het verblijf. Terwijl SAB-voorzitter Watty Deets voorbeeldig was geaccommodeerd op een eenpersoonskamer, lag Letitia in het atletendorp op één kamer met Tommie Asinga, de enige andere Surinaamse deelnemer. Een man dus. “Tommie en ik zijn goede vrienden. Maar in principe hoort het natuurlijk niet zo.”
Onfris
De Ware Tijd van 16 augustus 1995 kroop diep in het stof voor de schande die Suriname tijdens het WK in Göteborg is aangedaan. ‘Tegen de achtergrond van de problemen binnen de Surinaamse Atletiek Bond krijgt het succes van Vriesde een wrange bijsmaak’, schreef de krant. Vooral voorzitter Deets moest het ontgelden: ‘een voorzitter die, onder het mom van atletiekbelangen, met zijn eigen ‘onfrisse’ belang bezig is.’
Tussen Letitia en de Surinaamse Atletiek Bond heeft het ook nooit echt geboterd. Zo was Deets, ondanks het succes in Göteborg, geen voorstander van een openbare huldiging. Hij was ook niet aanwezig bij de ontvangst op Zanderij. Maar ondanks het geduw en getrek tussen de atlete en de sportbobo’s, waren de ontvangst en het eerbetoon overweldigend.
De echo van Göteborg en van al die andere keren dat Vriesde met de SAB in aanvaring kwam, galmt nog steeds na. Dat verklaart ook waarom ze nu niet meegaat met de Surinaamse delegatie naar de Olympische Spelen in Beijing. Ondanks haar ervaring, haar wedstrijdkennis en haar enorme netwerk, lijkt haar aanwezigheid in China door de SAB niet op prijs te worden gesteld. Anthony Nesty is er op voordracht van de Surinaamse Zwem Bond wel bij, als begeleider van onder andere zwemmer Gordon Touw Ngie Tjouw.
In maart was nog overleg tussen BHP Billiton (de sponsor), het Surinaams Olympisch Comité (SOC) en Letitia. Het SOC wilde een brief van de atletiekbond, waarin Letitia zou worden voorgedragen als begeleider. Daarop deelde de atletiekbond mee dat Letitia is verzocht een brief met een dergelijk verzoek te schrijven, maar dat zij dat heeft nagelaten. Letitia daarentegen zegt dat niemand haar ooit gevraagd heeft die brief te schrijven. Ze haalt zuchtend de schouders op. “Dit mechanisme schijnt onuitroeibaar te zijn”, zegt ze. “Ze willen me kennelijk niet mee hebben. Goed, dan houdt het op.”
Hardlopen
Letitia Vriesde is geboren op 5 oktober 1964. Ze groeide op in Coronie, waar ze tot haar zestiende heeft gewoond. Ze ging naar de MULO in Totness en naar de MEAO in Paramaribo. Toen ze zeventien was kreeg ze een passie voor hardlopen. Ze verkeerde in het gezelschap van onder andere Orlando Renfrum (basketbal) en Ivan Fernald (atletiek). Al na een maand deed ze mee aan de 3 kilometer straatloop. Ze groeide snel uit boven het gemiddelde niveau. Ze was lid van de atletiekvereniging Yellow Birds, die werd geleid door Ivan Fernald, onze huidige minister van Defensie.
In Suriname trainde ze op gras. Als er een wedstrijd was, werden er lijnen getekend. Alle vrije tijd ging in de sport zitten. Daarin onderscheidde ze zich van haar vrienden en vriendinnen. Die hadden andere dingen aan hun hoofd. Zo herinnert ze zich dat er op de ‘Dag van de Gymnastiek’ weinig animo was. Een verklaring heeft ze daar niet voor. Aan het klimaat kan het niet liggen. “Uit Cuba en Kenia komen uitstekende hardlopers”, zegt ze.
Niemand kan echt verklaren waarom de wedstrijdatletiek in Suriname zo sporadisch wordt beoefend. Geen promotie, te weinig verenigingen, geen beleid? Wie zal het zeggen. Misschien was het ook de exodus in de jaren tachtig, die deze sport tot op het fundament heeft aangetast. De meeste atleten uit de groep van Ivan Fernald (1983-1984) gingen naar Nederland. Letitia vertrok in september 1985 op 21-jarige leeftijd. Het plan was: HEAO. Maar met atletiek was dat moeilijk te combineren.
Somber
In Nederland kriebelde het. Ze wilde weer snel gaan lopen. Lid worden van een atletiekvereniging hoorde daar bij. Maar de winters vielen tegen. Om zes, zeven uur ’s avonds begint het al koud en donker te worden. “Je wordt daar somber van.” Het heeft lange tijd een negatieve invloed op haar gehad. Vanaf 1997 trainde ze daarom bij voorkeur in warmere landen.
In haar woonplaats Hoogvliet, onder de rook van Rotterdam, wordt Letitia al gauw in één adem genoemd met andere nationale sporters. ‘Hoogvliets snelste inwoonster’ noemen ze haar in de lokale krant. En in 1992 wordt Letitia tijdens het Rotterdamse Sportgala uitgeroepen tot sportvrouw van het jaar. Voor haar is dat aan de ene kant het bewijs dat Rotterdam erkent dat ze prestaties op wereldniveau neerzet en anderzijds de bevestiging van het feit dat ze een echte Rotterdamse geworden is.
Toch is en blijft ze een Surinaamse atlete die uitkomt voor Suriname. Nooit heeft ze de overstap naar de Nederlandse nationaliteit willen doen. “Ik was in Rotterdam om te trainen”, stelt Letitia nog maar eens vast. “Het leven in Suriname is anders. Hier ben ik om 5 uur op. Als ik dan bedenk dat ik naar de trimbaan moet, ben ik al moe. Er zijn hier geen faciliteiten. En alléén trainen is te gevaarlijk. In Nederland is het in alle opzichten veiliger, ook voor je benen. De straten en paden zijn geschikter. Je hebt alleen maar last van fietsers.”
Olympics
Het is duidelijk: als de voorzieningen ontbreken, is het moeilijk om mensen te motiveren. “Er worden hier te weinig wedstrijden georganiseerd. De enige plaatsen waar je kan trainen zijn korte banen van 100 meter, het Will Axwijk Stadion en het André Kamperveen Stadion.
“Het gaat om de prestaties. Die moeten omhoog”, betoogt Vriesde. “Wat er nu aan atletiek gebeurt is niet professioneel.
De organisatie moet worden verbeterd. Zeker, er worden trimlopen en wandelmarsen georganiseerd, maar dat is niet meer dan georganiseerd slenteren. Er is geen competitie, geen wedstrijdverband. De Surinaamse marathon heeft nog veel te weinig Surinaamse deelnemers die serieus meedoen.”
Dit jaar gaan twee atleten naar de Olympische Spelen in China: Jurgen Themen op de 100, 200 en 400 meter en Kirsten Nieuwendam op de 100 en 200 meter. “Het is natuurlijk heel aardig dat Suriname is vertegenwoordigd in Beijing, maar je kunt je afvragen of dit serieuze deelnemers zijn.” Jurgen noch Kirsten hebben zich gekwalificeerd, er is geen Olympische limiet gesteld. Ze gaan op een zogeheten ‘wildcard’.
“Het is eigenlijk een schande dat na al die jaren er nog steeds atleten op een wildcard aan de spelen meedoen”, vervolgt Vriesde. “Alleen met zwemmen zijn we iets verder gekomen. Gordon Touw Ngie Tjouw is wel gekwalificeerd.” Toch deed ze zelf ook één keer mee op een wildcard; in 1988 bij de Spelen in Seoel. Ze had toen overigens wel de Olympische limiet gehaald. Tot ieders verrassing wist ze de halve finale te bereiken. Daarna heeft ze zich altijd gekwalificeerd.
Doping
Haar succes op de 800 meter van Göteborg in 1995 wordt algemeen beschouwd als een belangrijk bewijs van haar comeback. Het was de kroon op een goed seizoen, dat volgde op een minder fortuinlijke periode. In 1993 en 1994 leek het gedaan met de atletiekloopbaan van Letitia. Een enkelblessure en privé-problemen deden haar zelfs overwegen om maar voorgoed te stoppen. Er zijn in het leven van een topatlete vaker van dat soort momenten, waarin diepe twijfels overheersen. Niet zo lang geleden, in 2003, kwam de grootste dreun, beter bekend als de ‘cafeïnekwestie’. Op de Pan American Games in de Dominicaanse Republiek in juni 2003, loopt ze geen geweldige tijd (2:02:93), maar eindigt toch als eerste. De eerste drie worden altijd getest op doping. Letitia wist dat, maar maakte zich geen zorgen. Een dag na de zege kwam ‘Chef de Mission’ Lammy bij haar binnen. Of ze even mee wilde gaan om de testuitslag te bespreken. “Hmm, wat raar. Wat valt er te bespreken? Een uitslag is positief of negatief. Bovendien: testresultaten bespreek je niet, alleen het resultaat telt.”
Letitia maakte de enveloppe open en las het resultaat. Er was cafeïne aangetoond. “Och, ’t is maar cafeïne”, protesteerde ze nog. “Maar dat staat wel op de verboden lijst”, was het antwoord. Toen nog wel. Er was al lang sprake van dat cafeïne van de lijst zou verdwijnen. Op 1 januari 2004, nog geen half jaar later, is dat inderdaad gebeurd. Letitia ondertekende de verklaring. Wat kon ze anders doen?
Koffie
Voorzitter Gerard van Dijk van het Surinaams Olympisch Comité, verklaarde later dat er een waarde van 13.4 microgram per milliliter was aangetroffen. De toegestane hoeveelheid is 12 microgram per milliliter. Na de contra-expertise bleek haar urine 12,65 microgram cafeïne per milliliter te bevatten. Een fractie boven de grens dus, maar nog steeds breekt ze het hoofd over de oorzaak van dit promillage. Ze herinnert zich wel dat ze twee á drie koppen Zuid-Amerikaanse koffie had gedronken en enkele cafeïnepillen had geslikt. Dat deed ze wel vaker. Het kan zijn dat ze te weinig heeft gedronken, waardoor er een concentratie in de urine terecht is gekomen. “Het viel me al op dat mijn urine zo geel was tijdens de controle.”
Maar het ergste kwam nog. Bij aankomst op Schiphol bleek dat alles al in de krant stond. In Santo Domingo konden ze niet zeggen hoe het nieuws naar buiten was gekomen. Later bleek dat de voorzitter van de Pan Am Games, Mario Vasquez-Raña, een persconferentie had gehouden, waarin het inleveren van de medaille ter sprake kwam en dat dit meteen het einde van haar carrière zou betekenen. Hij had gesuggereerd dat ze wel achttien liter koffie moest hebben gedronken.
Ondanks alle commotie was iedereen het er snel over eens dat deze overtreding slechts bestraft moest worden met een openbare waarschuwing en geen schorsing. Dat betekende dat deelname aan het daaropvolgende WK in Parijs niet in gevaar kwam. Wel was ze haar medaille kwijt.
Schoolsport
Wedstrijdlopen doet ze niet meer. Die ambitie is weg. “Wat wil je. Ik word dit jaar 44. Alle aandacht voor mijn gezin.” Haar afscheidswedstrijd kreeg ze jaren geleden al, in Hilversum in 2005. ‘Mooie symboliek’, schreef dagblad NRC in een verslag op 5 september 2005. ‘Atlete Letitia Vriesde die in oranje jack met de opdruk ‘Nederland’ een oorkonde krijgt uitgereikt, omdat ze door de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU) tot lid van verdienste is benoemd. Het kenmerkt Vriesde, die in Nederland woont, maar voor Suriname liep en gisteren in Hilversum temidden van haar Surinaamse familieleden en vele Nederlandse vrienden afscheid nam als middellange afstandsloopster. Een monumentale sportcarrière is ten einde.’
Een jaar na de verzuchting in Athene is het dan dus toch voorbij. Maar haar zorg over de ontwikkeling van de atletiek in Suriname heeft ze nooit onder stoelen of banken gestoken. Ze is lid van de Commissie Toezicht Schoolsport Projec-ten, om de georganiseerde schoolsport weer terug te brengen. “Als sport aan de basis wordt ontwikkeld en het is goed georganiseerd, dan wint het aan status en komt de rest vanzelf.” Dit jaar al moeten de schoolcompetities gaan draaien met voetbal, atletiek en judo.
Suriname
De onvermijdelijke vraag. Wat zal het worden, Suriname of Nederland? “Is dat nog niet duidelijk dan?”, vraagt ze quasi verbaasd. Oké, Suriname dus. En waarom dan wel? “Het is leuk in Nederland, maar Suriname kan nog leuker zijn. Je komt hier tijd te kort. Never a dull moment.”