Hoe eco is eco?
Wie een korte rondgang langs enkele toeristische bedrijven en organisaties maakt die eco-reizen aanbieden, komt al snel tot de conclusie dat men met de toevoeging eco, een verblijf in de natuur bedoeld. Ecotoerisme is synoniem voor natuurtoerisme geworden. Een theoretisch filosofische beschouwing. Ecologie is het onderzoek naar de invloed van de mens op de ruimte waarin de mens verkeerd en omgekeerd naar de symbiotische relatie tussen mens en milieu, ook wel eco-filosofie genoemd. Ecologie is daarnaast de technisch georiënteerde bestrijding van de milieuproblematiek, waarbij op fundamenteel niveau de betrekking tussen mens en omgeving centraal wordt gesteld. Dat is iets waar touroperators in Suriname zich beslist niet mee bezig houden. En als je de prijskaartjes ziet die aan een gemiddelde tocht van drie dagen hangen, kan je vaststellen dat eco in de meeste gevallen waarschijnlijk een afkorting is van eco-nomisch. De betekenis van dat woord kennen we allemaal.
Theorie
Binnen de ecologie wordt onderscheid gemaakt tussen ‘deep ecology’ en ‘swallow’ ecology. Deep ecology is een sterk ontwikkelde variant van ecocentrisme en werd door de Noorse filosoof Arne Naess in 1973 ingevoerd. Het vergt een werkelijkheidsopvatting die sterk verschilt van de in de Westerse cultuur gangbare opvattingen. Zij wordt gekenmerkt door een intuïtief besef van de eenheid van alle leven, met inbegrip van de mens , als een ongebroken eenheid die een inherent dynamisch karakter heeft. Behalve een filosofische theorie is ecologie vooral ook een met die theorie nauw verbonden levenspraktijk, die sterk spirituele trekken vertoont. Zoals in de natuurbeleving van de Inheemsen en Marrons in ons land.
Ecologie plaatst dus de natuur in het middelpunt en valt te bezien als een kritiek en alternatief voor het antropocentrisme, dat de mens centraal stelt en alleen het menselijk leven als waardevol ziet. Ecologie is ruimer omdat het ook de niet levende natuur omvat. Zij ziet de mens als deel van die natuur en niet alleen in biologische zin. In de radicale versie van ecocentrisme zien moderne filosofen de mens als ondergeschikt aan de natuur. In de gematigde versie accentueren zij het eigene van de mens, daarbij gaat het om participatie aan de natuur met behoud van de eigen en onvervreemdbare inbreng van die mens met name ten aanzien van diens Normen en Waarden. Anders gezegd: het stellen van grenzen aan de onverzadigbare economie. Een grens stellen aan het antropocentrisch denken ,dat aan de waarde van natuurlijke hulpbronnen uitdrukking geeft in geld (bauxiet, olie en goud).
Verlichting
De filosofen van de Verlichting in de zeventiende eeuw, koesterden hoog gespannen verwachtingen voor de toekomst; een nieuwe wereld. Het Verlichtingsideaal is een wereld bewoond door autonome mensen, en de trefwoorden van de Verlichting zijn: redelijkheid en ratio, wederzijds respect, en vertrouwen. Politieke filosofie die de Verlichtingsidealen centraal stelt, wordt geconfronteerd met de vraag hoe een samenleving van mondige individuen mogelijk is. Ethiek en moraalfilosofie stellen zich de vraag of een goed mens een andere is dan een goede burger, een goed mens hoeft immers niet per se een goede burger te zijn en andersom.
De Verlichting gaf wetenschappelijke successen te zien en een splitsing van kerk en staat. Kortom, er werden nieuwe wegen gezocht voor de mensen. Het drama van de Verlichting bestaat hieruit dat succes en waarheid weliswaar met elkaar verstrengeld zijn, maar niet zonder meer synoniem.
De invloeden van het Verlichtings-denken uit de zeventiende eeuw strekken zich uit tot in onze tijd en waren de prelude voor de huidige welvaartsstaat. Wij zitten nu met de gevolgen van dit denken en staan wederom op de grens van radicale veranderingen in ons bestaan. Politici in de westerse democratieën hebben de neiging te wijzen op hun goede bedoelingen en schuiven de gevolgen van hun daden met een ‘niet zo bedoeld’ van zich af. Zij gokken op onze sympathie. Sympathie bepaalt immers voor een groot deel ons handelen en gaat over de grenzen van ons rationeel handelen en denken heen.
Religieus
Wij leven in een pluriforme maatschappij en een eerste stap om in een samenleving van vreemden te kunnen functioneren is de erkenning van een levensbeschouwelijke pluriformiteit. De nadruk ligt daarbij al lang niet meer bij een opvatting van waarden zoals ‘vroeger’ werd ingegeven door ouders en leraren. Ook op religieus gebied kiezen velen voor een andere opvatting dan de traditioneel gebruikelijke binnen de samenleving, los van inmenging door de staat, de kerk, of het ouderlijk gezag. Wij kunnen alleen onszelf aanspreken als het fout gaat en daarom ligt het accent van de verlichting op onthouding in zaken betreffende onze levensbeschouwelijke opvattingen. De enige plicht van de overheid is het scheppen van ruimte om de burger in staat te stellen zijn of haar vrije keuze te maken.
In deze tijd gaat het allang niet meer om de vreemden in onze eigen straat, buurt of land maar we worden gedwongen na te denken over het lot van vreemden ver buiten onze grenzen. Een levenshouding waarin sympathie betrokken is kan veel problemen helpen verminderen, en het helpt bij de acceptatie van de andersheid van anderen. Levensbeschouwingen presenteren keuzen en daarmee grenzen, maar grenzen kunnen vervagen en dan lijkt alles mogelijk te worden, afhankelijk van de gemaakte keuze. Daarmee komt de gehele verantwoording bij het individu te liggen. De enige grens die de ratio kent, is de onontkoombare grens van de eindigheid en de beperktheid van de natuurlijke hulpbronnen, waar we over beschikken. Alle andere grenzen veronderstellen normen, en wat wij nodig hebben is een heldere visie waardoor wij onszelf en de ander duidelijk kunnen maken wat duurzaam is en wat waardevol.
Zijn we wel in staat tot een bestaan waarin wij die grenzen trekken? Ook sympathie heeft een grens die voor ieder individu anders ligt. Er is weinig sympathie op te brengen voor de kleine en grote vervuilers van straat en water. Nog minder voor de lieden in Suriname die het eigen volk vergiftigen met kwik en ons water onbruikbaar maken voor de toekomst. Pater Toon heeft aan de alarmbel getrokken om duidelijk te maken dat de grenzen niet alleen zijn bereikt maar inmiddels ver zijn overschreden.
Ook moet Suriname met alle andere landen in ontwikkeling strengere eisen stellen met betrekking tot de veiligheid en bescherming van het milieu. In technisch hoogontwikkelde landen zoals Canada , de Verenigde Staten en met name Europa, is al lang geleden een wetgeving daaromtrent in werking getreden. Daardoor kost het bedrijven miljoenen euro’s meer om in die genoemde gebieden bijvoorbeeld een sterk vervuilende industrie op te zetten zoals een aluminiumfabriek. De kans is zeer groot dat honderden kilometers in de omtrek geen grasspriet meer zal groeien en alle leven uit en om het water zal verdwijnen inclusief de zeeschildpadden en de dolfijnen!
De reden dat men elkaar verdringt om in Suriname een dergelijke fabriek te vestigen mag duidelijk zijn: de vervuiler wordt niet gehinderd door enige wetgeving omtrent deze vervuilende industrieën. Dit geldt voor de meeste zware industrieën. Nu er een prijskaartje aan de watervoorraad hangt, zou het kunnen dat de politici wakker worden en sympathie voor onze aarde en haar hulpbronnen kunnen opbrengen.
Er is een bovennatuurlijke achtergrond in de milieucrisis en het roer moet radicaal om! De religieuze invalshoek van inheemsen en marrons, religies die nauw verbonden zijn met de natuur, hebben ecologie en zelfs ecocentrisme als basis. En zij kunnen mogelijkerwijs als eerste gesprekspartners aan bod komen, want het wegsnijden van deze metafysische antropologische basis ontneemt de milieufilosofie haar radicaal veranderende karakter. Onze prachtige natuur kan werken als een katalysator: iets wat een verandering in anderen teweeg brengt zonder zelf aan verandering onderhevig te zijn.