Dyugudyugu in de polder
En weer moest een alom bekende straatnaam plaats maken voor een nieuwe, die -zo leert de Surinaamse geschiedenis- door het volk toch niet zal worden gebruikt. Deze keer niet in hartje stad, maar op boiti. Leiding 11 werd omgedoopt tot de Saboerdar Janmohamedweg, tot ongenoegen van vele bewoners. Met als gevolg dyugudyugu in de polder.
We spreken al decennialang niet meer van het Oranje- en Gouvernementsplein. Dat is logisch, die namen passen niet meer in een onafhankelijk Suriname. Ze verwijzen naar een tijd uit het verleden en zijn door de geschiedenis lang en breed achterhaald. Maar dan de Henck Arron-, Frederikus Derby-, Johan Adolf Pengel- en Jaggernath Lachmonstraat; straatnamen die al jaren geleden zijn ingevoerd, maar die maar niet lijken in te burgeren.
Waarom eigenlijk niet? Waarom blijven we het met z’n allen steevast hebben over de Gravenstraat, de Rust en Vredestraat, Wanicastraat en Coppenamestraat? Zijn de betreffende heren niet populair genoeg? Of is de gewone man (en vrouw) op straat wars van deze overbodige mutaties en houdt men het liever op het oude vertrouwde?
Hoe dan ook, lanti had hiervan kunnen leren dat ze de straatnamen voortaan maar beter laten voor wat ze zijn. ‘If it ain’t broke, don’t fix it.’ Ze hoeven maar eventjes rond te kijken om te zien dat er genoeg andere dingen gefikst mogen worden. Maar nee, laten we liever eerst iedereen wederom verwarren door een andere naam te geven aan weer zo’n straat die we met z’n allen blindelings wisten te vinden.
Als het op straataangelegenheden aankomt, was op Leiding 11 tot voor kort het enige onderwerp van gesprek: de erbarmelijke staat van het wegdek. Alle bewoners, van voor aan de Commissaris Weythingweg tot achter aan de Menkenbergstraat, zijn het er steevast en unaniem over eens: daar moet echt eens wat aan gedaan worden. Leiding 11 is met 9a de enige Leiding die nog altijd onverhard is. En dat leidt tot grote ergernis (èn hoge autoreparatiekosten) voor elke paé, maé, babu en mai.
Patyapatya
Het kan je niet ontgaan, als je de straat indraait, want juist aan het begin is deze patyapatya pasi er het ergst aan toe. Bij de ‘plaats delict’ kun je je afvragen of de hoogwaardigheidsbekleders onlangs ook laarzen droegen, onder hun pakken. Want de weg is er inderdaad erg aan toe deze regentijd. Ik bagger me een baan door de plassen en zoek enkele betrokkenen op. Allereerst naar de mensen van de winkel op de hoek, naar wiens familielid de straat onlangs is genoemd, waar we praten met de echtgenote en zoon van wijlen Saboerdar Janmohamed. Er is net een feestje geweest, met minister Hassankhan van Binnenlandse Zaken en nog enkele andere Hindostaanse heren, ter ere van het nieuwe naambord dat op de dag van Herdenking 135 jaar Hindostaanse immigratie op feestelijke wijze werd onthuld.
“Maar wij wisten van niets”, vertelt moeder. “De overheid heeft gekozen voor de naamswijziging. Wij zijn ook niet gevraagd of zo”, verdedigt haar zoon zich. Mevrouw Janmohamed vertelt verder: “We hebben eigenlijk altijd aan de Commissaris Weythingweg gewoond, hier schuin tegenover. Mijn zoon is hier zestig jaar geleden geboren. We waren toen net verhuisd. Mijn man is niet lang daarna overleden.” Over de totstandkoming van de nieuwe straatnaam kan ze helaas weinig melden. “Vraag het maar aan de minister, wij hebben er niets mee te maken.”
Jammer genoeg woont de minister niet op Leiding 11. Wie er wel woont is ressortraadslid Kasandimedjo. Hij is niet direct tegenstander van een naamswijziging, maar wel fervent voorstander van een democratische gang van zaken. Om de gevoelens die er onder de bewoners leven eenduidig over te brengen aan de betrokken instanties, heeft hij handtekeningen verzameld van mensen die zich ook niet kunnen vinden in de loop der gebeurtenissen. “En wat blijkt? Vrijwel iedereen heeft z’n handtekening gezet”, aldus Kasandimedjo, terwijl hij een kopie van de lijst laat zien.
“Dit is inderdaad een overwegend Javaanse straat, om het zo maar te noemen. Negentig procent van de bewoners is van Javaanse afkomst. Maar dat heeft er niets mee te maken. Kijk, ook de Hindostaanse bewoners hebben getekend. Ook zij zijn het er niet mee eens.”
Sentimenten
‘Leidingen’, zoals het ressort Saramaccapolder in de volksmond wordt genoemd, is een overwegend Hindostaans gebied. Leiding 11 vormt hierop echter een Javaanse uitzondering. En wellicht dat daar de schoen, slipper of tip-tip nog wel het meest wringt. Zou de vertrouwde naam plaats moeten maken voor de naam van een voormalige straatgenoot van Javaanse afkomst, dan zouden de sentimenten waarschijnlijk heel anders liggen.
Kasandimedjo is het daar niet helemaal mee eens. Hij, en vele anderen met hem, vinden het vervelend dat het nu lijkt op een ‘familiestraat’, een soort eigen weg van de familie Janmohamed. “Zij wonen op de hoek en nu is de straat ineens naar hen vernoemd.” Persoonlijk heeft hij niets tegen die familie. “Niemand in de straat, denk ik. Ze gaan alleen niet zo geweldig om met de weg. Meerdere malen is aan ze gevraagd om te zorgen voor een deugdelijke waterafvoer, maar als enigen laten ze hun water nog altijd dwars over straat lopen, waardoor er diepe geulen ontstaan. Kijk hoe de weg er daar uitziet. En nog erger: alle rommel erlangs. Om je voor te schamen, als mensen je komen bezoeken.”
Jaren geleden kwam al eens iemand op het idee om de straat te vernoemen naar een vooraanstaande Javaanse bewoner, één van de eerste bewoners van de straat, die zich verdienstelijk had gemaakt voor de buurt: de heer Samijadi. Maar Pak Samijadi zelf vond het totaal niet nodig en stemde tegen. En dat was dat. Alles bleef netjes bij het oude. Maar nu werd het alsnog moeilijk gemaakt.
Weigering
Op 4 juni, de dag voor de viering van 135 jaar Hindostaanse immigratie, schreef Times nog: ‘Geen vernoeming straatnamen en decoraties bij viering Hindostaanse immigratie’. In het stuk viel te lezen dat de commissie ‘Herdenking 135 jaar Hindostaanse Immigratie’, voorgezeten door Asiskumar Gajadien, graag had gezien ‘dat de Leidingen vernoemd werden naar belangrijke personen van Hindostaanse komaf’. Ondanks weigering van de regering, zo meldde Times, was de commissie zeer tevreden met de organisatie. Het terrein rond het monument van Baba en Mai aan de Kleine Combéweg, kreeg van de regering in elk geval de status van ‘plein’, dus dat hadden ze op straatgebied gewonnen. Hoe kon het dan gebeuren dat op 5 juni weliswaar niet alle Leidingen, maar wel de meest Javaanse van allemaal, toch een Hindostaanse naam kreeg?
Kasandimedjo ging meteen na de onthulling van het straatnaambord op onderzoek uit. Hij nam het initiatief om enkele brieven te versturen, teneinde wat opheldering te verkrijgen. Maar dit leverde tot nog toe weinig op. “Districtscommissaris Soekarnsingh was totaal niet in kennis gesteld”, zegt Kasandimedjo, terwijl hij ons een brief van de dc van 12 juni 2008 overhandigt, waaruit dit inderdaad blijkt: Voor ‘nadere informatie’s’ verwijst de burgervader naar de Commissie Straatnaamgeving.
De enige ‘nadere informatie’s’ die deze commissie, gevestigd in het CBB-kantoor aan de Coppename-, euh, Jaggernath Lachmonstraat, kon verschaffen was dat daar ook niets bekend was omtrent een straatnaamwijziging op Leidingen. Omdat zijn brieven aan de dc en de commissie ‘Herdenking 135 jaar Hindostaanse Immigratie’, die Kasandimedjo verzocht heeft om de naamswijziging terug te draaien, niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd, heeft het ressortraadslid ook president Venetiaan aangeschreven. “Helaas is daar tot dusverre nog geen reactie op teruggekomen.” Maar het mag duidelijk zijn dat het de mensen van Leiding 11 menens is. Ze wonen misschien wel boiti, maar zijn echt niet van gisteren.
Auteur: Edwino Da Silva