Ideologie in de politiek
Suriname: een natie verscheurd door ondeskundige leiders, raciale politiekvoering en politici die het van nature vreedzame volk schaamteloos verdelen teneinde hun eigen machtspositie te consolideren. De Surinaamse burger, ploeterend in een ‘samasama’ van politieke leiders, economische wantoestanden en een overheid die de intelligentie van het volk beledigt en haar burgers slechts halve waarheden en complete leugens verkoopt. Wat is hier de oorzaak van? En belangrijker nog, wat is het antwoord hierop?
Onze huidige situatie heeft voor een groot deel te maken met een achterhaalde wijze van politiekvoering. Etniciteit speelt in plaats van ideologie nog steeds een belangrijke rol in de wijze waarop de burgers stemmen. En de wijze waarop partijen hun politieke campagne voeren. De gedachte hierachter is dat ‘eenheid in verscheidenheid’ een samengaan van verschillende politieke groeperingen mogelijk maakt, zonder de eigen identiteit op te geven.
De slogan ‘Eenheid in verscheidenheid’ vindt haar grondslag in één van de oudste Hindoe-geschriften: de Rig-Veda. Dit geschrift gaf als betekenis van deze gedachtegang mee, dat alle menselijke wezens een universele gelijkheid delen. Deze stelling werd in een politiek daglicht geplaatst door de Indiase politicus Nehroe. Hij bezigde de slogan met als doel om de geplande aansluiting van het overwegend Islam-georiënteerde Kashmir, bij het overwegend Hindoe-georiënteerde India, in goede banen te leiden.
De politieke vertaling naar de Surinaamse situatie hield voor die tijd, zeg maar een halve eeuw geleden, in dat eenheid in verscheidenheid het mogelijk maakte voor de VHP om met de NPS (of de voorlopers daarvan) samen te werken. Zonder dat de achterban van beide groepen hoefde te vrezen voor verlies van het eigene en belangrijker nog voor overheersing door het andere.
Broederschap
Het Suriname van toen was er de oorzaak van dat deze stelling levensvatbaar werd. Eenheid in verscheidenheid werd, evenals broederschap, een politieke strategie met als doel het emancipatieproces onder bepaalde delen van het Surinaamse volk een plaats te geven. En om een zekere onderlinge nivellering en harmonisering tot stand te brengen. Deze strategie werd geïntroduceerd in een periode waarin de lichtgekleurde creoolse bevolking in alle sectoren van de maatschappij de boventoon voerde. De nakomelingen van de contractarbeiders echter waren in de periode daarvoor door gouverneur Kielstra (1933-1944) opgesplitst naar bevolkingsgroep en buiten het zicht gehouden van het toenmalige Paramaribo. Het kiesstelsel was in die jaren daarna ook nog zodanig ingericht dat er consequent een onevenredige vertegenwoordiging was van de personen in de districten ten opzichte van personen woonachtig in Paramaribo. Politieke partijen zoals de VHP, die hun aanhang vooral hadden onder de districtsbewoners, waren door dit systeem dus gedoemd tot een minderheidsinbreng in het bestuurscentrum van Suriname. Een bondgenootschap met een partij die een grotere inbreng kon hebben in het bestuurscentrum, leek het enige alternatief.
Daaruit vloeide voort: ‘Eenheid in verscheidenheid, de blauwdruk om gezamenlijk bestuurlijke macht te verkrijgen en toch het eigene te behartigen, te behouden, te begunstigen.’ Maar… de tijden zijn veranderd en deze stelling, hoewel goed bedoeld, is achterhaald; de moor heeft zijn werk trouwens al gedaan en de moor moet dus gaan.
Beloftes
Wie nu naar de huidige coalitie kijkt ziet duidelijk een vertegenwoordiging van de grootste bevolkingsgroepen van Suriname. Daarmee is echter ook alles gezegd. Bij de laatste verkiezingen zijn er maar weinig concrete verkiezingsprogramma’s aan te pas gekomen. En bij gebrek hieraan heeft de kiezer gekozen op basis van beloftes die in het wilde weg werden gedaan en aan een groep die men dacht te vertegenwoordigen. Een ideologische basis die de gewenste ontwikkeling van Suriname op lange termijn moest blootleggen, was zonder meer afwezig. Door het ontbreken van zo’n basis is men teruggevallen op het stemmen en campagne maken via etnische zuilen.
Inherent aan het stemmen op etnische basis is het patronagesysteem. Immers, als men op een partij stemt omdat de leiders van dezelfde etnische groep zijn en ook langs deze lijnen belangen beloven te behartigen, verwacht men ook op basis daarvan geaccommodeerd te worden. Dat systeem kan in deze moderne, globaliserende wereld niet of nauwelijks meer toegepast worden en eist nu onverbiddelijk zijn tol. Het is tegenwoordig simpelweg onmogelijk om iedereen te accommoderen bij lanti (het overheidsapparaat puilt zienderogen uit). Het verlenen van vergunningen aan ondeskundige partijloyalisten straft het marktmechanisme ongenadig af. En zelfs het toeschuiven van donorprojecten aan eensgezinden kan, wegens een verscherpte internationale controle daarop, niet of nauwelijks meer plaatsvinden.
Muurvast
Verder heeft de huidige coalitie heel weinig armslag, zit muurvast en met zichzelf in de knoop. Hoge functies zijn niet bezet op basis van deskundigheid maar op basis van partijpolitieke loyalisten. Er zijn totaal geen antwoorden op nijpende vraagstukken en consequent beleid is op vrijwel alle niveaus zoek. Men handelt op basis van enge groepsbelangen en vreest absoluut niet voor represaillemaatregelen (chantagepolitiek). Ministers moeten elkaar bijstaan om vooral de minimale kennis te bundelen, om zo uit de problemen te komen. En dan nog komt daar weinig van terecht.
Acties en stakingen zijn aan de orde van de dag, het gebrek aan uitvoeringscapaciteit is overduidelijk, we zitten met een Tjon A Hung-rapport in onze maag dat onuitvoerbaar is en aan het grond(wan)beleid kan niet eens de president een touw vastknopen. Kortom: een groot gebrek aan visie, deskundigheid en vermogen tot beleid. Maar, vreemd genoeg, wel een evenredige etnische vertegenwoordiging. Een duidelijker beeld van het feit dat juist datgene niet werkt, kan men eigenlijk niet krijgen.
Toekomst
Suriname beschikt anno 2008 over een steeds groter wordende groep intellectuelen die zich geen knollen voor citroenen laat verkopen en, op weg naar de verkiezingen in 2010, zaken kritisch zal analyseren. Intellectuelen die een politiek thuis zoeken en nimmer zullen stemmen op partijen zonder visie en verkiezingsprogramma’s. Ze zoeken naar bekwame en eerlijke leiders die niet eens van dezelfde etnische achtergrond hoeven te zijn, maar die wel hun problemen en die van het land op kunnen lossen. Leiders die vooral open staan voor kritiek en verandering. De shift van politiekvoering op basis van etniciteit, naar politiekvoering op basis van ideologie moet nú worden gemaakt. Anders zullen partijen compleet van de politieke kaart worden geveegd.
Bij de laatste verkiezingen in 2005 heeft het volk eigenlijk al een vingerwijzing in die richting gedaan en mede daardoor werd de NDP, een partij die geen etnische bestaansbasis heeft of had, de grootste. De macht ligt dus bij het volk en daar zij er nu genoeg van heeft zal het systeem ook moeten veranderen. De politieke krachtmetingen en openlijke politieke bevoordeling van mensen die op elkaar lijken zullen op het volk zelf geen indruk maken en snel tot het verleden behoren.
Het is duidelijk dat het volk zich moet uitspreken tegen etnische politiekvoering, etnische partijvorming en ondeskundigheid. Anders is er voor Suriname geen verbetering in zicht. De race naar de verkiezingen van 2010 is nu al begonnen en het wordt in ieder geval een spannende rit. Laten wij in het belang van Suriname onze leiders nu al wijzen op het feit dat wij geen genoegen zullen nemen met achterhaalde beloftes en opzettelijk volksbedrog. Nu is de tijd, nu moeten wij daden zien. Draidrai na lasi!