Knokken tegen losse handjes
Jenny (19) wordt mishandeld door haar vriend. Wekelijks wordt zij geslagen en probeert hij ook haar sociale leven te controleren. Ze mag van hem niet werken en ook geen contact met haar vriendinnen hebben. Zij is niet de enige die te maken heeft met huiselijk geweld. Vorig jaar werd in Suriname 1.776 keer aangifte gedaan bij de politie. Het werkelijke aantal is waarschijnlijk nog veel hoger, want ook schaamte speelt een grote rol.
“Toen ik Bryan net leerde kennen, was hij echt heel erg lief voor me. We zijn bijna gelijk samen gaan wonen. Dat ging een paar weken goed. Totdat hij weer contact kreeg met zijn ex-vriendinnen. Ik werd heel boos. Dat was de eerste keer dat hij mij sloeg. Ik begreep het wel, ik had echt een hele grote mond en was gewoon fout bezig. Maar nu slaat hij mij echt om de domste dingen, zonder reden. Het lijkt voor hem wel een grap. Ik mag van hem ook geen vriendinnen hebben, dus heb ik stiekem contact met hen. Zij brengen mij op het slechte pad, vindt hij. Hij belt me steeds waar ik ben. Ook zijn zus controleert alles: wat ik aantrek, hoe lang ik wegblijf. Dat vertelt ze dan allemaal door aan mijn vriend.”
Jenny werd een paar keer zo zwaar mishandeld dat zij naar het ziekenhuis moest. “Hij gaf mij eens zo’n harde klap op mijn oor, dat mijn trommelvlies scheurde. Ook heeft hij mij ooit heel hard gebeten. Hij liet niet meer los. Die avond kwam hij niet naar huis, dus ik belde om te vragen waar hij bleef. Laat op de avond kwam hij lachend binnen. Dus ik was ook erg boos op hem, waardoor hij mij begon te slaan.
“Twee keer heb ik mijn spullen gepakt en ben teruggegaan naar mijn vader. Maar hij heeft het ook niet breed. Mijn vriend betaalt mijn school, anders zou ik nu nooit meer met hem samenzijn. Maar ik ben dus teruggegaan. Ik heb hem wel gezegd: ‘je slaat me niet meer, anders ben ik echt weg.’ Dat gaat nu al een paar weken goed.
“Hij probeert het me ook wel uit te leggen waarom hij zo doet. Het is vaak zo dat zijn ex-vriendinnen hem sms’en en dan ga ik hem uitschelden. Daar wordt hij weer heel agressief van. Nadat hij mij geslagen heeft, doet hij de uren erna altijd heel lief. Hij zegt ook altijd: ‘Sorry, ik zal het niet meer doen.’ Maar na een tijdje gaat het dan toch weer fout. Ik snap het niet, je kan toch gewoon praten? Waarom moet hij zijn handen op me zetten?”
Hulp
“Het duurt vaak een hele tijd voordat mensen erkennen dat ze een probleem hebben. Het is een heel lang traject”, vertelt Shurley Seetal, hulpverlener van de Stichting Stop Huiselijk Geweld Tegen Vrouwen. “Soms kan het wel twintig jaar duren voordat iemand hulp zoekt. Bij anderen gaat het weer sneller, die doen er bijvoorbeeld maar een paar maanden over. Het is per individu verschillend. Soms komen er mensen bij ons die al 65 jaar zijn. De meesten doen er zeven tot veertien jaar over om die stap te zetten. Slachtoffers twijfelen snel aan zichzelf of vinden dat zij zelf schuldig zijn. Ze leggen zich er vaak bij neer en proberen dan te overleven in plaats van echt te leven. Je leeft pas echt als je mentaal, lichamelijk en spiritueel met elkaar in harmonie bent. Is dit niet zo, dan ben je aan het overleven.”
Aan de hand van ‘de geweldscirkel’ probeert Seetal uit te leggen wat er in dergelijke relaties gebeurt. “Het begint zo subtiel dat je het vaak niet door hebt. Het is een soort isolatietechniek. Eerst deugt die ene vriendin niet, dan je zus ook niet. Zo raak je langzaam geïsoleerd en krijgt hij sociale controle.” Nadat er een uitbarsting is geweest, in de geweldscirkel aangeduid met ‘explosion’, komen de partners vaak weer in de ‘honeymoonfase’. “Dan is hij opeens wel een lieve en goede man. Hij verontschuldigt zich, is attent en respectvol. Het slachtoffer is dan hoopvol gestemd. De man heeft spijt van wat hij gedaan heeft en denkt: ‘Mi gado, wat heb ik nou weer gedaan?’ Er is niemand die ’s ochtends opstaat en denkt: ‘vandaag ga ik er eens op los slaan’.”
Kindertijd
“Het probleem gaat al terug naar de kindertijd, naar de wieg. Ouders zijn heel belangrijk, een moeder en een vaderfiguur. Als een vader altijd schreeuwt: ‘Je zal nooit wat bereiken, je bent niets waard’, leert het kind dat je juist met een grote bek wat bereikt. Je neemt het model van thuis aan. Als diegene later problemen krijgt en zegt dat hij wil veranderen, meent hij het ook echt. Hij heeft alleen geen controle.”
‘No Naki Ma Taki’ is de lijfspreuk van de Stichting Stop Huiselijk Geweld Tegen Vrouwen, beter bekend als Stichting Stop. ‘Niet slaan, maar praten’ is de boodschap die zij willen uitdragen. Vijftien jaar geleden is er een groep vrouwen bij elkaar gekomen en hebben zij een comité opgericht om vrouwen die worden mishandeld te helpen. Als snel werd dit comité een stichting en in de loop der jaren zijn zij zich steeds meer gaan specialiseren in deze ingewikkelde problematiek.
Mannen
Ondanks dat de naam van de stichting anders doet vermoeden, zijn ook mannen welkom. Daders én slachtoffers. Want ook mannen zijn steeds vaker doelwit van huiselijk geweld. Zo blijkt ook uit de rapporten van de Justitiële Dienst van het Korps Politie Suriname. In 2004 deden nog maar 36 mannen aangifte, vorig jaar waren dit er ruim 400.
“Maar voor iedereen geldt dat je er zelf wat aan moet doen”, meent Seetal. “Je hoeft niet te denken dat ik een toverstok in mijn la heb en alles zomaar goed maak. Als je jouw relatie wilt redden, moet je zelf de verantwoordelijkheid nemen. Daar moet je beginnen. Op het moment dat je de stap zet om hulp te zoeken, heb je al 50 procent van het traject doorlopen.” Dat geldt dus ook voor geweldplegers: “Het getuigt juist van grootheid als je bereid bent te erkennen dat jouw gedrag schade brengt aan je relatie. We hebben allemaal een krachtbron in onszelf. Je moet geloven dat je eruit kan komen. Maar zowel daders als slachtoffers schamen zich meestal. Ze houden het binnen en het is niet bespreekbaar.”
Brief
Dat geldt ook voor Jenny. Ze is nu helemaal niet gelukkig, maar schaamt zich te erg om hulp te zoeken. Toch gaat zij er zelf hard aan werken om te zorgen dat haar situatie verbetert. “Vroeger was ik wel verliefd op hem, maar nu echt niet meer. Het liefste had ik mijn eigen huis, dan hoefde ik dit niet allemaal mee te maken. Maar ik mag van hem niet werken en kan dus ook niet echt sparen. Hij geeft me per week wel iets van 150 srd. Voordat het moment komt dat hij mij weer gaat slaan, wil ik eigenlijk bij hem weg zijn. Nu ben ik niet gelukkig en ik wil volgend jaar niet weer dezelfde cd afspelen. Ik ga bij hem weg als hij op zijn werk is en laat een brief voor hem achter. Anders probeert hij mij tegen te houden. Maar als ik dit niet stop zet, wie gaat het dan doen? Niemand is het waard om in elkaar geslagen te worden.”
Auteur: Astrid Kroon
Stijgende lijn aangiftes
Huiselijk geweld kan verschillende vormen aannemen. Veelvoorkomend zijn geestelijke en lichamelijke mishandeling, maar ook seksueel en financieel geweld komen voor. Het is vaak een combinatie.
Uit onderzoeken van het Korps Politie Suriname en van Stichting Stop Huiselijk Geweld Tegen Vrouwen blijkt dat er vaak drugs en alcohol in het spel zijn. Deze middelen hebben een ontremmende werking op de geweldpleger. Hij of zij heeft zijn agressie niet meer onder controle, wat vaak leidt tot een uitbarsting van geweld. Vijftig procent van de vrouwelijke slachtoffers die zich bij Stichting Stop Huiselijk Geweld Tegen Vrouwen hebben gemeld, geeft aan dat hun partner verslaafd is aan alcohol, drugs of een combinatie van beide.
Het aantal slachtoffers is de afgelopen jaren flink gegroeid, zo blijkt ook uit deze tabel van het Korps Politie Suriname:
Onlangs tekenden zes ministeries een samenwerkingsconvenant om huiselijk geweld tegen te gaan. Daarnaast is er ook een Stuurgroep Huiselijk Geweld in het leven geroepen die het beleid op dit gebied moeten coördineren, monitoren en implementeren.