Mi tori: De kracht van een vrouw
Twee weken waren ze klaar met de verbouwing van hun woning. Twee weken heeft Bea kunnen genieten van haar huis, toen ging het op in de vlammen. Haar man liet daarbij het leven. Nu, vier jaar later, woont ze op diezelfde plek in een nieuwe woning. Ze is opnieuw begonnen, eerst met een kleine tweekamerwoning, onlangs uitgebouwd tot een ruime vierkamerwoning met garage.
Bea leerde haar man kennen op het werk. Hij kwam daar als klant. “Als je verliefd bent dan lijkt alles positief. De werkelijkheid zie je pas als je gaat samenleven.” Ze wilde niet direct trouwen, had al een perceel gekocht. Ze wilde bouwen, zodat zij haar broertjes en zusjes zou kunnen opvangen als die in de stad zouden komen studeren. Onder druk van de omgeving stapt ze op drieëntwintigjarige leeftijd in het huwelijksbootje. Drie jaar later krijgt het echtpaar een dochter.
Aan het begin van het samenwonen leert ze de lessen van het leven. “Je moet direct afspraken maken, als je later probeert zaken te veranderen dan is het veel lastiger. Die lessen krijgen we niet op school. Ik heb gezegd, mijn ouders hebben me niet geslagen, dus jij moet me ook niet slaan. En ik hou niet van shutters wassen en van kleren strijken. Die dingen heb ik in mijn huwelijk ook nooit gedaan.”
Minderwaardig
“Mijn man voelde zich een beetje minderwaardig, omdat ik meer had gestudeerd.” Als ze een plan had, hield hij haar tegen: ‘Nee, dat moet je niet doen!’ Daardoor voelde ze zich beknot. Hij vond, zij weet niet beter, hij weet beter. Hij kon niet tegen haar op, ging haar dwarsbomen. Hij wilde niet het gevoel krijgen, die vrouw heeft het weer gedaan.
“Hij probeerde mijn vriendenkring te beperken, me af te sluiten van de buitenwereld. Als ik ’s avonds om tien uur van les thuiskwam, zat hij op me te wachten. Ik moest dan brood voor hem klaar maken. Ik moest ook altijd voor hem uitscheppen. Hij was bang om het zelf te doen, want als hij het één keer zelf zou doen, dan kon het een vast patroon worden. Als vrouw moet je op twee fronten vechten. Je moet zorgen dat je man je niet ziet als moeder, maar als vrouw. En je moet de opvoeding die hij van zijn moeder heeft gekregen verbeteren. Als je als vrouw niet sterk bent, kom je weer in dezelfde cyclus terecht.”
Geweld
Twintig jaar heeft de relatie geduurd en in die twintig jaar heeft ze heel veel geestelijk geweld ervaren. “Lichamelijk geweld kun je zien met het blote oog, geestelijk geweld ziet men niet. Er is heel veel geestelijk geweld. En dan stel je je doelen uit, alleen om geen problemen te krijgen.”
Hij dreigde vaak, ‘ik steek de boel in brand’. Vroeger ging ze er niet op in. Maar de laatste keer dat hij het zei heeft ze wel gereageerd: ‘Dan doe het dan’. Daarna heeft hij het nooit meer gezegd. “Ik was naïef, ik wist ook niet dat er instanties waren voor hulp.”
Op een dag, er was een feestje geweest, ze hadden al opgeruimd, draaide hij buiten de schakelaar om. “Plotseling zaten we in het donker. Ik zat in huis met mijn dochter en twee bejaarde mensen. Hij dacht helemaal niet aan de mensen die in het huis zaten. Ik heb de politie gebeld. Mijn man is toen meegenomen. De volgende dag hebben ze hem weer losgelaten. Ik vond dat ze hem pas moesten loslaten als ik toestemming zou geven. Dus ik had geen vertrouwen meer in de politie.”
Vanaf die tijd is Bea wel alerter geworden, voor haar was de grens bereikt. “Ik heb strakker het voortouw genomen, ben op zoek gegaan naar een vrouwelijke advocaat, omdat ik daar meer begrip van verwachtte. Tegen mijn man heb ik gezegd: ‘Zoek een pick-up en neem alles wat in huis is, behalve een bed en matras. Dan moet je ergens gaan. Ik wil rust en ik wil niet meer met je leven’.” Uiteindelijk zijn ze bij een hulpverlenende instantie terechtgekomen. Bea vond daar hulp. Haar man werd doorverwezen naar een mannelijke hulpverlener. Binnen een jaar stopte hij de gesprekken.
Kracht
“Mannen, zodra ze zien dat een vrouw meer kan, dan voelen ze zich aangetast. De kracht van een vrouw wordt vaak tenietgedaan door de man. Het maakt niet uit of ze meer geschoold is of niet. Het ligt ook aan de opvoeding, als je als zoon door je moeder in de watten wordt gelegd, dan verwacht je later van je vrouw ook dat ze de verzorgende rol op zich neemt. En wanneer mannen geen moederliefde hebben gehad zoeken ze dat in hun relatie. Mannen hebben ook hulp nodig. Achteraf kan ik zeggen dat ik beter met een vertrouwde persoon had kunnen praten. We hadden niet alleen samen moeten praten, als we eerder hulp hadden gezocht en gevonden, dan was ons leven niet zo gegaan.”
Het is een zondag in september, in de middaguren. Die dag hebben ze een kleine woordenwisseling. “Hij was zichzelf niet, wilde mij en mijn dochter naar binnen trekken.” De buren zijn gekomen, omdat ze haar hoorden roepen en hebben haar en haar dochter ontzet. Vijftien minuten later zagen ze rook uit het huis komen. “Het ging zo snel, ik ben flauw gevallen en naar de EHBO gebracht.” Het huis is tot de grond toe afgebrand. Haar man kwam om in de vlammen. Heeft hij de daad uiteindelijk toch bij het woord gevoegd?
“Als weduwe in India had je vroeger drie mogelijkheden, je ging mee op de brandstapel, je trouwde met een jongere broer, indien voorradig, of je ging in een klooster. Mijn moeder was heel spiritueel, maar dit soort dingen heeft ze nooit geaccepteerd. Ze heeft geen onderscheid gemaakt tussen jongens en meisjes. Ze had twaalf hectare grond. Ze zei altijd: ‘Als ik er niet meer ben moet je het land gelijk verdelen, ieder krijgt twee hectare’.”
Studeren
“We waren heel arm en toch mochten alle kinderen studeren. Vanuit het district zijn we naar het internaat gegaan om onderwijs te volgen en we zijn allemaal iets geworden. Dat komt ook omdat mijn moeder vroeger niet naar de kweekschool mocht. De leerkracht van mijn moeder kwam thuis. Hij vroeg aan haar ouders of hij mijn moeder in de stad naar de kweekschool mocht sturen, op zijn kosten. Het mocht niet van mijn grootouders en mijn moeder is daar zó boos over geworden. Ze zei: ‘Ik mocht niet studeren, ik geef jullie de kans. Mocht het zijn dat je man komt te overlijden, of dat jullie gaan scheiden, dan moet je alleen op je benen kunnen staan, je moet grond onder je voeten voelen’.
“Mijn dochter en ik stonden die zondag op straat met alleen de kleren aan ons lijf, op slippers. Dat weekend had ik juist drie zakken met kleren weggebracht, naar een stichting, naar buren die het goed konden gebruiken. En de eerste persoon die binnenkomt na de brand reikt me een tas aan en zegt: ‘Kijk ik heb kleren voor je’. Toen heb ik gehuild.”
Na de rouwperiode is ze opgevangen door familie en kennissen. Met hulp van een psycholoog en een maatschappelijk werkster hebben ze het trauma kunnen verwerken. Bea werd voor de keuze gesteld: wilde ze het verleden achter een stenen muur verbergen, of achter harmonicagaas? Ze koos voor de stenen muur.
“Wanneer je het verleden goed kunt afsluiten krijg je meer energie om door te gaan. Als je blijft kijken in het verleden dan kom je niet vooruit, geen stap. Je dromen, je plannen zie je niet meer. Alle leuke positieve herinneringen, die moet je wel meenemen, want dat is je fundering om in je leven verder te kunnen gaan. Het moeilijkste punt was, dat ik niemand van de familie van mijn man heb gezien. Ik heb mijn hele leven klaar gestaan voor anderen, voor zijn familie, maar vanaf die dag van de brand heb ik niemand gezien. Ik heb ervan geleerd, als je iets doet, doe het niet met de verwachting iets terug te krijgen.
Bouwen
Drie maanden na de brand krijgt ze een nieuwe lening. De bank doet haar een voorstel om opnieuw te bouwen. Zes maanden na de brand, woont ze in een kleine tweekamerwoning. Alle materialen vanaf de spijkers tot de deuren, alles heeft ze zelf gekocht met de lening van de bank. “Als ik iets wil bereiken in het leven, mijn dromen, mijn doelen, dan heb ik dat altijd bereikt, ondanks tegenslagen.”
Vorig jaar heeft ze de kleine woning uitgebreid met een woonkamer en garage en nu woont ze in alle rust en gelukkig in haar huis. Groen is haar lievelingskleur. De vloerbedekking is zacht groen, het bankstel is appelgroen, de gordijnen zijn groen, zo ook het plafond. Er hangt een groene klok aan de muur en de lamp is groen. “Dit huis heb ik samen met mijn dochter gebouwd. We hebben alles samen gedaan, alle doelen hebben we samen gerealiseerd.
“Ik heb er heel veel van geleerd over het leven. Je moet niet leven voor het materiële, dat is niet het leven, steeds meer bezittingen. Je moet in jezelf investeren, je eigen ík op de voorgrond stellen. We verwaarlozen ons zelf, concentreren ons op andere dingen. Leef met wat je nodig hebt, in een ruimte die je prettig vindt.”
Relatie
Nu is ze 47 en ze ziet er uit als 27. Als ze ooit een andere man mocht tegenkomen in haar leven, dan wordt het in ieder geval een Lat-relatie. “Ik wil niet koken en geen kleren wassen. Ik wil geen verantwoordelijkheden voor een ander en omgekeerd ook niet. Als ik als vrouw alles zelf kan doen, dan heb ik dat ook niet nodig.
“Alles wat komt in het leven kun je beter accepteren. Als je de dingen niet accepteert kan je niet verder. Zoek niet naar schuldigen, maak van het leven hoe jij graag wilt leven. Had ik gezeten en getreurd, van die heeft dit gedaan en waarom is dat gebeurd, of waaraan heb ik dit verdiend, dan was ik niet verder gekomen. Alles in het leven kan gebeuren met een ieder, het gaat erom de kracht te ontwikkelen om eruit te komen. Die kracht zit in elke vrouw, je moet er alleen maar gebruik van maken.”