Beladen brieven
Het is wonderbaarlijk: terwijl iedere poli-ticus of andere hoog-waardigheidsbekleder bij de minste of geringste aantijging door de tegenpartij de weg naar de rechter weet te vinden, wuift vice-president Ram Sardjoe (73) de zeer ernstige beschuldiging door NDP’er Rashied Doekhie, dat hij zijn eigen dochter zou hebben verkracht, luchtig weg. Hebben de beladen brieven van zijn zoon Djayant Surindra daar iets mee te maken?
De aantijgingen van Doekhie, uitgesproken tijdens een Mammoetblok-bijeenkomst op 22 november in Nickerie, zijn niet geheel uit de lucht komen vallen. Al jaren circuleren in politieke kringen twee brieven van de in Den Haag wonende zoon van Sardjoe, gedateerd 3 augustus en 20 november 1999. Hij haalt daarin ongekend uit naar zijn vader. Djayant bevestigde eind 2007 telefonisch al tegenover een journalist van Parbode dat de brieven inderdaad door hem zijn geschreven. Hij beschrijft onder meer door zijn vader meerdere malen tot bloedens toe zijn mishandeld. Ook beweert hij dat zijn zus Maaltie door de huidige vice-president zou zijn verkracht.
Op basis van het telefonisch onderhoud met Djayant heeft Parbode destijds besloten niets met de brieven te doen, omdat werd getwijfeld aan zijn psychische toestand. De warrige inhoud van zijn geschreven onthullingen was daarbij een argument dat meespeelde. Bovendien weigerde de dochter in kwestie, Maaltie Ashim-Sardjoe, destijds te reageren.
In de brief van 3 augustus 1999 schrijft Djayant: ‘Weet men dat Ram Sardjoe zijn eigen dochter, de huisarts Maaltie Ashim-Sardjoe, in haar jeugd VERKRACHT heeft. Dit is de reden dat Ilse Biharie van hem is gescheiden. Dit heeft Ilse Biharie zelf aan haar oudste zoon sinds 6/90 bekend. Op deze manier probeerde Ilse Biharie het geheim te verraden via Djayant, haar oudste zoon’. Om enkele regels later op een geheel andere manier naar zijn vader uit te halen. ‘Weet u dat ik mijn vader (Ram Sardjoe) op 2/99 tijdens de winterperiode een JAS gevraagd had en hij het mij niet heeft gegeven?’
Maaltie heeft nooit aangifte gedaan. Dus óf Djayant heeft het verzonnen óf zijn zus wil de traumatische ervaring niet naar buiten brengen. Sardjoe kun je daardoor niet anders dan het voordeel van de twijfel geven, iedereen is immers onschuldig zolang het tegendeel niet is bewezen. Maar nu de inhoud van de brieven stukje voor stukje op straat komt te liggen en zelfs op politieke podia in de openbaarheid wordt gebracht, zou je van Ram Sardjoe een ferme reactie verwachten. De vice-president, die niet bepaald bekend staat als iemand die vergevingsgezind is, laat de zaak echter rusten.
Het meest vreemde aan de zaak is dat de bewuste brieven al jaren angstvallig door politiek Suriname buiten beeld worden gehouden. Vooral de coalitie huivert van de inhoud, de oppositie ziet het als een geweldig, én effectief, chantagemiddel. Een middel dat van tijd tot tijd boven tafel wordt gehaald om Sardjoe onder druk te zetten.
Zo gaat het verhaal dat Sardjoe rond het aantreden van de tweede regering-Venetiaan, in 2000, tijdens een vergadering met alle partijtoppers de frauduleuze handelingen van politici tijdens het tijdperk-Wijdenbosch aan de kaak wilde stellen. Waarop Djagendre Ramkhelawan (Democratisch Alternatief, sinds kort onderdeel van het Mammoetblok) luchtig met de bewuste brief begon te zwaaien en Sardjoe uitdaagde door te gaan. De meeste misstanden uit de periode Wijdenbosch zijn uiteindelijk nooit in de openbaarheid gekomen.
Beticht worden van de verkrachting van je eigen dochter zal niemand accepteren. Mocht de vice-president inderdaad een schoon geweten hebben, dan kan en moet hij via de rechter zijn naam zuiveren. Dat hij het allemaal roerloos over zich heen te laten komen, draagt ertoe bij dat Sardjoe steeds meer de schijn tegen over zichzelf afroept. Zo zijn de keiharde wetten in de politiek nu eenmaal. Het is ook niet zo ingewikkeld: sleep Doekhie voor de rechter, verklaar zelf dat de aantijgingen gelogen zijn en laat dat desnoods door de dochter om wie het gaat bevestigen. Sardjoe kiest daar niet voor en dat zal hem blijven achtervolgen.