Klimaatverandering kost miljarden
De Wereldbank heeft berekend dat de landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied miljarden euro’s economische schade zullen oplopen door de klimaatverandering. Latijns-Amerikaanse politici verwachten een extra inspanning van de geïndustrialiseerde landen om die crisis te lijf te kunnen gaan.
Stormen, droogte en over-stromingen zullen de landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied minstens 0,6 procent van hun bruto binnenlands product kosten. Dat zegt een studie van de Wereldbank waarvan de resultaten onlangs werden gepresenteerd tijdens een Latijns-Amerikaans congres over de uitdagingen van de globale financiële en klimaatcrisis. Het rapport stelt dat het bruto binnenlands product van de getroffen landen elke tien jaar met twee procent zal dalen als de frequentie van natuurlijke rampen toeneemt van één grote ramp per vier jaar naar één catastrofe elke drie jaar. Ook Suriname deelt in deze verwachte malaise.
Volgens het rapport is de gemiddelde temperatuur in Latijns-Amerika tijdens het laatste decennium gestegen met 0,1 graden Celsius. Bovendien heeft het continent de laatste tien jaar moeten afrekenen met uitzonderlijk sterke orkanen, overstromingen in Zuid-Brazilië, Paraguay en Uruguay en droogte in Chili, Zuidwest-Argentinië en Peru.
De Wereldbank voorspelt dat alle tropische gletsjers zullen wegsmelten en dat tropische ziekten steeds verder zullen uitbreiden. Bovendien zal het grootste deel van de bestaande ecosystemen verdwijnen. Latijns-Amerika en de Caribische landen beschikken over meer dan dertig procent van de bossen en 65 procent van de tropische bossen op aarde.
De productiviteit in de landbouwsector zal in Latijns-Amerika met twaalf tot vijftig procent zakken, afhankelijk van de ernst van de klimaatverandering. De Latijns-Amerikaanse en Caribische regio zijn goed voor twaalf procent van de globale landbouwproductie en drie procent van het wereldwijde aantal banen in de landbouwsector.
De economie van de Caribische regio dreigt tegen 2050 ongeveer vijf miljard euro in te schieten door verliezen in de visvangst en in de toeristische en farmaceutische industrie. Voor Suriname wordt vooral een verder verval van de vissector voorspeld.
Latijns-Amerika is verantwoordelijk voor twaalf procent van de wereldwijde uitstoot aan broeikasgassen. De regio zal maatregelen moeten treffen om die uitstoot niet te verhogen. “Daarvoor is geld nodig”, zegt Jamaicaans politicus Noel Arscott. “De vraag is waar we dat gaan vinden.” Zo zal Jamaica de komende vijf jaar anderhalf miljard euro moeten investeren in hernieuwbare energie, om de uitstoot van CO2 in te dijken.
“We moeten aanpassen aan de klimaatverandering”, zegt Lourdes Palacios, een politicus uit El Salvador. “En het geld voor de aanpassing moet uit de geïndustrialiseerde landen komen. Zij zijn degenen die de uitstoot moeten verminderen.”
In de slotresolutie stelden de deelnemers dat de grote ontwikkelingslanden moeten beloven om tegen 2020 hun uitstoot van CO2 te verminderen en de landen met regenwoud moeten worden gecompenseerd voor het behoud van deze bossen. Tijdens de internationale bosconferentie in oktober in Paramaribo werd deze eis ook al op tafel gelegd.
Emilio Godoy (IPS)