Suriname ontspringt voorlopig de dans
De wereld is in rep en roer en staat op de financiële en economische grondvesten te schudden. Ogenschijnlijk kerngezonde banken en multinationals vallen om alsof het luciferhoutjes zijn, wereldwijd verliezen honderdduizenden mensen hun baan. Voorlopig lijkt Suriname redelijk buiten schot te blijven.
Het begon zo’n jaar geleden allemaal met het instorten van de huizenmarkt in de Verenigde Staten. In de grootmacht, waar geld lenen eerder regel dan uitzondering is, konden veel mensen hun torenhoge hypotheeklasten niet meer aan, mede doordat de prijzen van huizen drastisch waren gedropt. Daardoor kwamen ook de banken in de problemen. De crisis breidde zich als een olievlek uit over de hele wereld en begon na de banken ook het bedrijfsleven te raken. Van autogigant General Motors in de Verenigde Staten tot de kleine consument in Europa: iedereen voelt de effecten van de chaos in de wereldeconomie.
Het ene na het andere reddingsplan wordt nu gepresenteerd. Waarbij astronomische bedragen worden genoemd om de economie weer enigszins op de rails te krijgen. De nieuwe president van de Verenigde Staten, Barack Obama, wil minimaal 800 miljard USdollar uit trekken om het domino-effect van omvallende banken en bedrijven tegen te gaan en de consument te stimuleren weer wat spontaner geld uit te geven.
In Suriname merken de meeste bedrijven vooralsnog nauwelijks iets van de globale ellende. Maar weinig ondernemingen exporteren goederen naar het buitenland, dus die zijn niet afhankelijk van wat buiten de grenzen gebeurt. Bovendien is ons land geen grootmacht met in goede tijden grote economische groei. Dat heeft voordelen: gaat het in de wereld wat minder en neemt de groei af, dan zijn de gevolgen voor Suriname, in vergelijking met de grootmachten, te verwaarlozen.
In het uitgavenpatroon van de consument is in ieder geval nauwelijks iets veranderd en dus doen de meeste bedrijven nog steeds goede zaken. Zoals Blokker, onderdeel van de Cirkel Group. “Wij hebben bijna geen last gehad van de financiële crisis”, beaamt Ellen Dest namens het bedrijf. “We hebben een kleine terugval gehad in september en oktober maar omdat december zo’n goede maand was hebben we onze doelstellingen ruim gehaald. Wel merken we dat, ook bij andere units, klanten een pas op de plaats maken bij het doen van hun inkopen. Je ziet dat ze voorzichtiger zijn geworden.”
Brandstof
Je zou ook verwachten dat door de onstuimige ontwikkelingen op de brandstofmarkt benzinestations vorig jaar behoorlijke klappen hebben moeten incasseren. Maar dat blijkt afgaande op de woorden van Irfhaan Ishaak, van het Texaco-station aan de Mahonylaan, erg mee te vallen. “We hebben er geen last van gehad. Af en toe komen er klanten die verbaasd zijn dat het zo duur is. En dan heb ik het over het winkelassortiment, dus de smeermiddelen en de drank en zo. Daar kan je niets aan doen. Voor de rest hebben we geen klachten.”
In kledingwinkel Bai is het hartje van Paramaribo, zijn de geluiden iets minder optimistisch. “De laatste twee maanden gingen wel iets beter, de maanden daarvoor ging het heel slecht. En nu lijkt januari ook een slechte maand te worden”, vreest eigenaar Hong An Bai.
Toch waarschuwen deskundigen dat ook ons land de gevolgen van de crisis zal kunnen gaan merken gaan merken. Als het in Nederland slechts gaat, hebben familieleden van Surinamers mogelijk minder geld beschikbaar om naar Suriname te sturen. Dat lijkt vooral vervelend voor de familieleden hier, maar het heeft wel degelijk een enorme impact op de gehele Surinaamse economie. Het gaat immers om een zeer substantieel bedrag: volgens de Wereldbank maken Surinamers overzee jaarlijks zo’n 125 miljoen euro over aan familie.
Met een recessie in Nederland wordt dat naar verwachting tientallen miljoenen euro’s minder. Miljoenen die dus niet meer in Suriname kunnen worden uitgegeven, wat slecht is voor het bedrijfsleven en voor de staatskas.
Een punt van zorg bij Surinaamse ondernemers is wel de huidige jojo-houding van de USdollar ten opzichte van de euro. “Omdat de srd is gekoppeld aan de USdollar en de waarde in vergelijking met de euro per dag op en neer springt, is het voor ons vreselijk moeilijk om de prijzen van producten uit Europa te bepalen”, zegt een lokale importeur. “Het merendeel van wat wij invoeren kopen we in Nederland in. Door de schommelende eurokoers kan het zijn dat je, om maar een voorbeeld te noemen, voor een pakje zeep omgerekend 1 srd betaalt, maar op het moment dat het pakje in Suriname arriveert is het misschien nog maar tachtig cent waard omdat de euro is gedropt.
“Daarnaast is het voor ons de laatste maanden steeds moeilijker om aan buitenlandse valuta te komen. Is de koers internationaal laag, dan houden banken en cambio’s de dollars en euro’s vast, in de hoop dat ze deze later voor veel meer geld kunnen verkopen. Er is sprake van speculatie, waarvan wij ondernemers het slachtoffer zijn. Ik heb hierdoor wel eens een bestelling moeten uitstellen. Hier ligt volgens mij een taak voor de overheid. Ze zouden cambio’s en banken op hun verantwoordelijkheden moeten wijzen en ze moeten verplichten om valuta beschikbaar te stellen als ze die in huis hebben. Waar zijn het anders cambio’s en banken voor. Als je wilt speculeren en gokken, ga je maar naar een casino.
Auteurs: Maarten van Krimpen en Armand Snijder