Ouders onder druk (registered)
Het is woensdag, kwart over acht in de ochtend, de verkeersdrukte voorbij, de schoolkinderen op school. Prima tijd. Als ik naar buiten kijk is de lucht blauw, de zon schijnt. Prima weertje. Ik pak mijn fiets voor een rondje hart en bloedvaten, vermindering van gewicht en ontspanning.
Ik rijd mijn straatje uit, sla links af, dan weer rechts, kom op de hoofdweg, ga naar links en koop op de hoek een krant. Dan de hoofdweg over naar de groenteman, koop wat tomaatjes, een bosje kouseband, twee vliegen in een klap. Als ik tien minuten verder ben op mijn route, kom ik vier jongens tegen in het uniform van de lagere school. Ze zitten op een schutting, drinken een flesje, maken een praatje. Ze kijken bedrukt. Ik ga naar ze toe, met een vraag. ‘Wat doen jullie hier onder schooltijd?’ De heren blijken door de leerkracht naar huis te zijn gestuurd, omdat de ouders of verzorgers, zoals dat in officiële termen heet, niet zijn komen opdagen om het rapport op te halen. ‘Dus’ zijn ze de klas uitgestuurd om ‘hun moeder te gaan halen’, aldus de woordvoerder van het viertal. Als ik doorvraag, ‘waar woon je, waar is je moeder nu’, voelen ze nattigheid: ‘hé go gwe’.
De praktijk herinner ik me nog van vroeger: een kind naar huis sturen, omdat het zijn agenda is vergeten, zijn geschiedenisboek, zijn aantekeningenschrift, zijn pen, een schrift ondertekend door het bevoegd gezag en ga zo maar door. De woede die er destijds in mij opkwam als ik het hoorde, hoef ik me niet te herinneren; die komt spontaan weer op. Wat als ze de straat oversteken en een auto slaat ze, de Kwattaweg is dichtbij. Wat als een man ze toespreekt, aanpapt en er een meeneemt? Wat als, wat als, wat als… Weten die leerkrachten niet in wat voor tijd we leven?
Ik haal drie keer diep adem, ik tel tot tien, nog een keer tot tien en loop naar de school om verhaal te halen. Het schoolhoofd staat me keurig te woord. Ja, het is bekend dat de jongens zijn weggestuurd, inderdaad is het negen uur, wel zeker missen de leerlingen nu hun lessen. Maar de ouders zijn niet verschenen om het rapport op te halen, ondanks een briefje, en dus moeten de ouders nu onder druk worden gezet, een pedagogische maatregel die mij niet bekend is. Het onder druk zetten gebeurt door de jongens naar huis te sturen en daarom zitten de kinderen nu op de schutting? Jawel, hij weet dat de school verantwoordelijk is voor de kinderen tussen acht en één en misschien nog iets langer. Zeer zeker is hij ervan op de hoogte, dat er van alles kan gebeuren, maar ‘dat kan ook na schooltijd’. ‘Dus u zet ouders onder druk door de kinderen te benadelen?’ Dat wil hij zo niet zeggen, maar hij wil het wel zo doen. Vroeger gingen leerkrachten nog wel eens op huisbezoek, zou dat een alternatief zijn? Hij schudt zijn hoofd, ‘dan zijn de ouders niet thuis’. Met de adressen van de leerlingen ga ik de school weer uit. Van drie kinderen is het ‘ouderlijk gezag’ gewoon thuis rijst aan het koken, aan het kleren wassen.
De inspectie verklaart desgevraagd dat het absoluut uit den boze is om leerlingen onder schooltijd naar huis te sturen. Als ik de naam van de school doorgeef zullen er gepaste maatregelen worden genomen. Maar het gaat mij niet om die ene school en dat ene schoolhoofd. Het gaat mij om al die kinderen op al die scholen die onder schooltijd naar huis worden gestuurd, ‘om hun ouders onder druk te zetten.’
Twee dagen later blijken de ouders hun plicht te hebben gedaan, aldus het schoolhoofd. ‘Alles is in orde.’ Ik ben er nog niet zo zeker van.