Wisse dood als proefdier
Voor Surinamers en toeristen blijven de apen van ons land een bron van vermaak en plezier. Voor de grote internationale bedrijven zijn de apen echter een bron van iets heel anders: dikke inkomsten. Surinaamse apen belanden zelfs in een Amerikaans laboratorium om als proefdier een wisse dood tegemoet te gaan. Voor de Dierenbescherming Suriname is dit echter geen reden om in actie te komen.
De monkimonki (doodshoofdaapje) is in ons land een bekende en populaire verschijning en wordt vaak gevangen voor lokaal gebruik als huisdier. De leuke diertjes hebben immers een hoge aaibaarheidsfactor. De Ware Tijd berichtte in september 2007 dat uit een onderzoek in 2005 is gebleken dat meer dan drieduizend apen als huisdier worden gehouden in Suriname. Wettelijk is dat toegestaan. De meeste apen vertonen echter gestoord gedrag en ondervoedingsverschijnselen. Ze worden opgesloten in te kleine kooien of vastgebonden aan kettingen. Handelaren, verkopers en kopers worden nauwelijks tot niet aangesproken.
Ook worden jaarlijks op legale wijze vele tientallen apen naar het buitenland geëxporteerd, veelal om bij dierentuinen of privé-eigenaren de rest van hun leven te slijten. In 2005 werden in totaal 135 grijsgroene monkimonki’s geëxporteerd naar Rusland, Jordanië, Japan en Maleisië. In hetzelfde jaar kregen 29 bruine keskesi’s (kapucijnaapjes) als eindbestemmingen Japan, Maleisië en Rusland. Het aantal geëxporteerde aapjes nam in 2006 af. Naar Armenië werden twintig monkimonki’s en tien keskesi’s verzonden en vijftien monkimonki’s naar Japan. Deze informatie is afkomstig van de Convention on International Trade in Endangered Species (CITES) in het Zwitserse Genève.
Het is vermoedelijk voor het eerst dat vanuit Suriname apen zijn gestuurd die bestemd zijn voor proefdierlaboratoria. Uit informatie van het Amerikaanse Vis en Wild Bureau, onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken in Washington, blijkt dat het Surinaamse bedrijf Tropical Wildlife in oktober vorig jaar 68 aapjes heeft geëxporteerd naar het beruchte Amerikaanse bedrijf Worldwide Primates, Inc. in Miami, Florida. Het gaat om zestig grijsgroene monkimonki’s en acht bruine keskesi’s.
Wreedheden
De aapjes zijn volgens Sarah Kite, Special Projects Advisor van de Britse organisatie British Union for the Abolition of Vivisection (BUAV), waarschijnlijk in het wild gevangen in Suriname. “BUAV is zeer bezorgd te vernemen dat apen uit Suriname geëxporteerd worden voor de internationale proefdierindustrie. De handel in primaten voor wetenschappelijk onderzoek gaat gepaard met veel wreedheden en leed voor de dieren. Veel apen worden uit hun natuurlijke leefgebied en familiegroepen gerukt en in slechte omstandigheden gehuisvest, alvorens de hele wereld over te worden verscheept. Om uiteindelijk nog meer pijn te moeten ondergaan als wetenschappelijke gereedschappen in laboratoria”, aldus Kite.
Worldwide Primates levert dieren, vooral primaten, aan diverse laboratoria. Het is een bedrijf met een slechte reputatie. De voormalige eigenaar en oprichter van Worldwide Primates, Matthew Block, is in de jaren negentig tot een jaar cel veroordeeld voor de smokkel van zes orang-oetans van Borneo naar Thailand. De dieren werden verscheept in twee houten kratten met het opschrift ‘birds’ en zouden als eindbestemming een dierentuin in Moskou hebben. Dr. Shirley McGreal, directeur van de in Zuid-Carolina gevestigde International Primate Protection League (IPPL), sleepte Block voor de rechter. De rechtszaak werd wereldnieuws en bekend onder de naam ‘the Bangkok Six’.
Gebreken
Worldwide Primates wordt met regelmaat gecontroleerd door het Amerikaanse ministerie van Landbouw. Veelal constateren inspecteurs van het ministerie allerlei gebreken in het bedrijf. Zoals een tekort aan personeel om voor alle dieren te kunnen zorgen, een grote hoeveelheid vliegen in de ruimten waar de dieren zijn gehuisvest, aan diarree en uitdroging lijdende dieren en een tekort aan drinkwater. Volgens McGreal is het bedrijf nu officieel geregistreerd onder de naam van de echtgenote van Block: Brooke Block en zijn moeder.
In september vorig jaar was Worldwide Primates nog het doelwit van het Amerikaanse Dieren Bevrijdings Front. Activisten sneden enkele kooien open waarin apen zaten. In een verklaring werd gemeld: ‘Het leidt geen twijfel dat de vrijgelaten apen in Florida in het wild kunnen overleven. Er zijn honderden wilde apenkolonies in de staat’.
Ook de wereldwijd bekende dierenrechtenorganisatie People for the Ethical Treatment of Animals (PETA) is bekend met Worldwide Primates. Sam Glover van PETA Europa in Londen zegt dat jaarlijks meer dan 32.000 in het wild gevangen apen en tienduizenden in gevangenschap gefokte apen op de internationale markt worden verkocht. Daarvan wordt eenderde geëxporteerd naar Amerika. “Daar worden ze opgesloten in te kleine kooien, waar de apen nauwelijks in kunnen staan, liggen of zich kunnen draaien en waar ze lijden aan eenzaamheid, pijn en psychische trauma’s”, aldus Glover. “Worldwide Primates is onderdeel van deze miljarden industrie die profiteert van de onderdrukking en exploitatie van duizenden primaten.”
Twijfel
Eenmaal in handen van Worldwide Primates wacht het merendeel van de Surinaamse aapjes pijnlijke experimenten en uiteindelijk de dood. IPPL en BUAV vermoeden dat de door Tropical Wildlife geëxporteerde aapjes in het wild zijn gevangen en niet in gevangenschap zijn geboren en/of gefokt, zoals wordt vermeld in officiële documenten. Maar volgens McGreal is dit helaas moeilijk te bewijzen. De twijfel wordt ondersteund door de bekende Surinaamse dierenarts en voorzitter van de Stichting Dierenbescherming Suriname, drs. Leotine Bansse-Issa. “In Suriname worden in ieder geval op die schaal geen apen gefokt.”
Tropical Wildlife staat bij de Kamer van Koophandel in Paramaribo geregistreerd als een bedrijf aan de Kwattaweg dat verschillende exotische vogels, reptielen en andere zoogdieren vanuit Suriname exporteert en verhandelt. Het bedrijf zelf weigerde in te gaan op verzoeken om een reactie te geven.
Volgens de internetsite van de douane in Suriname mogen monkimonki’s en keskesi’s alleen worden uitgevoerd als de exporteur beschikt over een CITES-exportvergunning en een exportvergunning van de Natuur Beheersautoriteiten van Suriname. Op de vraag aan de douane of Tropical Wildlife over die vereiste vergunningen beschikt, werd niet gereageerd.
Worldwide Primates was wel bereid een, weliswaar summiere, reactie te geven. De heer E. Dominguez, Operations Manager van het bedrijf, laat weten dat alle activiteiten van het bedrijf worden uitgevoerd conform alle internationale en Amerikaanse wetten en regelgeving, speciaal die van CITES. “Wij verstrekken echter geen enkele informatie over specifieke importen door het bedrijf.”
Geheimzinnigheid
Rond de handel van primaten voor proefdierlaboratoria blijkt een dichte mist van geheimzinnigheid, ondoorgrondelijke regeltjes en terughoudendheid te hangen. Bansse-Issa: “De exportvergunningen gaan via ’s Lands Bosbeheer. Een dierenarts van de Veterinaire Inspectie controleert de aapjes altijd vòòr export en proefsgewijs tussendoor. Er wordt gewerkt aan een verplichting van permanente diergeneeskundige controle op deze bedrijven.”
Naar aanleiding van dit artikel heeft de Veterinaire Inspectie onderzoek verricht naar de export door Tropical Wildlife. De dienst heeft Bansse-Issa laten weten dat de exporteur zelf aapjes vangt en ze ook fokt. “De export is via een officiële CITES-vergunning gegaan. De aapjes zijn gechipt. De fok en vangst door het bedrijf vinden plaats volgens de gangbare voorschriften en verplichte quarantaine-instellingen”, aldus de Veterinaire Inspectie. Of ’s Lands Bosbeheer ook een vereiste exportvergunning heeft verstrekt, blijft onduidelijk.
Sceptisch
BUAV reageert sceptisch over de verstrekte CITES-exportvergunning aan Tropical Wildlife. Sarah Kite: “Het enkele feit dat de export plaatsvond met een CITES-vergunning, wil niet zeggen dat er geen bezorgdheid over het dierenwelzijn en andere zaken is. CITES gaat ook helemaal niet over dierenwelzijn, maar alleen over de handel in dieren. Wat gebeurt er met de aapjes tijdens de vangst en het verblijf bij Tropical Wildlife? Hoe zijn de omstandigheden binnen dit bedrijf? Voldoen ze aan internationale richtlijnen? Waren de geëxporteerde aapjes tweede fokgeneratie?”
Kite is verder verrast over de mededeling dat er een paar bedrijven in Suriname zijn die aapjes fokken. “De meeste fokprogramma’s nemen een paar jaar in beslag om van de grond te komen.” Ook de ‘Gateway to Hell-campagne’, die internationale acties coördineert gericht tegen de export van apen uit landen als Nepal en Mauritius voor de proefdierindustrie, reageert verbaast. De groep roept onder andere op tot toerismeboycots van landen waar apen voor proefdierlaboratoria worden gefokt. Richard Adams van de organisatie: “In fokkerijen wordt doorgefokt met apen, zodat een tweede generatie dieren geleverd kan worden aan dierproefcentra over de hele wereld. Hiermee worden internationale regels, die het verbieden om in het wild gevangen apen te gebruiken voor vivisectie, omzeild.”
Volgens Adams is zelfs het imago van Suriname in het geding. “Gruwelijke experimenten in laboratoria, zoals giftigheidstesten op onschuldige aapjes, liggen zeer gevoelig bij het publiek. De regering houdt malafide dierenhandelaren de hand boven het hoofd en verleent exportvergunningen. We raden de regering dan ook aan om dit soort praktijken direct de kop in te drukken. De Gateway to Hell-campagne zal internationale protesten op touw zetten en de mensen informeren over de Surinaamse handel in apen.”
Ook Shirley McGreal van de IPPL pleit voor acties. “Ik hoop dat er een einde komt aan deze export. Apen stromen van overal in de wereld Amerika binnen. Velen eindigen in experimenten voor biologische oorlogsvoering en besmettelijke ziektes en geen enkele aap zal de schitterende bossen in hun thuislanden ooit weer zien. Ze zullen lijden en sterven.”
Juan Carlos Vasquez van het bureau van de Secretaris-Generaal van CITES in het Zwitserse Genève wuift alle kritiek weg. “De recente handelsgegevens van het zogeheten CITES Animals Commitee geven geen aanleiding geven voor bezorgdheid over de export van primaten uit Suriname.” Op de vraag of alleen in gevangenschap gefokte primaten vanaf de tweede generatie mogen worden geëxporteerd, antwoordt Vasquez: “Dat hangt ervan af. Het is een gecompliceerde materie.” Weer mist en onduidelijkheid.
Opmerkelijk
De Dierenbescherming Suriname laat weten een tegenstander te zijn van export van wildlife uit Suriname. “Toch ondernemen wij geen actie als dit op legale wijze, door CITES gecontroleerd, gebeurt”, aldus Bansse-Issa. “Wij hebben wel samen met het WWF Guianas recent een filmpje opgenomen om het houden van wildlife, waaronder aapjes, als huisdier in Suriname te ontmoedigen.” Een toch wel opmerkelijke opstelling van een organisatie die het beschermen van dieren in haar vaandel heeft staan. Alleen al vanuit ethisch oogpunt zou je van de Dierenbescherming een meer kritische houding mogen verwachten met betrekking tot de export van monkimonki’s en keskesi’s naar proefdierlaboratoria..
Ondanks herhaalde verzoeken heeft ook het WWF Guianas niet gereageerd. Communications-manager Jerrel Pinas had laten weten dat de ‘de officer in charge’ zou reageren. Maar die toezegging is om onduidelijke redenen niet nagekomen. Zolang betrokken organisaties niet in actie komen, kan Tropical Wildlife ongestoord door blijven gaan met de export naar proefdierlaboratoria. En wacht Surinaamse aapjes ook in de toekomst een lange weg van lijden en uiteindelijk de dood, ver weg van hun natuurlijke leefgebied.
www.buav.org, www.ippl.org;
www.animal-rights-library.com;
www.gatewaytohell.net;
http://sranan-news.blogspot.com;
http://pin.primate.wisc.edu