Wij zijn de baas
Leonoor Wagenaar was vanaf de oprichting tot juni 2008 hoofdredacteur van Parbode. Maar de werkelijke reden voor haar verhuizing enkele jaren geleden naar Suriname was dat zij en vooral haar man René Segerius hier een cruiseschip wilden bouwen. Daarover schreef ze een column in de Amsterdamse krant Het Parool, die ophield toen de Mi Gudu in de vaart werd genomen. Nu krijgen deze columns een vervolg in Parbode (en op www.migudu.net). Sinds onze directeur Mi Gudu Tours vertrokken is om voor zichzelf te beginnen, moeten we het dus allemaal zelf doen, samen met de nieuwe kracht Edwin Linders en natuurlijk met onze fantastische crew. En dan kan je denken: zo’n klein lullig bedrijfje, waar maak je je druk om? Maar dat viel dus vies tegen.
Onze eerste beheersdaad was het beleggen van een krutu voor alle bemanningsleden en medewerkers. Busje gehuurd, lunch besteld en met z’n allen op het schip met elkaar kennis maken. Webmaster Gerrie kon gezellig babbelen met invalkokkin Sofie, kapitein Ed zag kans even bij te praten met bemanningslid Kenneth en iedereen maakte kennis met de nieuwe spin in het web Edwin. Het werd een wereldmiddag waarop de kookfanaten bij elkaar kropen om te brainstormen over andere recepten, vooral omdat we hier op Groningen een perfecte tomaten- en paprikateler hebben gevonden.
En ik kon samen met onze vaste kok Clifton de voorraadlijsten doornemen voor de aanstormende tocht heen en terug naar Nickerie; in het totaal zou Mi Gudu (inclusief één dag Nickerie) dus elf dagen wegblijven. En die lijst was dus niet misselijk: volledige bevoorrading(heen en terug plus bemanning) bij elkaar opgeteld 28 monden per dag, van gevarieerde ontbijten tot uitgebreide lunches en copieuze diners aan toe. En dan laat ik de tussendoortjes nog buiten beschouwing.
René en ik hadden die inkopen op ons genomen maar werden daar allengs steeds zenuwachtiger van. Bovendien zouden we met één pick-up te weinig ruimte hebben om alles naar Saramacca te vervoeren. Dus gingen Jerrel en Clemmie (het paar dat in ons huisje vóór woont en voor ons werkt) in hun auto met ons mee en wachtte Clifton (die de meeste boodschappen al in zijn geheugen gegrift heeft staan) ons op bij Best Markt. Als een wervelwind stormden we langs de schappen, het ene na het andere winkelwagentje puilde uit: van diepvries roomsoesjes tot potten, speciale spicy-zoete ketjap en tandenstokers tot allesreiniger en glansspoel aan toe. Hoeveelheden wc papier waar men hier ten tijde van Bouterse van kon dromen. Dat was dus winkel één, want bij de groothandel kochten we nog eens vijftien dozen wijn (van elk kleurtje vijf) en bij bakkerij Hollandia moesten honderden puntbroodjes worden besteld.
Dat was maandag. Toen kwam de bestellijst voor de lokale winkel: zeven kisten bier en ontelbaar veel flessen soft en water. En nadat dat betaald was, realiseerden we ons opeens dat er geld nodig was voor de scheepskas. Immers, bij elk indianendorp betalen we liggeld, de kosten van de gids en de culturele avond. En dat bedrag loopt aardig op. Er viel hier aan en op het schip nog zó veel te doen dat weer naar de stad rijden geen optie was. Groningen heeft geen pinautomaat. Maar er is een nieuwe aan de Oost-West verbinding, ruim twaalf kilometer bij ons huis vandaan. Daar kun je maximaal duizend srd pinnen.
De dag van vertrek. Weer dat hele stuk rijden: pinautomaat leeg, nog geen kwartje viel er te trekken. Paniek. Alles in huis bij elkaar geschraapt, dollars en vijftig euro uit het geldkistje er bij gedaan… zo moest het maar lukken. De crew was extra vroeg, maar goed ook, want we moesten nog verschrikkelijk veel printen, regelen, uit het magazijn halen.
Maar de gasten waren extra laat. Op de een of andere manier waren ze de gids, die met het busje mee zou rijden, misgelopen en is die chauffeur dan maar (zonder iets te melden) gaan rijden. Na een kwartier belde de gids: waar iedereen was? Dus moest hij hals over kop in een taxi terwijl halverwege de rit de bus in de felle zon op hem stond te wachten… wat een begin van je luxe trip! We waren in alle staten!
Om tien over elf (gepland vertrek half elf) rolden de gasten vrolijk uit de bus. Ik putte me uit in verontschuldigingen maar die werden weggewuifd. “Daar ligt ze dan! Hij is echt veel groter dan ik dacht! En wat een schitterende eetzaal! Die lambrisering!” Ze hadden er zo verschrikkelijk veel zin in! We hebben gezwaaid tot ze de bocht om waren.
En toen stonden we daar met z’n vieren op de steiger. Er klonk veelvuldig en hartgrondig ‘Hè, hè, de spits is er af’. Pas uren later bereikte ons de eerste jobstijding: we waren de suiker vergeten: er was geen korrel meer aan boord. Nou ja, wie zonder fouten is, hij werpe de eerste roomsoes.