Chantal Gill’ard
Bewogen politica met Surinaams bloed
Het Nederlandse parlement telt een paar Tweede Kamerleden waarvan de wortels zich bevinden in Suriname en op de Nederlandse Antillen. De 39-jarige Chantal Gill’ard is daarvan de minst bekende. Toch zit zij al sinds 30 november 2006 voor de Partij van de Arbeid (PvdA) in de Tweede Kamer. Tijd voor een nadere kennismaking.
Gill’ard blijkt een spontane en enthousiaste dame. Geboren in Rotterdam als dochter van een Surinaamse moeder en een Antilliaanse vader. Op één van de eerste vragen of ze zich meer een Surinaamse dan een Antilliaanse voelt, volgt meteen een heldere reactie, met een lach: “Dat is gemeen, zo’n vraag stellen. Laat me niet kiezen, ik ben Nederlandse.” De toon is gezet voor een leuk gesprek. Chantal Gill’ard is niet zomaar een politica. Ze heeft een opmerkelijke route gevolgd om uiteindelijk in de landelijke politiek te belanden. Ze heeft een reis gemaakt van biotechnologie, via opbouwwerk en de lokale politiek in Rotterdam, naar de Tweede Kamer in Den Haag. Maar hoe belandt iemand met een biotechnologie-achtergrond in de landelijke politiek? Gill’ard: “Dat is niet zomaar gegaan natuurlijk. Begin jaren negentig volgde ik aan de Hogeschool Rotterdam het Hoger Laboratorium Onderwijs. Ik was vastbesloten om een medicijn te ontwikkelen tegen hiv.” Na het behalen van het diploma vertrok ze naar Suriname. Ze werd docente biochemie aan het Instituut voor de Opleiding tot Leraren (IOL). Op een gegeven moment werd Gill’ard nog gevraagd om te solliciteren naar een functie bij N.V Consolidated Industries Corporation (CIC) in Paramaribo, waar Witboi destijds het meest bekende gefabriceerde wasmiddelproduct was. Een product waarvoor een andere bekende Nederlander reclame maakte op de Surinaamse televisie: Jörgen Raymann. De Rotterdamse werd aangenomen, maar besloot later toch terug te keren naar Nederland. “Weer terug in Nederland raakte ik betrokken bij het Rotterdamse adviesbureau voor jeugd- en jongerenwerk De Heuvel. Ik werd getroffen door de zogenoemde onderkant van onze samenleving.”
Opbouwwerkster
Gill’ard werd een succesvolle opbouwwerkster en emancipatiewerkster in haar geboortestad. Ze leerde de stad kennen, de bewoners, de achterstandswijken en de vrouwen. Biotechnologie bleef echter haar aandacht houden en ze wilde graag ontdekken hoe de samenleving hierover en over zaken als moderne landbouw dacht. “Ik besloot een studie recht en ethiek in biotechnologie te volgen aan de Universiteit van Sheffield in Engeland.” Na haar diploma te hebben behaald werd ze, in maart 2005, bestuurslid van de PvdA-afdeling in Rotterdam. Een paar jaar eerder was ze lid geworden van die partij. Aanleiding daarvoor was feitelijk gelegen in de opkomst en ondergang van Pim Fortuyn. Gill’ard was bezorgd over de eenzijdige toon in het debat rond het ‘allochtonenvraagstuk’ en de integratie. “Vanuit Engeland volgde ik de debatten over integratie en maakte mij zorgen dat Nederland hierin te lang bleef hangen en daardoor de internationale aansluiting zou missen op andere gebieden. Dat we als Nederland het mondiale perspectief zouden verliezen. Op internationaal niveau bezig zijn met biotechnologie en de impact die dat kan hebben op samenlevingen, zet je aan het denken dat we ook over hele andere zaken goed na moeten denken.” De keuze voor de PvdA lag volgens haar voor de hand. “De PvdA heeft een menselijk gezicht. Ook in deze economisch moeilijke tijden blijft de partij dat warme gezicht houden. Mensen worden als individu gezien. Ook het vrouwenwerk heeft een belangrijke plaats in de partij. Ik voel me er heel goed thuis.”
Uiteindelijk belandde de Rotterdamse eind november 2006 in de Tweede Kamer. “Ik werd bij toenmalig partijleider Wouter Bos geïntroduceerd door Ronald Plasterk, die toen nog gewoon lid was van de partij. Eén van mijn belangrijkste portefeuilles is Ontwikkelingssamenwerking geworden.” Ze is zeer te spreken over partijgenoot Bert Koenders, minister van Ontwikkelingssamenwerking. Naar aanleiding van het bezoek van Koenders in oktober 2008 aan Suriname liet hij onder andere weten dat ‘de afbouw van de ontwikkelingssamenwerking past bij de vernieuwing van de relatie tussen Suriname en Nederland. Daardoor ontstaat ruimte voor een moderne relatie, waarin Suriname en Nederland optimaal de kracht en initiatieven van beider samenlevingen benutten’. Gill’ard: “Aan de Verdragsmiddelen is nu een bestemming gegeven. Het is goed dat dit is gebeurd. Het is een mooie prestatie van Koenders.”
Het kamerlid werkt nu samen met fractiegenoot Pierre Heijnen aan een initiatiefnota, waarin de contouren moeten worden uiteengezet voor een nieuwe vorm van samenwerking tussen Suriname en Nederland. “Een nieuwe relatie zal moeten worden gevormd door gelijkwaardigheid, vriendschap en respect. We willen zoveel mogelijk vrienden van Suriname bij dit proces betrekken. Hoe moet een vriendschapsband tussen beide landen eruit gaan zien? Gedacht kan worden aan het uitbreiden van stedenbanden, maar ook een toekomstige deelname van Suriname aan de Koninkrijksspelen is bespreekbaar. Cultuur zou ook een basis kunnen gaan vormen voor vriendschapscontacten.” Tijdens bijeenkomsten in het land hopen Gill’ard en Heijnen in gesprek te komen met mensen die een mening, visie of idee hebben over de toekomstige verbintenis tussen Suriname en Nederland.
Natuurlijk kan de verguisde 100-procentscontrole op Schiphol niet onvermeld blijven. Gill’ard heeft zich hier intensief mee beziggehouden. In januari van dit jaar diende ze, mede ondertekend door het CDA-kamerlid Kathleen Ferrier, een motie in over die controles. Hierin verzocht ze de regering om reizigers op Schiphol bij 100-procentscontroles actief te attenderen op de klachtenprocedure. En indien uit gegrond verklaarde klachten blijkt dat verbeteringen nodig zijn, die met alle betrokken instanties te bewerkstelligen. De motie werd aangenomen. “De controle kan en moet anders”, aldus Gill’ard. “Reizigers moeten gewezen op de mogelijkheid om klachten in te dienen over de 100-procentscontrole zodat die verholpen kunnen worden. Die controle moet zeker veranderd worden. Het gaat vooral om de bejegening, die moet humaner.”
Gill’ard blijkt op de hoogte te zijn van de recente wateroverlast in Suriname. Kan het Nederlandse Kamerlid hierin iets betekenen? “Nee, dat is echt een Surinaamse aangelegenheid. Suriname moet met oplossingen komen om de ontwateringsproblematiek aan te pakken. Natuurlijk zou er vanuit Nederland enige deskundigheid verstrekt kunnen worden, maar Suriname moet erom vragen. Het laatste geld uit de Verdragsmiddelen is zelfs naar milieu gegaan. Jonge ambtenaren in Suriname zijn gedreven en willen zich graag inzetten voor hun land, maar krijgen daartoe niet altijd de nodige ruimte van de oudgedienden.”
Wilders
De naam van Geert Wilders valt even. Je ontkomt er niet aan. Het meest besproken, het meest in opspraak geraakte en volgens laatste opiniepeilingen ook het meest gewaardeerde Tweede Kamerlid. Bij Tweede Kamerverkiezingen zou zijn Partij voor de Vrijheid (PVV) nu de meeste stemmen behalen. Gill’ard: “Tja, Wilders krijgt inderdaad veel te veel aandacht. Vooral dankzij de pers. Het wordt tijd dat we het inhoudelijke debat aangaan met die man. Dat is de beste manier om hem uit de tent te lokken en om de burgers te laten zien waar hij werkelijk voor staat. Genoeg gezegd over hem hoor.” Buiten de gebouwen van de Tweede Kamer houdt Gill’ard zich intensief bezig met tienermoeders. Ze maakt zich zorgen over deze groep die het moeilijk heeft in de Nederlandse samenleving. “Lang niet alle jonge moeders doen het ‘slecht’, ik ben juist op zoek naar strategieën die jonge moeders helpen om succesvol te zijn. De hulpverlening toont helaas nog teveel gebreken.”
Leed
Tienermoeders zijn een vergeten groep. De opvang, scholing en begeleiding van deze meisjes kan en moet beter. Ik maak me daar echt zorgen over. Met name het stigma dat jonge moeders hebben helpt niet dat ze zelf iets aan hun situatie verbeteren, het taboe op jong moederschap moet daarom doorbroken worden. Er is echter ook een andere kant. Binnenkort ga ik met Jetty Mathurin op werkbezoek in Amsterdam-Zuidoost. Het schijnt dat hier heel veel leed is onder de vaak veel te jonge moeders.” Ze heeft ook een speciale website voor jonge tienermoeders en -vaders.
Voor de ‘Moedernacht’ op 9 mei in de Doelen in Rotterdam maakt Gill’ard een filmpje over vijf meiden onder de achttien jaar die zwanger of moeder zijn. De ‘Moedernacht’ gaat over jonge moeders in ontwikkelingslanden. In veel landen brengt zwangerschap grote gezondheidsrisico’s met zich mee waardoor je gehandicapt kan raken of zelfs overlijden. Vooral tieners hebben grote kans op complicaties. Met het filmpje wil Gill’ard dat Nederlandse tienermoeders zich uitspreken over de situatie in ontwikkelingslanden.
Een van Chantal’s grootste dromen was ooit een medicijn te ontwikkelen tegen aids. In Suriname zijn veel mensen hiv-besmet. In Paramaribo staat zelfs een ‘aids-klok’ op de hoek van de Henck Arronstraat en de Tourtonnelaan. Daarop stonden in februari nog steeds cijfers van het vierde kwartaal van 2007. De laatste officiële cijfers dateren van 2006: 435 vrouwen en 305 mannen nieuw geregistreerde hiv-besmettingen. Geschat wordt dat in Suriname tussen de 6000 en 8000 hiv-besmette mensen zijn. Dat er geen recente cijfers bekend zijn vindt Gill’ard ‘ernstig’. “Dat kan niet. Ik ga er achteraan.”