Groene energie uit water
Een samenleving in ontwikkeling wordt vroeg of laat geconfronteerd met een belangrijke vraag: hoe te voorzien in een toenemende behoefte aan energie? De oplossing lijkt soms verder te liggen dan de horizon. Toch buigt Suriname zich over dit probleem. Eén van hen is ingenieur Lothar Boksteen. Hij is een warm voorstander van hydro-energie.
Een studie van de Inter-Ameri-kaanse Ontwikkelingsbank (IDB) toonde in 2008 aan dat ons land over elf jaar tweemaal zoveel energie nodig zal hebben dan op dit moment het geval is. Tweemaal zoveel energie op voorwaarde dat we een gelijke ontwikkelingstrend aanhouden. Hierbij rekenen we dus niet de grote bijkomende industrieën, zoals in de bauxietwinning, een aluminiumsmelterij in West-Suriname en goudwinning in het Nassaugebergte. Deze energie wordt nu voor een deel met fossiele brandstof geproduceerd door middel van generatoren van de NV Energie Bedrijven Suriname (EBS). Het andere deel van onze energie komt van Afobaka en wordt door waterkracht opgewekt.
“We hebben meerdere opties om te voorzien in de groeiende vraag naar energie”, zegt Boksteen. “Wij kunnen generatoren blijven aanrukken en steeds afhankelijker worden van dure thermische energie, waarbij de prijzen voor brandstof onze energieprijs zal blijven opstuwen. Een andere oplossing is dat wij op zoek gaan naar mogelijkheden voor goedkope en schone energie. De energie die wordt opgewekt in Afobaka wordt door waterkracht opgewekt en is dus schone energie.”
Inefficiënt
Over het uitbreiden van de capaciteit te Afobaka wordt al heel lang gesproken. De Suralco heeft na het sluiten van de aluminiumsmelter in Paranam onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om de opwekcapaciteit te Afobaka te verhogen. Ze zouden in die tijd de extra energie nodig hebben gehad voor het opzetten van een grotere smelterij die voldeed aan de internationale standaarden. Hun bevindingen waren hoopgevend.
Boksteen: “Als we kijken naar de omvang van het stuwmeer en de energie die dat oplevert, dan wordt die zeer inefficiënt gebruikt. Het stuwmeer is nu 1.560 vierkante kilometer groot en levert ongeveer 100 megawatt aan stroom. Dat is zeer laag voor een gebied van die omvang. De reden voor deze lage productie is dat het stuwmeer niet over voldoende water beschikt om meer energie op te wekken. De maximale opwekcapaciteit ligt rond de 189 megawatt. Via het zogeheten Tapajai-project is het mogelijk om via zes ondersteunende dammen, die door het gecreëerde hoogteverschil ook energie kunnen opwekken, de bergingscapaciteit van het stuwmeer beter te benutten. “De dammen komen in de Tapanahonyrivier, de Jaikreek en de Marowijnekreek. Deze waterwegen worden door omleidingswerken, dat wil zeggen kanalen tot 85 meter breed met elk een sluis, met elkaar in verbinding gebracht. Door de dammen wordt hoogte gecreëerd, waardoor energie wordt opgewekt. Er moet een extra krachtcentrale in Afobaka gebouwd worden met een vermogen van 116 megawatt. De energie die we dan kunnen opwekken in Afobaka is gelijk aan 305 megawatt. De andere zes dammen zouden vijf krachtcentrales hebben, met een gezamenlijk capaciteit van ook ongeveer 305 megawatt”, aldus Boksteen. In de regentijd wordt het water omgeleid naar het stuwmeer. De bijgebouwde krachtcentrales zullen de benodigde energie leveren. Het water wordt in het stuwmeer opgeslagen, waardoor tijdens de droge tijd de krachtcentrales ingezet kunnen worden. Als we kijken naar de geprojecteerde energievraag in 2015, dan speelt deze extra energie goed in op onze behoeftes. Over zo’n megaproject moet goed worden nagedacht en er zijn veel sceptici. Eén van de zorgpunten is volgens hen dat de rivieren in het benedengebied van de Tapanahony worden drooggelegd. De gebieden boven op, overstromen met weer eens een verlies aan oerwoud en beperking in de bewegingsvrijheid van de plaatselijke bevolking. Boksteen ontzenuwt dit. “Nee, het is niet de bedoeling dat de rivieren worden drooggelegd. Er zal pas water omgeleid worden bij een afvoer groter dan de gemiddelde afvoer van de maand november, de maand met de laagste afvoer. Verder is het gebied dat onder water komt te staan slechts 260 vierkante kilometer groot. In het gebied wonen er trouwens, tot nu toe althans, geen mensen. Alleen van het dorp Palumeu is bekend dat het eventueel onder water zou komen te liggen.”
Er zijn mensen die vrezen dat de eilanden die zich nu in het stuwmeer bevinden, en waarop in sommige gevallen grote investeringen zijn gedaan, door de hogere waterstanden zullen verdwijnen. Boksteen legt uit dat de eilanden, die tijdens Falawatra (de overstroming in Suriname in 2006) niet onder water stonden in het stuwmeer, niets te vrezen hebben. De mensen die lager hebben gebouwd dan het waterpeil dat toen werd bereikt, hadden dat niet moeten doen. “Ik begrijp dat vanwege de historische ervaringen vooral de binnenlandbewoners niet bepaald positief staan tegenover zo’n project. Maar ik denk dat het belangrijk is dat er gestart wordt met voorlichting naar de lokalen toe en dat de haalbaarheidsstudie, waar ik al jaren voor pleit, de sociale gevolgen van dit project aan het licht brengt. Er moet een manier worden bedacht om met deze gevolgen om te gaan.”
Investeringen
De investeringen voor het realiseren van dit project komen neer op een slordige 375 miljoen USdollar. Bij een volledige aanpak zonder al te veel onderbrekingen, wordt dit bedrag uitgegeven over een periode van vijf tot acht jaar. Voor dit bedrag zal Suriname voor langere tijd voldoende energie hebben om de eigen ontwikkeling ter hand te nemen. Zo zijn we niet langer afhankelijk van de steeds duurder wordende fossiele brandstoffen.
Hoewel 375 miljoen USdollar ook volgens Boksteen veel geld lijkt, denkt hij dat Suriname er op de lange termijn goedkoper mee uit is. “De prijsvergelijkingen komen op 5,6 dollarcent per KWh voor hydro-energie tegenover een kostprijs van 9,2 dollarcent per KWh voor thermische energie, een verschil van ongeveer 64 procent.”
Boksteen schat dat in het jaar 2015 voor thermische energie 71,5 miljoen USdollar uitgeven zal worden, terwijl de jaarlijkse kosten voor het hydro-alternatief 51,5 miljoen USdollar zullen bedragen. “Zie daar hoeveel geld vrijkomt om te besteden in andere sectoren van de economie.”
Export
Export van energie is, volgens Boksteen, ook een realistische optie bij dit project. Sceptici echter geven aan dat de overheid liever niet overgaat tot de export van energie naar Guyana en Frans-Guyana. We moeten ons niet committeren aan een jarenlange overeenkomst waarbij energie, die we zelf nodig hebben, geëxporteerd zou worden. Er zou energie verloren gaan tijdens dit transportproces en de aanleg van de infrastructuur zou enorm veel investeringen vereisen. Bovendien zou het onderhoud van deze infrastructuur heel duur uitpakken. Boksteen is er echter van overtuigd dat export van energie een optie is, omdat we in het eerste traject een overschot aan energie zullen hebben. “Dat moet je ook weer kwijt. Hoe mooi is het niet als dit project dan ook nog geld zou opbrengen. Want die energie kan je natuurlijk marktconform verkopen.” Als we kijken naar het project dan heeft het, volgens Boksteen, naast negatieve neveneffecten, zoals het verlies aan oerwoud en ontbossing voor aanleg van wegen en transmissielijnen, veel meer positieve neveneffecten.
“Ten eerste wordt door de aanleg van de broodnodige wegen, het achterland in het zuidoosten ontsloten. De lokale mensen kunnen de hoofdstad zo veel makkelijker bereiken. Verder is het de bedoeling dat het achterland wordt voorzien van deze goedkope elektriciteit. Dat biedt mogelijkheden voor de toename van economische activiteiten. Ten tweede valt ook te denken aan bosbouwactiviteiten en toerisme. Ook wetshandhaving in het gebied wordt makkelijker en goedkoper.
“De haalbaarheidstudie moet de mogelijkheden hiervoor nagaan. Als we kijken naar deze feiten wil ik met de verstrekking van deze informatie bereiken dat vliegensvlug wordt overgegaan tot een haalbaarheidsstudie. Veel tijd om dit te realiseren hebben we namelijk niet, omdat onze energiebehoeftes meer en meer toenemen.”
Hydro-energie
Hydro-energie is energie die wordt opgewekt met waterkracht. Waterkracht is het vermogen dat door stromend of vallend water of door persing van water ontstaat. Sinds de negentiende eeuw bestaan er al hydro-elektrische energiecentrales. Deze vorm van energie werd zelfs duizenden jaren geleden al gebruikt door middel van watermolens, bijvoorbeeld op graan te vermalen. Tegenwoordig is hydro-energie vrijwel altijd elektrische energie. Met behulp van pijpleidingen of dammen wordt elektriciteit gegenereerd uit stromend of vallend water. Dit water stroomt of valt tegen de bladen van een turbine waardoor deze gaan draaien. De bladen laten een generator roteren waardoor elektriciteit wordt geproduceerd. Hydro-energie wordt door velen gezien als de ideale manier om elektriciteit te genereren omdat het milieu er niet door wordt belast, en de kosten laag zijn. Van alle duurzame energiebronnen is hydro-energie dan ook de meest gebruikte. |