Transparantie en Somohardjo
Als het aan assembleevoorzitter Paul Somohardjo zou liggen, wordt in deze regeerperiode de wet die het Grond- en Landinformatie Systeem (GLIS) een rechtsgeldige basis geeft, niet door het parlement behandeld. Er zijn belangrijker zaken te doen, zo beweert hij. Dat hij er zelf misschien belang bij heeft de invoering van de wet zo lang mogelijk uit te stellen, vertelt hij er echter niet bij.
Het GLIS moet zorgen voor transparantie binnen het nu nog chaotische grondbeleid van de overheid. Alle beschikbare gronden worden gedigitaliseerd, de gegevens zijn binnenkort voor iedereen toegankelijk. Het project, waarvan het startsein in 2003 werd gegeven, had begin 2008 moeten zijn afgerond, maar heeft ernstige vertraging opgelopen. Het is nu de bedoeling eind 2010 alle gegevens in kaart te hebben gebracht. Een belangrijke voorwaarde die door geldschieter Nederland is gesteld voor toekomstige steun, is dat de GLIS- wet wordt aangenomen. Op basis van het systeem heb je als burger een instrument in de hand om je recht te halen, mocht blijken dat iemand anders op jouw perceel aan het bouwen is. Maar om dat recht te kunnen halen, is een wet nodig. Zonder die wet zijn de betrouwbare gegevens van het GLIS echter waardeloos. Je kunt het vergelijken met de politie die op basis van overdadige bewijzen een boef oppakt, die vervolgens niet kan worden veroordeeld omdat er geen Wetboek van Strafrecht is. Somohardjo en zijn politieke vrienden zijn de afgelopen jaren meer dan eens in het nieuws gekomen op beschuldiging van het op grote schaal inpikken van domeingronden. Als al die verhalen waar zijn, dan zal dat op termijn via de GLIS-gegevens keihard duidelijk worden. En kunnen er bezwaren worden aangetekend door anderen. Om onterechte gevallen van landjepik echter terug te draaien, is de door Somohardjo in de vrieskist gelegde wet dus nodig. Zijn weigering heeft volkomen terecht tot een storm van kritiek geleid. Projectmanager Eric Schalkwijk spreekt van een onbegrijpelijke actie, fractieleider Kenneth Moenne van de oppositionele Nationale Democratische Partij (NDP) is keihard in zijn oordeel: “In troebel water is het goed vissen, Somohardjo wil daarom graag dat troebele water in stand houden. Hij heeft er alle belang bij dat er geen transparantie komt.” Maar volgens Somohardjo is er in de huidige situatie transparantie genoeg. Kennelijk is hij de vele politieke discussies in de afgelopen jaren vergeten, die hem er zelfs toe dreven medeparlementariër Rashied Doekhie in de Nationale Assemblee in elkaar te schoppen. Zoals hij ook is vergeten dat zijn partijgenoot, minister Michael Jong Tjien Fa van Ruimtelijke Ordening, Grond en Bosbeheer (RGB), door president Ronald Venetiaan onder curatele is gesteld en geen metertje grond meer eigenhandig mag weggeven. Ook de recente ophef over de uitgifte van een lap grond aan twee kinderen in Nederland, kan Somohardjo zich niet meer herinneren. Hetzelfde geldt voor alle beloften die hij verkiezingscampagne na verkiezingscampagne heeft gedaan dat die arme Javanen op Blauwgrond nu toch echt een klein perceel krijgen. Los van de ethische kant van de zaak en het opzichtige gebrek aan ethiek van de zijde van Somohardjo, dreigt de twaalf miljoen euro die Nederland voor het GLIS-project uit heeft getrokken, in de prullenbak te verdwijnen. Grote vraag is hoe Somohardjo zijn opzichtige opstelling aan de kiezers gaat uitleggen. Waarschijnlijk met een stalen gezicht, zoals hij en zijn vrienden ook al jaren met een stalen gezicht op dubieuze manier Suriname verdelen.