Volksbuurt Latour wil van slechte naam af
Inbraken, hangjongeren en drugsoverlast: Latour staat er bekend om. Buurtbewoners voelen zich niet veilig en de criminaliteit viert hoogtij. Maar is het echt zo erg gesteld met de buurt? Kun je nog veilig over straat of is het een gangsterhol? “De buurt heeft bijna weer wat van zijn leefbaarheid terug.”
Een aantal jongeren hangt rond het schoolplein. Ze zijn een jaar of twintig en draaien een jointje, terwijl ze naar gymmende kinderen kijken. Het is woensdagochtend, een uur of elf. Het ziet er niet uit of ze nog plannen hebben vandaag. “Werken? Dat doe ik niet. Je weet toch, gewoon een beetje chillen”, zegt een jonge jongen met een te grote pet. “Morgen of overmorgen ga ik misschien wel werken. Nu zit ik hier en doe ik mijn ding.” Veel hebben ze niet te vertellen, met lome ogen kijken ze wat voor zich uit.
Ze zijn niet de enige. Werkloosheid is een probleem in heel Suriname, maar in Latour lijkt het nog een stukje erger te zijn. Mensen zijn laag opgeleid en vinden moeilijk een baan. Pater Brendan Callanan, van de Rooms-katholieke Parochie ‘Maria koningin van de wereld’, ziet dagelijks jongeren op straat. “Mijn indruk is dat er veel werkloosheid is. Jonge mensen van tussen de twintig en vijfentwintig zie je tussen elf en vier uur op straat. Dat zijn werktijden, maar zij doen niks. Veel van hen ontvangen geld uit Nederland, van familie. Dat is eigenlijk de kern van het probleem, want als dat geld er niet is, zou de situatie voor hen een stuk moeilijker zijn en moeten ze wel gaan werken.”
De sociaal-economische situatie van de bewoners van Latour wordt gezien als de hoofdoorzaak van de bestaande problemen. “Latour is de grootste volksbuurt van het land, meer dan een derde van de bevolking in Paramaribo woont voorbij de brug. Huisvesting is een probleem”, vertelt Wilgo Koster. Hij is ruim twintig jaar verbonden aan Latour als coördinator van de Stichting Buurthuis Latour (Stibula). “Soms wonen wel drie of vier generaties bij elkaar in één huis. De scholen zijn overvol. Er is zelfs een middagschool omdat er te weinig lokalen zijn. Vrijetijdsbesteding voor jongeren is er weinig. Mensen hebben het beeld van Latour dat het de meest barbaarse buurt van Paramaribo is. Het is een echte volkswijk met voornamelijk arme mensen.”
Gangster
De opvoeding in Latour is ook niet wat het moet zijn. Veel ouders hebben geen controle over hun kinderen. Sommige hebben drie of vier banen om rond te kunnen komen. Tijd om de kinderen in de gaten te houden is er niet. Die hebben dus vrij spel. Guno woont sinds 25 jaar in Latour. Daarvoor woonde hij in Nederland. “Toen ik terug kwam uit Nederland liep Suriname voor mijn gevoel acht jaar achter op Nederland, maar nu is dat wel twintig jaar. De jeugd wordt niet goed begeleid. Ik zie kinderen tussen de vier en de twintig hangen. Er is niks voor ze. Daarom is het niet vreemd dat ze kattenkwaad gaan uithalen, bijvoorbeeld door met stenen tegen gebouwen te gooien. Niemand let op ze en hun ouders zijn aan het werk. Jonge jongens zijn aan de drugs, ze spelen de gangster, zijn stoned. Niet allemaal natuurlijk, maar toch. Ouders weten zich geen raad, het is moeilijk voor ze.”
Ilse is 71 en een alleenstaande vrouw. Vanuit haar stoel voor het raam ziet ook zij iedere dag de kinderen op straat. “Vroeger werden kinderen als ze niet naar school gingen, door de politie opgehaald. Dat gebeurt niet meer. Er is weinig respect voor ouderen. Laatst werd er met stenen gegooid. Waag het maar eens om er iets van te zeggen, je wordt zo uitgescholden. Ik voel me niet veilig als alleenstaande vrouw hier. Ik ga niet naar buiten als het niet hoeft, ik sluit alles af. Het lijkt alsof ik op straf zit.”
Veiligheidsproject
Niet alleen de hangjeugd zorgt voor een onveilig gevoel, ook de vele inbraken maken deel uit van het probleem. Slechte wegen en gestort afval zorgen ervoor dat Latour geen goede eerste indruk maakt. Door de slechte afwatering staan de straten en erven direct blank bij een flinke regenbui. Toch gaat het stukje bij beetje vooruit. De politie op Latour is gestart met een integraal veiligheidsproject. In dit project is er veel aandacht voor de jeugd. Er zijn buurtmanagers aangesteld, bij wie de bewoners met vragen en klachten terecht kunnen over zaken die buiten de politiedienst vallen.
Edith Rosheuvel is mede coördinator van het integrale veiligheidsplan voor Latour. “We zijn nu 2,5 jaar bezig en ik zou zeggen dat de buurt bijna weer een beetje van zijn leefbaarheid terug heeft.” Het plan bestaat uit vijf projecten. Een verkeersbrigadiertjesproject om de kinderen veilig naar school te begeleiden. Er wordt aandacht besteed aan sportactiviteiten voor de jeugd, zodat ze wat te doen hebben. Er is een nieuwsbrief opgezet, die eens per maand uitgedeeld wordt. Buurtbewoners blijven op die manier op de hoogte van wat er zich in de buurt afspeelt. Een veiligheidsproject waarbij woningen van de buurtbewoners gecontroleerd worden op inbraak- en brandveiligheid om een veiliger gevoel te creëren. En tot slot worden er mensen opgeleid binnen de politie. Rosheuvel: “Ze zullen de reguliere politie begeleiden bij werkzaamheden in de buurt. Zo hopen we de band tussen politie en burger te verbeteren. Nu wordt de politie nog vaak gezien als de boeman.”
Cellenhuizen
Een ander veel gehoord probleem is de middagschool. Door een tekort aan lokalen kunnen niet alle kinderen tegelijkertijd ‘s morgens naar school. De oplossing is de middagschool, maar volgens buurtbewoners is dit niet goed voor de kinderen. Ze kunnen niet ‘s morgens spelen en zich ‘s middags nog concentreren op hun werk. Volgens Guno ligt het aan een verkeerd beleid. “De overheid bouwt geen scholen, maar cellenhuizen en politieposten. Er komen iedere dag meer kinderen bij. Zo leren ze niets, hangen rond, komen in de criminaliteit terecht en kunnen rechtstreeks het nieuwgebouwde cellenhuis in.”
Rosheuvel erkent dit. “De middagscholen leiden tot veel criminaliteit. Het begint vaak met een stickie maar het eindigt in grover drugsgebruik en criminaliteit. Jonge kinderen hebben stress en dat leidt tot problemen. Er is ook sprake van kinderarbeid, prostitutie, incest en huiselijk geweld. Dat is een gigantisch groot probleem. Het kan jaren duren voordat dat naar buiten komt. Soms zijn de ouders zelfs financieel afhankelijk van de dader, dus die weten ook niet wat ze moeten. Het zit in de taboesfeer.”
Stibula probeert het negatieve imago van Latour af te zwakken. Wilgo Koster geeft direct toe dat het een lastige taak is. “Ondanks dat, proberen we positief te blijven. De berichtgeving over Latour is vooral negatief, maar in de tijd dat ik hier nu werk, merk ik een hoge mate van motivatie. Mensen zijn ondernemend. Natuurlijk zijn er ook negatieve dingen, maar vind je die niet overal?”
Pater Callanan schetst eenzelfde beeld. “Latour is een arme plaats, veel mensen van het binnenland komen hierheen, kinderen van bosnegers. Maar het zijn vriendelijke mensen. Arme buurten hebben altijd een slechte naam. Je ziet meer inbraken en andere criminaliteit, dat is zichtbaar en natuurlijk slecht. Het is een misverstand dat er geen criminaliteit is bij rijken. Die is er zeker alleen zie je er minder van.”
Bewust
Roelof zit in zijn taxi te wachten op klanten. Hij komt al jaren in Latour. Volgens hem komen de problemen in de buurt vooral door het feit dat ouders niet op de hoogte zijn van dingen die gebeuren. “Zij moeten weten wat hun kinderen doen en ze terecht wijzen. Maar ze hebben niet altijd breed. Het is makkelijk om de regering de schuld te geven, maar mensen zelf moeten ook wat ondernemen. Je kunt niet altijd naar de overheid wijzen.”
Buurtbewoonster Ilse vindt dat er te weinig gebeurt voor de kinderen en wijst daarbij ook naar de overheid. “Er is hier niets voor hen. De overheid doet te weinig. Maar ook de mentaliteit moet veranderen. Als er dan eindelijk eens op zondag iets wordt georganiseerd, is de houding van sommigen ‘ik kan niet, het is zondag, ik slaap liever.’ Ouders brengen dat ook over op hun kinderen. Dat is jammer.”
Koster weet dat er mensen in de buurt zijn die klagen, maar vraagt zich af wat zij zelf doen. “Als je met je armen over elkaar in de tuin staat en zegt ‘ai, wat een rotzooi’ maar er niets aan doet, dan gebeurt er ook niks. Er zijn overal mensen die klagen. Maar wat doen zijzelf?”
Guno heeft jarenlang het voetbalveld onderhouden, maar sinds hij daar mee gestopt is, gebeurt er niets meer. “Heel af en toe zag je wel eens iemand met zijn eigen machine komen maaien, maar dan deden ze alleen een klein stukje en gingen ze daar op spelen. De rest van het veld lieten ze voor wat het was. Alle plannen zijn al zo lang in de maak, ik weet niet meer wanneer het komt.”
Het is ook niet altijd financieel haalbaar om iets te doen. Roelof heeft twee banen. “Ik heb er gewoonweg de financiële middelen niet voor. Als ik tijd in een project stop dan moet ik een van die twee banen opgeven en kom ik niet rond. Het is makkelijker gezegd dan gedaan.”
Volgens Koster moet er een switch komen in de denkwijze van de mensen in Latour. “Ze moeten positiever gaan kijken, door al die negatieve berichten zijn mensen haast zelf gaan geloven dat ze echt slecht zijn.” Rosheuvel beaamt dit: “We proberen dat slechte imago te verbeteren. Mensen kijken vaak alleen naar het negatieve, de positieve dingen worden vergeten. Ik denk dat we op de goede weg zitten. Dit jaar is de wandelmars na lange tijd weer door Latour gegaan en dat is zonder problemen verlopen; geen enkele overval of calamiteit. We zijn hard op weg om weer een warm gevoel bij de buurt te krijgen.”