Oud-minister Richard Kalloe (registered)
‘Suriname leeft op cocaïne’
Suriname wordt uitgebuit door buitenlandse bedrijven, en de overheid laat dit toe omdat regeringleiders zich laten leiden door hun stammeninstincten. Het financiële gat dat hierdoor ontstaat in de staatsbegroting wordt opgevuld door illegale inkomsten, bijvoorbeeld uit de drugshandel. Dat beweert Richard Kalloe, ex-minister van Handel en Industrie.
Goud en aluinaarde zijn volgens het landenrapport 2008 van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) met afstand de twee meest winstgevende exportproducten van Suriname. Samen hebben deze grondstoffen een exportwaarde van ongeveer een miljard USdollar. Toch verdient Suriname hier relatief weinig aan: slechts vier procent van het bruto binnenlands product (BBP) – de totale productiewaarde van het land – is afkomstig van deze export. Dit terwijl een miljard USdollar in feite wel veertig procent van het BBP is. Suriname zou dus veel meer dan de vier procent van het BBP aan de grondstoffen moeten verdienen dan dat het werkelijk doet.
Dat dit niet gebeurt komt doordat een groot deel van de winsten die in de goud- en aluinaardesector worden geboekt, naar buitenlandse multinationals verdwijnen, zoals Iamgold, Suralco en Billiton. Het is dus niet zo dat Suriname veel aan de grondstoffen verdient; dit doen Canada, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika; de landen waar de multinationals gevestigd zijn.
Olie
Van de miljard USdollar die aan Surinaams goud en aluinaarde wordt verdiend, komt daarom maar zo’n honderd miljoen ten goede van Suriname. In het rapport zijn bovendien geen andere grote inkomstenbronnen van het land te vinden, na goud en aluminium is olie de voornaamste, maar het zwarte goud neemt maar zo’n zeven procent van de exportwaarde voor z’n rekening. Omdat geld dat een land niet heeft verdiend niet kan worden uitgegeven, zou het logisch zijn dat de importwaarde – geld dat wordt besteed aan buitenlandse goederen en diensten – van Suriname een stuk lager ligt dan de exportwaarde. Toch is dit niet het geval, dus lijkt het er op dat Suriname een andere inkomstenbron heeft waar deze importen van worden betaald. Volgens Richard Kalloe is er maar een verklaring: inkomsten uit de illegale sector. Voornamelijk cocaïne.
Het kan volgens Kalloe niet anders dan dat het geld waarmee deze import wordt betaald voortkomt uit de informele sector, de sector die niet in het rapport is terug te vinden. “Dit is ongeveer een miljard USdollar”, schat hij. “Een deel hiervan is toe te schrijven aan de legale informele sector. Deze sector bestaat vooral uit geld dat vanuit Nederland naar Suriname komt, geld dat wordt overgemaakt door familie van Surinamers in Nederland bijvoorbeeld. Ook het geld dat Surinamers vanuit het buitenland hierheen halen valt onder de legale informele sector, zoals geld dat zij op buitenlandse rekeningen hadden staan.
“Een veel groter deel, ongeveer achthonderd miljoen USdollar, komt echter uit de illegale informele sector. Geld dat voornamelijk wordt verdiend met drugs, merendeels cocaïne. Dat geld wordt samen met ander zwart geld witgewassen en komt zodoende in de Surinaamse samenleving terecht. Uiteindelijk wordt het door iedereen gebruikt. Zowel door particulieren als door de staat. Als dit weg zou vallen droogt er een enorme inkomstenbron voor het land op. Zonder de inkomsten uit cocaïnesmokkel en witwasserij blijft er niet genoeg geld over Suriname draaiende te houden. De economie zou in elkaar storten.”
Maffia
Het gat in de begroting van Suriname valt niet op in het IMF-rapport. Pas na even zoeken lijken de cijfers niet met elkaar te rijmen. Logisch aldus Kalloe: “Omdat het IMF in Amerikaanse handen is, en daarom het Amerikaanse belang behartigt.” Er bestaat volgens hem geen twijfel over: “Ze verzwijgen zwart geld, zodat op die manier niemand gaat zeuren over de Amerikaanse uitbuiting van Suriname. De internationale kapitaalmarkt is in handen van maffia in driedelig pak en een MBA-diploma. Dat zie je nu ook weer aan de kredietcrisis. Wie duizend dollar steelt moet naar de gevangenis, maar de hoge heren laten miljarden verdwijnen en komen er gewoon mee weg.”
Volgens Kalloe heeft een land dat draait op illegale inkomsten geen toekomst, maar wordt dit niet gesnapt door de Surinaamse regering. “Daarom wordt er niet te streng gecontroleerd op drugshandel in Suriname”, zegt de voormalig politicus. “Grote drugshandelaren zijn bekend bij de Surinaamse bewindslieden, maar zij worden met rust gelaten. De regering ziet in dat we momenteel niet zonder hun inkomsten kunnen. Als ze de drugshandel willen indammen, is dat makkelijk zat. De Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA) staat te popelen ons te komen helpen, zoals dat nu bijvoorbeeld ook in Colombia gebeurt. Daar wordt met helikopters gepatrouilleerd door de Amerikanen. Onze regering houdt tegen dat zoiets ook hier zal gebeuren.”
Bangeriken
“De regering bestaat uit een stelletje incapabele bangeriken”, vervolgt Kalloe, die tegenwoordig werkzaam is als consultant. “Anders zouden ze er wel voor zorgen dat Suriname meer verdient aan haar grondstoffen, goud en aluinaarde. Dan zijn de drugsinkomsten niet meer nodig. Zoals Nobelprijswinnaar Derreck Walcott al eens zei: ‘onze politici prostitueren ons volk en verkopen dat als ontwikkeling.’
“Het land wordt geregeerd op basis van roofbouw en het verteren van de geldpot. Niet meer dan één procent van de overheidsuitgaven is bedoeld voor het stimuleren van de economie! Dat zegt veel over de mensen aan de macht. Zij laten zich leiden door hun stammeninstincten, instincten die zijn gericht op de korte termijn, en niet op het opbouwen van een economie. De afgelopen tien jaar is de situatie flink verslechterd en als Suriname afhankelijk blijft van drugsgeld zal dit nog veel verder verslechteren.”