Boeken & ZO (registered)
Het oerwoud beangstigt mij
Miljoenen mensen houden een dagboek bij. Soms worden die boeken uitgegeven, bijvoorbeeld omdat de schrijver een bijzonder leven leidde, of omdat hij of zij goed kon schrijven. Het is de vraag of ‘Het oerwoud beangstigt mij’ van oud-TRIS-soldaat Gerrit de Wilde aan die criteria voldoet.
Nederlander De Wilde vervulde begin jaren zestig van de vorige eeuw zijn dienstplicht in Suriname. In zijn dagboek moest hij rekening houden met de militaire censuur: de sergeant kon over zijn schouder meekijken. Deze informatie staat op de achterflap en is ook alles wat we, naast de tekst zelf, te weten komen.
Een behoorlijke inleiding ontbreekt. En dat is jammer, want zeker lezers onder de vijftig willen graag weten wat dat Nederlandse leger in Suriname deed. En wat de Surinamers daarvan vonden, hoeveel Nederlandse militairen er in Suriname gelegerd waren, of de dienstplichtigen tegen hun zin kwamen. We krijgen het niet te horen.
In plaats daarvan doet De Wilde heel concreet verslag van zijn belevenissen. Het leven in de kazerne, een tochtje naar Colakreek, op patrouille naar Stoelmanseiland en de pelotonsfuif, waar hij de mooie Chinees-Javaanse Norma ontmoet. De soldaat is onder de indruk van het land, hoe kan het ook anders. Hij houdt van de natuur, de titel van het boek is dan ook geen citaat van hem, maar van een collega-soldaat die ook de Hollandse piepers mist. Toch blijft hij duidelijk een buitenstaander: de contacten met Surinamers zijn oppervlakkig, we horen veel meer over de gewoonten van zijn dienstmakkers.
De Wilde gaf het manuscript van zijn boek cadeau aan het Surinaams Museum. Dat is te loven, het staat vol details die voor historici van belang kunnen zijn. Voor de gewone lezer blijft het werkje een beetje een opsomming van dagmarsen, havermoutpap, gifslangen en avondpermissies. Alleen in de schaarse passages waarin hij Surinamers ontmoet, worden zijn ervaringen levendig.
De Wilde schijnt Norma door de publicatie van zijn dagboek weer gevonden te hebben. In Langatabbetje ontmoette hij destijds het jongetje Jozef Waïti. Als die zijn adres doorgeeft aan de redactie van Parbode, stuur ik hem mijn exemplaar van dit boek.
PETER DOUMA
Het oerwoud beangstigt mij!, Gerrit de Wilde, 2009, Uitgeverij Trivium,
ISBN 978 90 79180 11 0, vanaf 12,50 euro
1 jaar TRIS Troepenmacht in Suriname
G.D. Beker was achttien, in Suriname hadden ze militairen nodig, het avontuur lokte en dat was het begin van zijn TRIS-tijd. In 1962 werd hij ingedeeld bij het tweede peloton, C-compagnie 1962, 2e detachement. Zijn platte marechausseepet werd verwisseld voor een baret en de militairen werden toegerust voor de dienst in Suriname. Hij legt in dit boek een interessant en weinig beschreven stukje (militaire) Nederlandse geschiedenis vast.
1 jaar TRIS Troepenmacht in Suriname, G.D. Beker, 2006, Uitgever Mijn eigen boek, ISBN 978 90 59740 74 7, vanaf 14,50 euro
‘Alleen maar nette mensen’ van Robert Vuijsje is een spraakmakend boek dat vooral in de Surinaamse gemeenschap in Nederland veel stof heeft doen opwaaien (zie Bakrabrasa op pagina 53). David heeft verkering met Naomi, een meisje dat precies zo is als hij: netjes. Maar hij is zoekende en dus zoekt hij een intellectuele negerin. Het is een zoektocht dwars door het hart van de multiculturele samenleving.
Alleen maar nette mensen, Robert Vuijsje, 2008, Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar,
ISBN: 978 90 388 9061 6, prijs 16,50 euro (in Suriname nog niet verkrijgbaar)
Surinaamse rug, Joodse buik
‘O jee, niet weer zo’n klaagzang van een nazaat van slaven!’ dacht ik toen ik de achterflap las van ‘Surinaamse rug, Joodse buik’ van Wim Egger. Met woorden als ‘onderhuidse kleurendiscriminatie’ en ‘turbulente kruising van culturen en perioden’ vreesde ik het ergste. Maar dat bleek onterecht. Egger heeft zijn turbulente verleden op aangrijpende en afgewogen wijze van zich afgeschreven.
Zijn ouders verhuisden in 1935 kort voor zijn geboorte van Suriname naar Nederland. Een week na aankomst werd de schrijver op Hollandse bodem geboren. Het waren geen eenvoudige tijden, zeker niet voor toen nog zeldzame mensen met een kleurtje uit een onbekend land. En al helemaal niet ten tijde van de grote recessie en met de Tweede Wereldoorlog voor de deur. Een oorlog die van grote invloed zou zijn op het gezin, van wie de moeder, en dus ook de kleine Wim, Joods bloed heeft.
Egger beschrijft op een zeer indringende manier over de vreselijke periode van de Sjoa (de systematische Jodenvervolging). Hij raakte gescheiden van zijn ouders. Hoewel zijn moeder het concentratiekamp overleefde, kwam het nooit meer goed met haar. Voor Egger een traumatische ervaring die hij jarenlang met zich mee heeft gedragen.
En dan is er nog dat Surinaamse verleden, het zijn van een nazaat van een slaaf. Hij put veel kracht uit zijn wortels in Suriname, een land waar hij overigens nooit is geweest. Een sterke kracht die de kwetsbare kracht van zijn Joodse afkomst compenseert.
In de valkuil waar veel autobiografische auteurs in tuimelen door zichzelf wat al te nadrukkelijk op de voorgrond te schrijven, is Egger niet getrapt. Oorzaak en gevolg met betrekking tot de Sjoa worden door hem helder beschreven. Hij blijkt bovendien een taalpurist te zijn, wat het lezen van de soms toch behoorlijk zware kost een stuk aangenamer maakt.
Hij heeft zich nu, 65 jaar na zijn geboorte, verzoend met zijn bizarre verleden dat door de omstandigheden des tijds is gecreëerd. Hij hervond zoals hij zelf stelt na een zoektocht uiteindelijk zichzelf en zijn eigen wortels. Het boek is daar het prachtige bewijs van.
ROY WONGSODIKROMO
Surinaamse Rug, Joodse buik, Wim Egger, 2009 Uitgeverij Libertador,
ISBN 978 90 61700 02 9, vanaf 24,90 euro
Nola Hatterman maakte na een korte film- en toneelcarrière vanaf de jaren dertig naam met portretten van Surinaamse creolen. Ze wilde ze bewust maken van hun eigen schoonheid. In 1953 emigreerde ze naar Suriname, waar ze een kunstopleiding opzette. Wat bezielde deze blanke vrouw om bijna uitsluitend creolen te schilderen? Speelde het koloniale milieu waaruit ze afkomstig was een rol?
Nola Portret van een eigenzinnig kunstenares. Ellen de Vries, 2008, Uitgeverij Klapwijk & Keijsers, ISBN 978 90 80677 36 4, vanaf 18,95 euro
De inboorling
Eigentijdse roman over de bizarre tentoonstelling van 28 Surinamers. Voor een kwartje extra entreegeld konden bezoekers van de Koloniale Tentoonstelling in Amsterdam in 1883 een groep van 28 echte Surinamers bezichtigen in een tent bij het Rijksmuseum. In het boek wordt zowel het verhaal verteld van een bevrijde slaaf die naar Nederland reist om koning Willem III te ontmoeten maar in een circustent terechtkomt, als van zijn nazaat die 120 jaar later ontdekt wat er is gebeurd.
De inboorling, Stevo Akkerman, 2009, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, ISBN 978 90 46805 42 8, vanaf 6,50 euro
De P van Paramaribo
Op het eerste gezicht lijkt ‘De P van Paramaribo’ van Carry-Ann Tjong-Ayong een mooi vormgegeven kinderboek, maar na een paar bladzijden heb je het al snel gezien. Het bestaat uit 28 verhaaltjes, die allemaal met een ‘P’ beginnen, zoals Pom, Poki, Para of Papaja. Die verhaaltjes gaan over de tweeling Pablo en Perla, die Surinaamse avonturen beleven. Avonturen is eigenlijk niet het goede woord, aangezien de twee niet echt veel spannends meemaken. Ze doen niet denken aan het Suriname van nu, meer aan de herinneringen van de schrijfster uit haar jeugd.
Het boek is volledig in kleur uitgegeven. Zonde, omdat er weinig tekeningen in staan. Op de pagina’s naast de verhaaltjes staan enkel gekleurde vlakken. Om de drie avonturen is er over de gekleurde vakken een kleine zwarte pentekening van de hand van Korneel Jeuken te zien. Het boek had veel spannender gekund met mooiere illustraties en met verhaaltjes die over het Suriname van nu gaan, zodat de kinderen écht een goed beeld krijgen over het land.
Carry-Ann Tjong-Ayong heeft het boek geschreven omdat ze merkte dat jonge Surinaamse kinderen die in Nederland geboren zijn, niets van hun land weten. Het boek is voor kinderen van zes jaar en ouder, maar ik denk dat de jongsten van deze doelgroep wel eens moeite zouden kunnen hebben met haar schrijfstijl. Kinderen die niet in Suriname zijn opgegroeid, zullen niet veel van de verhaaltjes snappen. Het is niet geschreven vanuit de belevingswereld van een kind, maar vanuit het perspectief van een volwassene. Het zijn de persoonlijke herinneringen van de schrijfster, de clou ontbreekt en sommige verhalen zijn doorspekt met, voor kinderen, onbegrijpelijke zinnen. Ik vraag me af of een grote uitgever van kinderboeken dit boek uitgegeven zou hebben. Mooi is echter wel dat de opbrengst van het boek voor honderd procent naar kwetsbare kinderen in Suriname gaat.
Iris Klapwijk
De P van Paramaribo, Carry-Ann Tjong-Ayong, 2009, Uitgeverij Stichting Vice Versa, ISBN 978 90 79998 01 2, 30,00 srd
In het boek ‘Suriname… gezien door kinderogen’ wordt door Surinaamse kinderen een levendig beeld geschetst van het leven in Suriname. Voor Surinamers een feest van herkenning, voor mensen uit andere landen en culturen geeft het een verrassend inzicht in de Surinamers en de Surinaamse maatschappij. Maar ook veel volwassenen waarderen het als een kunstzinnige kijk op Suriname. Zo schreven Jörgen Raymann, Cynthia McLeod en Jacob Duijm verhalen en een gedicht voor dit boek.
Suriname… gezien door kinderogen, Marie Wijk, 2008 Uitgeverij Wijk & Wijk, vanaf 17,50 euro
‘Waarom waarom’ is een nieuw prentenboek van drievoudig Gouden Penseelwinnares Annemarie van Haeringen. Het is met hulp van Surinaamse kinderen uit Moengo gemaakt. Een kleine tapir wil alles weten. Bijvoorbeeld: wat eet de kaaiman als avondeten? Dan krijgt hij als antwoord: Ga maar naar de kaaiman en vraag het hem zelf… Maar waar woont de kaaiman? De kleine tapir gaat op zoek. En dan ontdekt hij wat de kaaiman als avondeten wil hebben!
Waarom Waarom, Annemarie van Haeringen, 2009, Uitgeverij Leopold,
ISBN 978 90 25853 19 8, vanaf 13,95 euro (In Suriname nog niet verkrijgbaar)
Reizen en lotgevallen van Gustaaf Westerman
Het zeldzame boekje ‘Reizen en lotgevallen van Gustaaf Westerman’ is bij het grote publiek vrijwel onbekend. De schrijver A. van Noothoorn 1811-1851 was onderwijzer in Nijmegen en probeerde bij de Nederlandse jeugd ‘de kennis van onze West-Indische bezittingen te vermeerderen’. De jonge Gustaaf mag met zijn oom Jan mee naar Suriname. Oom Jan is ter ore gekomen dat de directeur van zijn plantage aan de drank is, de slaven mishandelt en zijn zakelijke belangen verwaarloost. Gustaaf is onder de indruk van de plantages, de schilderachtige witte huizen en de oranje-, citroen- en limoenbomen. Plantage Vreugdenrijk ligt aan een kreek die uitkomt in de Boven-Commewijne, vlakbij de post Imatappi (Imotapi). De slaven die ze aantreffen hebben ‘een vermagerd voorkomen en slopen met sombere blikken rond’. De directeur wordt van de plantage verjaagd. Oom Jan vertelt de slaven dat hij voortaan de plantage zal besturen. Ter ere van zijn komst mogen zij de volgende avond een ‘Dou’ organiseren: ‘Zoodra de negers dit hoorden, ontstond er een algemeen gejuich en geklap in de handen. Een Dou is voor hen een feest; dan mogen zij dansen, zoo veel zij willen; dan ontvangen zij rum, versnaperingen, tabak, en, zoo als bij deze gelegenheid, ook kleedingstukken’.
Dit is een typische vroeg negentiende-eeuwse roman; niet de slavernij wordt ter discussie gesteld maar slechts de excessen daarvan. Men zou met het vrijlaten van slaven hen geen dienst bewijzen. Oom Jan zegt tegen Gustaaf over de slaven: ‘Zij zijn zoo onbeschaafd en onverbeterlijk lui, dat voor hen de vrijheid is, wat vuur is voor een kind’.
In 1834 wordt in Engeland de slavernij afgeschaft. Vanaf dat moment wordt er in Nederland ook een debat gevoerd. Dit boekje moet in het anti-abolitionistische kamp geplaatst worden. Net als zoveel negentiende-eeuwse boeken leert het ons niet zozeer iets over Suriname of haar inwoners. De schrijver heeft vrijwel zeker nooit voet op Surinaamse bodem gezet. Veel meer geeft het ons inzicht in hoe in het ‘moederland’ krampachtig werd geprobeerd de onvermijdelijke afschaffing van de slavernij uit te
stellen.
Carl Haarnack www.buku.nl
Reizen en lotgevallen van Gustaaf Westerman, in de Nederlandsch West-Indische bezittingen, A. E. van Noothoorn, 1843, Uitgever Sijbrandi
De recent verschenen bundel ‘Agents of their own emancipation’ bestaat uit een bewerking van artikelen die Silvia de Groot (1918-2009) eerder in internationale tijdschriften publiceerde. De titel van het boek verwijst naar het feit dat de marrons zelf hun bevrijding bevochten hebben. Zij kregen in feite al formeel hun vrijheid door een vredesverdrag in 1760. De slavernij werd in Suriname pas in 1863 afgeschaft.
Agents of their own emancipation. Topics in the History of Surinam Maroons, Silvia W. de Groot. 2009, Amsterdam, ISBN 978 90 81415 51 4
Voor wie denkt dat er weinig over Suriname geschreven is, raadt Carl Haarnack deze bloemlezing uit 2005 aan. In ‘Noordoostpassanten’ wordt slechts een kleine greep gedaan uit de overvloed aan reisverslagen en romans die de afgelopen vierhonderd jaar het licht zagen. Om een paar auteurs te noemen: Mauricius, Teenstra, Christina van Gogh, Legêne en Ischa Meijer.
Noordoostpassanten, 400 jaar Nederlandse verhaalkunst over Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba, Michiel van Kempen en Wim Rutgers, 2005, Uitgeverij Contact, ISBN 902 54 1914 3