Santokhi versus Bouterse
Beschuldigingen en verdachtmakingen vlogen de afgelopen weken over en weer. NDP-voorman Desi Bouterse en minister van Justitie en Politie, Chandrikaperdad Santokhi,
lijken in het openbaar een vete uit te vechten, zonder dat duidelijk wordt wat er nu wel en wat er niet waar is. En terwijl de eventuele bewijzen uitblijven, nemen paniek en onzekerheid in de samenleving toe.
Het begon allemaal met het vurige betoog van Bouterse tijdens een NDP-bijeenkomst in Ocer, kort voor aanvang van het decemberproces. Een proces waarvan Bouterse nog steeds durft te beweren dat het is ingegeven door politieke motieven en dat vooral het buitenland, in het bijzonder Nederland, hierachter zit. Ook Bouterse moet weten dat Surinamers, en de nabestaanden in het bijzonder, nu eens echt willen weten wat er rond 8 december 1982 is gebeurd. En vooral: waarom?
Tijdens het feestje in het partijcentrum veegde de ex-dictator de vloer aan met Santokhi, die hij onder mee een cocaïnehandelaar noemde. De hele regering moest er trouwens aan geloven, want die ‘steelt, liegt en bedriegt en bestaat uit oplichters, boeven, schurken’. Van Bouterse zijn we dergelijke ophitserige uitspraken wel gewend; zijn aanhang smulde ervan, Santokhi ontplofte en liet zich enkele dagen later volledig gaan. En kwam op de proppen met een opmerkelijk en verontrustend verhaal over geplande moordaanslagen op hoogwaardigheidsbekleders.
Niet alleen Bouterse zou uit zijn op chaos in het land, ook de georganiseerde misdaad heeft daar belang bij volgens Santokhi, die sinds zijn aantreden twee jaar geleden de aanval heeft geopend op zware criminelen. Ook vakbonden en buitenlandse huurlingen worden bij de acties betrokken, die tot doel hebben om een machtsstaat te creëren, aldus Santokhi, die nog voor extra onrust zorgde door te stellen dat in het binnenland grote groepen zouden zijn bewapend. Maar hij weigerde details prijs te geven, waardoor zijn uithaal meer vragen opriep dan antwoorden opleverde. Bouterse sloeg een paar dagen later via partijgenoten terug, die beweerden dat Santokhi er op uit was om de NDP-voorman te liquideren.
Dat Santokhi en Bouterse van oudsher nooit vrienden zijn geweest, is een publiek geheim. Maar de vuilsmijterij van de afgelopen weken heeft menigeen verbaasd. Van Bouterse is men dat inmiddels wel gewend. Hij verschuilt zich traditiegetrouw achter spierballengebral, heeft altijd verbale bommen en granaten achter de hand die de wereld zullen doen schokken, maar die achteraf nooit tot ontploffing komen.
Wat dat betreft valt Bouterse te vergelijken met de Amerikaanse president George Bush; die heeft ook paranoïde trekjes, laat zich verkeerd informeren door zijn eigen inlichtingendiensten en ziet iedereen die geen voorstander van hem is per definitie als de vijand. En om die vijand te bestrijden mag er best wel af en toe worden gejokt of overdreven.
De wijze van reageren van Santokhi zijn we echter niet gewend. Zijn uitlatingen zijn niet de meest verstandige geweest in zijn politieke carrière. Hij had nooit in de uitgezette valkuil van Bouterse mogen trappen. Ook hij had zich moeten realiseren dat Bouterse niets te verliezen heeft, maar hij, als bewindsman, in deze moddergooierij niets heeft te winnen. In de ogen van het volk heeft de sheriff, waar een groot deel van datzelfde volk een hoge pet van op heeft, deze keer flink misgeschoten.
Het zou hem sieren de bewijzen die zijn beweringen kunnen onderbouwen, op tafel te leggen. En tekst en uitleg te geven over het feit dat hij, ondanks zijn overtuiging dat Bouterse duivelse plannen heeft, hem nog niet heeft laten opsluiten.