Mandarijn op school
Chinezen hebben sinds 1853 een onuitwisbaar stempel gedrukt op de Surinaamse samenleving. Wie had bijvoorbeeld 150 jaar geleden kunnen bedenken dat vandaag de dag elke straat in Paramaribo minstens één winkel met grote Chinese karakters op de gevel zou hebben? Zij zijn afkomstig uit alle windstreken van China, elk met hun eigen taal en cultuur. Een zeer gevarieerd gezelschap, maar toch met gezamenlijke organisaties die een centrale positie innemen in het leven van de Surinaamse Chinees: de verenigingen, de kranten, de kerk en natuurlijk de Chinese school.
Een voor een druppelen de kinderen het overdekte schoolplein op, bepakt met een zware rugtas. Voor het begin van de lessen weten de jongens nog tijd te vinden voor een kort potje basketbal, terwijl een leraar langs de kant een oogje in het zeil houdt. Om drie uur gaat de bel, en de leerlingen haasten zich naar hun lokalen om de komende drie uur ondergedompeld te worden in de karakters en de grammatica van het Mandarijn.
Naast zijn succesvolle juwelierszaak aan de Maagdenstraat is Dennis Lee sinds twee jaar adjunct-directeur van de school, gelegen aan de Dr. Sophie Redmondstraat. Op veertienjarige leeftijd vertrok hij met zijn ouders vanuit Hongkong naar Suriname, op zoek naar een beter bestaan. “Ik had geen idee waar ik terecht zou komen, ik kon Suriname niet eens op de kaart aanwijzen. We hadden er echter familie wonen die ons zou kunnen opvangen, dus de keus was door mijn ouders snel gemaakt.” In Hongkong had hij de basisschool afgemaakt en hij zat in het tweede jaar van de middelbare school. “Ik heb zelf nooit op de Chinese school in Suriname gezeten, dat had ik al in Hongkong geleerd. Man, de eerste paar jaar was het lastig hoor, ik werd hier gewoon weer naar de basisschool gestuurd! Zat ik daar tussen de kinderen die minstens vijf jaar jonger waren dan ik. Achteraf heb ik er natuurlijk wel veel aan gehad.”
Dialecten
Ook al zijn er vele verschillende vormen van het Chinees, de school houdt zich strikt aan de nationale taal, het Mandarijn. “Het is niet te doen om voor iedere streektaal een apart lesprogramma op te zetten. Er zijn zeven verschillende soorten Chinees, elk weer met zijn eigen dialecten. Dit geldt alleen voor de spreektaal, het schrift is in heel China hetzelfde. Het Mandarijn kun je zien als het Engels in de Westerse wereld, iedereen leert het op school. Voor de meeste kinderen is het geen probleem hoor, ze zijn nog jong en kunnen dus snel meekomen met de lessen, ook al spreken ze het niet thuis.”
Het onderwijs beperkt zich echter niet alleen tot de taal, de kinderen krijgen ook geschiedenis en op zaterdag is het zelfs mogelijk om lessen Chinees dansen te volgen. “De meeste ouders vinden het erg belangrijk dat een kind iets weet van zijn eigen achtergrond. Vooral de Chinezen die pas de laatste twintig jaar naar Suriname zijn gekomen zien China nog als een belangrijk deel van hun eigen identiteit, en willen dit graag doorgeven aan hun kinderen. Soms speelt de wens om ooit terug te keren ook een belangrijke rol.”
De school geeft niet alleen les aan kinderen, maar ook aan volwassenen. Surinamers kunnen lessen Chinees volgen, en Chinezen kunnen Nederlands leren. “Het Surinaamse bedrijfsleven wordt zich steeds meer bewust van de nieuwe mogelijkheden die de Chinezen hen bieden. Het grote probleem is echter de taalbarrière, vooral de ‘nieuwe’ Chinezen kunnen zich maar erg beperkt uitdrukken in het Sranan, laat staan in het Nederlands. Op dit moment volgt een aantal medewerkers van de Hakrinbank onze cursus Mandarijn. De bank wil namelijk beter communiceren met zijn Chinese klanten en investeerders. Ook in Suriname beseft men dus dat het economische belang van zowel de Chinezen als van China steeds meer toeneemt.”
Betrokken
De school is al sinds haar oprichting in 1986 een onderdeel van de Chinese vereniging Kong Ngie Tong Sang. Hun financiële steun maakt het mogelijk om de kosten voor de ouders erg laag te houden. “Voor een bedrag van vijftig srd per jaar kun je twee keer in de week les krijgen. Door sponsoring van Kong Ngie Tong Sang is het mogelijk om deze prijs vast te houden. In noodsituaties zijn zij bereid bij te springen.”
Ook de Chinese ambassade draagt zijn steentje bij. “De leerlingen hoeven niet zelf hun boeken aan te schaffen, aan het begin van elk schooljaar kunnen zij gratis schoolboeken krijgen die door de Chinese regering geschonken zijn. Zij nemen hiermee een flinke last van onze schouders, het is namelijk tijdrovend en kostbaar om zelf de boeken uit China over te laten komen.” De Chinese regering is erg betrokken bij buitenlandse Chinese scholen. “Ik kreeg vorig jaar zelfs een uitnodiging om naar een congres te komen in Peking dat door de Chinese regering was georganiseerd. Afgevaardigden van Chinese scholen van over de gehele wereld kwamen bijeen om te praten over hoe de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd kan worden, welke problemen ze tegen komen en of de regering in het desbetreffende land bereid is om hulp te bieden. Natuurlijk is het in hun eigen belang, voor China is het belangrijk dat overal ter wereld mensen te vinden zijn die Chinees beheersen, bijvoorbeeld voor zakelijke of politieke aangelegenheden. Maar dat kan ik heel goed begrijpen, en bovendien halen we er zelf ook ons voordeel uit.”
De school houdt dus nog nauwe banden aan met de regering van het land van herkomst. Past dit eigenlijk wel in de Surinaamse cultuur? Andere bevolkingsgroepen hebben natuurlijk ook hun eigen organisaties, maar daarin speelt de regering van het land van herkomst geen rol. Dennis Lee is van mening dat dit geen obstakel is. “De Surinaamse regering heeft ons nooit hulp aangeboden, ook heeft zij geen moeite gedaan om contact met ons te leggen. Toen de Chinese regering ons wilde bijstaan, maakten wij daar dankbaar gebruik van. We hebben zelf de leiding in handen, en hoeven ons niet te verantwoorden bij de Chinese regering.” Ook het idee dat de school sociale isolatie zou stimuleren stuit hem tegen de borst. “Isolatie? We stimuleren juist integratie. We leren net aangekomen Chinezen Nederlands zodat ze gemakkelijker contacten kunnen leggen met Surinamers. Ook zijn de lessen Chinees voor kinderen slechts twee keer per week. Ze gaan gewoon naar de Surinaamse scholen en ontmoeten dus ook Surinaamse leeftijdsgenoten. Wij dragen bij aan de samenleving en zorgen door onze lessen Chinees dat Suriname kan beschikken over Chinees sprekend personeel.”
MARCUS SCHUITE