Reizend rijk worden
Van oudsher reizen Surinaamse politici er lustig op los. Belangrijke en onbeduidende bijeenkomsten in alle uithoeken van de wereld worden graag bezocht, zonder dat de bevolking enig resultaat van deze snoepreisjes ziet. Rond deze tijd vinden maar liefst negentien leden van het parlement het noodzakelijk erop uit te trekken. Maar de ongekroonde reiskoning is zonder twijfel Paul Somohardjo, die vaker in het buitenland zit dan op de voorzittersstoel van het parlement, waar hij voor wordt betaald. In 2007 was hij maar liefst acht keer op pad. Ondertussen wordt hij schatrijker, dankzij de exorbitante daggeld- en representatiekostenvergoedingen.
Somohardjo moest samen met de meest reislustige NPS-er Otmar Rodgers en de welbespraakte Sharmila Mangal (VHP) dringend naar Rwanda voor een ACP-vergadering, Leendert Abauna (NPS) had vorige maand maar liefst twee weken nodig om de opening bij te wonen van de nieuwe Surinaamse ambassade in Zuid-Afrika, waarvan iedereen zich nog altijd afvraagt wat wij dáár hebben te zoeken met die permanente vestiging.
Wat voormalig vice-president Jules Ajodhia (VHP) halverwege november samen met zijn coalitiegenoten Ortwin Cairo (NPS), hendrik Sakimin (Pertjajah Luhur) en oppositielid Jules Amatsoerdi (KTPI) in Colombia te zoeken had, is niet echt duidelijk. Ook de schaarse SPA-leden kwamen aan hun trekken: Guno Castelen mocht samen met Theo Vishnudath (VVV) en Henk Deel (ACombinatie) een paar dagen op avontuur in New York, terwijl zijn partijgenoot Soecila Angoelal met een trio andere vrouwelijke parlementariërs (NPS-er Ruth Wijdenbosch, DNP-er Harriëtte Ramdin en sandra Lee van Pertjajah Luhur) iets belangrijks te doen hadden in Nigeria.
En terwijl Somohardjo in Rwanda zat, moet zijn plaatsvervanger in de Nationale Assemblee node naar de Filippijnen. Om pas op 4 december terug te keren. Alendy heeft zich zo ver van huis echter niet eenzaam te voelen, want Yvonne Ravales (DNP2000), Franklin Brewster (NPS). Soedeschand Jairam (A1) en Kries Matai (VHP) lieten zich dit gratis buitenkansje ook niet ontnemen.
Exodus
Menig parlementariër is deze weken dus weer aan zijn of haar trekken gekomen. Op zich valt er niet zoveel aan te merken op het feit dat een politicus ook eens buiten de grenzen wat ervaringen op doet, maar het tijdstip van deze tijdelijke exodus is wel heel erg ongelukkig, zo niet dom, gekozen. De behandeling van de begroting voor 2008, toch een van de belangrijkste momenten in een parlementair jaar, is stil komen te liggen omdat er niet genoeg Assembleeleden (en trouwens ook geen voorzitters) zijn om quorum te verlenen. Daarnaast rommelt het onaangenaam in het land en dreigt de pot vol sociale onrust over te koken. De ene na de andere ontevreden of verongelijkte groep nestelt zich in de Palmentuin of op het Onafhankelijkheidsplein, in de hoop een luisterend oor te vinden bij de mensen die zij in het machtscentrum hebben gezet. Maar die hebben het, inclusief de president, veel te druk met gewichtiger zaken. Reizen bijvoorbeeld.
En dan is er nog het decembermoordenproces, dat de sfeer en spanning in het land om te snijden maakt. Je zou denken dat volksvertegenwoordigers, voor het geval het uit de hand loopt, op zo’n moment bij hun volk willen zijn. Maar nee. Want al die buitenlandse bezoeken hebben een belangrijke reden, wilde ondervoorzitter Alendy journalisten op een weinig overtuigende manier laten geloven. “Je moet erbij zijn. Het kan niet zo zijn dat we in Suriname zijn en alleen de Surinaamse zaken volgen en de internationale ontwikkelingen links laten liggen.” Kortom, het is na die uiteenzetting nog altijd onduidelijk waarom men zo graag ‘daar’ moet en niet ‘hier’ wil zijn.
Maar aan die politieke reislust zit misschien ook een positieve kant. Tenminste volgens de Duitse tekstschrijver en zanger Reinhard Mey: ‘Laat ze reizen, laat ze reizen, zolang ze maar niet proberen te regeren! Dan komt het ooit wel goed met het land’. Alleen triest dat het zoveel geld kost en zij die zich toch al over de hoofden van de bevolking heen weten te verrijken, er slechts beter van worden.
Want het kost ons belastingbetalers een vermogen om onze politici op pad te sturen. Men vliegt collectief business class, en vangt daarnaast al snel een slordige 250 dollar per dag aan onkostenvergoeding op. Terwijl tijdens menig congres of bezoek alles kosteloos tot in de puntjes is verzorgd.
Reizende politici schieten er persoonlijk dus niet echt bij in als ze voor land of volk op pad gaan. Maar wat het de staat nu precies kost, is onduidelijk. De regering verzuimt sinds dit jaar op de begroting de geplande kosten van buitenlandse reisjes te vermelden. In 2006 gebeurde dat nog wel (700.000 srd), maar afgaande op de vele reizen die ook toen al werden gemaakt, zal dit bedrag ver overschreden zijn. En dus voer je het van de begroting af en verstopt je het onder een andere noemer, zodat het kiesvolk je later niet voor de voeten kan werpen dat je je niet aan de financiële afspraken hebt gehouden.
Belang
Tot slot terug naar Somohardjo. Hij is binnen de huidige kliek bestuurders de absolute recordhouder als het gaat om het maken van buitenlandse tripjes. Tripjes waar hij vooraf steevast over zegt dat het geen snoepreisjes zijn, maar dat ze bedoeld zijn om Suriname (alweer) op de wereldkaart te zetten en om zaken te doen ‘in het belang van de totale Surinaamse samenleving’. Om vervolgens na terugkeer met een flinterdunne samenvatting te komen van wat hij allemaal in dat verre vreemde land heeft gedaan. En wat het belang voor de Surinaamse samenleving was, is bij iedere reis van hem totaal onduidelijk gebleven.
Somohardjo mag op vergaderdagen zelfs 750 dollar opstrijken (en hij zorgt er ongetwijfeld voor dat hij iedere dag wat te vergaderen heeft), en mag bovendien nog voordat hij in het vliegtuig op Zanderij stapt alvast 1.200 dollar ‘representatiekosten’ in zijn zak steken. Voor een mooi pak of zo, en een bloemetje voor de gastvrouw in het land van bestemming. Geen wonder dus dat de voorman van het Javaanse volk dit jaar al een keertje of acht op pad is geweest, wat hem, bovenop zijn toch al riante salaris, enkele tienduizenden US dollars aan extra vergoedingen heeft opgeleverd.
Dat staat in schril contrast met de nauwelijks (omgerekend) 100 dollar aan AOV waar de oudjes in Suriname het iedere maand mee moeten doen. Maar ja, zo hoor je Somohardjo denken, die hoeven niet in dure hotelsuites, een parlementsvoorzitter waardig, de nacht door te brengen.