Culturele vrouw Marie Starke
Marie Starke (62) is een culturele vrouw die binnen bepaalde kringen van onze samenleving veel respect afdwingt. Tijdens de viering van Blaka man dey, eerder dit jaar, ontving ze de Kankantri-award. Tijd dus om met ‘Mama Marie’ in gesprek te gaan. “Veel zogenaamde bonu sma maken een hoop kabaal.” Wie is Marie Starke?
“Ik ben de oudste in een gezin van dertien kinderen. Mijn vader kwam uit Cottica en mijn moeder uit Para. Mijn vader overleed vroeg, ik was vijftien en hij toen 39. Mijn moeder bleef met al die kinderen achter en natuurlijk is de zorg dan al gedeeld door de oudsten. Mijn moeder overleed tien jaar na mijn vader, zij was 49. En ja, dan is er natuurlijk een heel gezin, met al die kinderen. Maar de families van zowel mijn vader als moeder namen een groot deel van de zorg over. Ik ben geboren als culturele vrouw. Op school ging het leren niet, ik keek naar de juf en naar de kinderen, de mensen in het algemeen. En ik ‘zag’ dan dat er een probleem lag bij deze of gene. Het leven zelf werd mijn universiteit.”
Wat is een culturele vrouw?
“Geestelijk leidsvrouw, maatschappelijk en sociaal werkster, kinderverzorgster, opvoedster, ga zo maar door. Het beslaat alle praktische en spirituele vlakken van het menselijk bestaan. Als we ons allemaal aan de positieve waarden en normen zouden houden ging het stukken beter met alles, ook met het land! In de ziekenhuizen bijvoorbeeld, zou er naast de dominee en de pastoor best een cultureel werkster of werker kunnen zijn. Kijk naar de diepe binnenlanden van ons land: niet altijd is er een dokter. Maar als die er wel is pakt hij alleen de symptomen aan en niet de wortels van de kwaal. Maar juist dan zijn er de wiri’s, de kruiden, die doordringen tot in de wortel van de kwaal. Heel veel van de moderne geneesmiddelen zijn geënt op diezelfde kruiden. Dan neem je toch liever de echte?”
Welke problemen pakt u zoal aan?
“Het is lang niet altijd een ‘cultureel-spiritueel’ probleem waar de mensen mee te maken hebben. Soms zijn ze gewoon te vermoeid en gestresst. Na het baden met rustgevende kruiden knap je al zo op. Zuiver water en manja- en zuurzakbladeren, er is zoveel dat de rust geeft die nodig is. Maar die dingen gooien we weg! We kiezen te vaak voor een chemische oplossing in de vorm van een pilletje. De chemie verpest. En de door de chemie verpeste dingen zijn het ergst; kleur- en smaakstoffen en de zogenaamde ‘medicijnen’ op de groenten. Het is geen medicijn, het maakt de mensen ziek. Laat de mensen dingen uit de natuur nemen, kersen, manja, pommerak, mandarijn, noem maar op. Als jij te veel hebt, breng dan de overschotten naar kindertehuizen of bejaardenoorden of zelfs de ziekenhuizen. Weet je hoeveel mensen er naar snakken om zoiets te vinden als fruit? De kinderen gaan met een cola naar school. Geef ze toch gezonde dingen mee! Mensen mogen alles verkopen, maar als ouder moet je opletten. En juist als je weinig geld hebt hoef je die dure dingen niet te kopen, haal fruit en groenten van je eigen erf. Al heb je maar een paar vierkante meter grond, planten kan altijd en overal.
“Veel zogenaamde bonu sma maken een hoop kabaal. En dan roepen ze dat er iemand is die wisi op je zet en betaal je kapitalen voor een veel onzin. Maar in de meeste gevallen ligt het probleem bij de mensen zelf. Of is het een kwaal die met je beroep te maken heeft gehad, in de zin van te veel belasting voor bepaalde lichaamsdelen. Onrustig leven en oververmoeidheid, te veel stress, kleur- en smaakstoffen bestrijdingsmiddelen en de zenuwen veroorzaken de problemen. En dan moet je met veel rust genezen en met de kruiden baden die de rust tot in de wortels bewerkstelligen.”
Wanneer was het voor u duidelijk dat u een culturele vrouw bent?
“Ik was net zestien toen ik mijn eerste keer bewust ‘gewerkt’ heb. Meestal begint het binnen de familie. In dit geval betrof het mijn nichtje van, destijds, vier jaar oud. Ze lag op de grond en bewoog niet meer. Op dat moment kwam die ‘jeje’ en deed ik wat er gedaan moest worden en baadde haar. Anana Keduaman Keduapon de Almachtige doet het werk; de mens, ook ik, is werktuig. Je hoeft niet altijd moeilijk te doen. Soms is kalebaswater al voldoende in combinatie met het gebed, de woorden dus. In het Surinaams is het krabasi ‘kra-basi’. Kra is de ziel, en basi betekent baas. Dus de krabasi zelf is dan het instrument.”
Gaat u zelf naar een kerk?
“De dwang om naar de kerk te gaan? Daar werden wij als zwarten toe gedwongen, want de mensen van de kerk waren bang voor de zwarte cultuur. Die lui zagen met eigen ogen wat we konden doen en welke kennis we hadden. Maar geen dominee of pastoor kan mij komen vertellen wat ik moet doen. De rollen zijn gekeerd! Niemand kan mij verbieden het leven te leiden wat ik leef. Ik ben een Zwarte Vrouw, ja met hoofdletters, en draag mijn zwarte cultuur uit. Dat moet, want ook in het binnenland dient men weer respect te krijgen voor het eigene en vooral voor de Granman, want daar schort veel aan. Men is begonnen het westers materialisme na te bootsen en daar begint alle ellende. Anana, God, zorgt voor ons allemaal. Maar als we doen en laten wat we willen dan gaat het niet lukken.”
Wat is op dit moment nodig voor Suriname?
“Sociale daadkracht! Daar moet de nadruk op liggen. De zorg is verdwenen uit ons denken. Iedereen heeft het moeilijk. Maar als de nadruk ligt op geld en goederen, zelfs bij de granmans in het binnenland, en men vergeet te zorgen, dan vernietig je het leven. Zorg voor het milieu, de bossen, de mensen en ook de dieren, alles heeft zorg nodig. Ruim de rommel op in huis en op het erf maar beperk je daar niet toe. Je straat, de buurt en het land zelf. Hou de boel schoon. Wacht niet af tot je iets krijgt maar steek de handen uit de mouwen. Die winti laten bitawiri groeien en zeg dan niet ‘ik heb niets’, maar ga er mee aan de slag! Doe iets en wacht niet tot de hemel naar beneden komt, want dat gebeurt toch niet. En vooral let op de kinderen, geef ze houvast en leer ze waar het werkelijk om draait: om liefde en mededogen.”