Telecom mer en kwel
‘De Telesur mobiele abonnee die u belt, is momenteel niet bereikbaar.’ Hoewel Digicel en Intelsur respectievelijk vier en tien jaar geleden een aanvraag deden om in Suriname te mogen opereren, worden we nog dagelijks met dit soort teksten geconfronteerd. Omdat zowel Telesur als Intelsur het nog altijd te vroeg vindt om over interconnectie te spreken, is het bij het ter perse gaan van Parbode vrijwel zeker dat Digicel niet op 1 september ‘live’ kan gaan. Telesur-directeur Dirk Currie, die zich niet met vertragingstactieken bezig zegt te houden, laat zijn beleid beïnvloeden door consultants die afgelopen twee jaar het liberaliseringproces van de telefoonmarkt in Trinidad saboteerden.
Voorlopig zie ik het nog niet gebeuren”, zegt Philip van Dalsen, directeur van Digicel Suriname, in een gesprek half augustus. Voor de zoveelste maal heeft Telesur die ochtend een bespreking met Digicel afgezegd, naar eigen zeggen omdat het staatsbedrijf het te druk heeft met voorbereidingen. “Ik ben klaar om vanaf 1 september diensten aan te bieden in Suriname, maar Telesur en Intelsur weigeren om rond de tafel te gaan zitten om over interconnectie te praten. Zonder interconnectie kunnen onze klanten niet naar abonnees van andere providers bellen en dat schiet natuurlijk niet op.”
Sinds de Telecommunicatie Autoriteit Suriname (TAS) op 16 april 2007 de publiekrechtelijke taken van Telesur heeft overgenomen, zijn we nog weinig opgeschoten. Volgens Van Dalsen heeft Telesur de registers en dossiers aanvankelijk niet overgedragen en is het duister of dat nu wel is gebeurd. Intelsur en Digicel hebben de licentiegelden van drie miljoen US dollars betaald en wachten nog altijd op de bankgarantievoorwaarden. De enige beweging lijkt te komen van de werkgroep die iedere woensdag de annexen van de kort geleden gepubliceerde modelovereenkomst bespreekt.
Ook daar werd behoorlijk veel tijd voor uitgetrokken, zeker als je bedenkt dat het om de aanpassing van bestaande KPN-annexen ging. Dat vond minister Apensa van Transport, Communicatie en Toerisme ook. Ze besloot de deadline van 12 september naar 30 augustus te verschuiven, onder hevig protest van zowel Telesur als Intelsur. Leliënhof: “Doordat de minister de deadline heeft verschoven, moeten wij nu meer opschieten. Dat is erg vervelend.”
Telesur-directeur Dirk Currie benadrukt zich vooral aan de wetten te willen houden. “Alles moet wettelijk goed zijn geregeld. Als je in een situatie terechtkomt zonder richtlijnen, kan het een warboel worden.” Hoewel de Wet Telecommunicatievoorzieningen (TCV) uit 2004 al ruim vier maanden geleden is goedgekeurd, ziet de Telesur-topper blijkbaar toch nog leemtes in de regelgeving die besprekingen in de weg staan. Currie: “We hebben al ervaring met interconnectie. In 1998 kwam er een lokale provider op de markt. Toen was er geen adequate regulering en dat heeft dus niet het gewenste resultaat opgeleverd.” De lokale provider, ICMS, heeft de strijd acht jaar geleden inderdaad niet doorstaan en is na twee jaar failliet gegaan. Currie houdt echter voet bij stuk: “Voordat alle afspraken gemaakt zijn, gaan we niet over interconnectie praten.”
Interconnectie
Het is de vraag of hij ook zo precies met zijn eigen afspraken omgaat. In een brief van 12 juli 2007 aan Van Dalsen, Apensa en de TAS beloofde hij met besprekingen over interconnectie te beginnen zodra de TAS de modelovereenkomst in het Advertentieblad van de Republiek Suriname zou hebben gepubliceerd. Op 10 augustus is dat gebeurd, maar er is nog altijd geen vergadering belegd en Telesur heeft bij het ter perse gaan van Parbode nog geen enkele reactie laten horen. Vanaf half augustus is Currie voor vakantie in het buitenland en zonder zijn handtekening kunnen er geen besluiten worden genomen.
Hoewel het technische gedeelte van de interconnectie slechts enkele dagen hoeft te kosten, bestaat de kans dat Telesur ook hier moeilijk over gaat doen, vreest Van Dalsen. “Telesur heeft namelijk telefooncentrales van twee verschillende merken, Ericsson en Nortel. Digicel gebruikt alleen Ericsson-installaties. Als Telesur gaat eisen dat wij Nortel-apparatuur aanschaffen, moeten we nog drie maanden extra op de levering wachten”, aldus Van Dalsen. “Van een belangrijke medewerker van Telesur heb ik echter al te horen gekregen dat interconnectie erg gemakkelijk te realiseren is en we simpelweg de Ericsson-installaties aan elkaar kunnen koppelen. Helaas heeft deze uitspraak tot grote interne strubbelingen binnen de Telesur-directie geleid.”
Moeras
Intelsur/UTS, dat in Curaçao al mobiele diensten verzorgt, schaart zich naar het voorbeeld van de monopolist. Sinds half juli leunt het bedrijf lui achterover en houdt het zich verre van alle overleg. Armand Zunder, manager support van Intelsur, kan nog niet precies zeggen wanneer het bedrijf operationeel wordt: “We zijn wat verrassingen tegengekomen. Niet alle sites die we hadden gekozen waren optimaal. Ze bleken bijvoorbeeld in een moeras te vallen.” Digicel is het enige bedrijf dat op wil schieten. Eric Leliënhof, directeur van Intelsur: “We gaan ons zeker niet haasten om anderen ter wille te zijn. Sommigen houden zich niet aan wetten en rechten, maar Telesur gelukkig wel.”
Probleem is dat de providers niet onder dezelfde wetgeving vallen. Digicel en Intelsur vallen onder de nieuwe Wet TCV en Telesur is nog altijd een staatsbedrijf dat onder de Telegraaf en Telefoonwet uit 1945 valt. Behalve dat Telesur geen licentiefee of bankgarantie heeft moeten betalen, betekent dat ook dat de TAS het bedrijf nergens toe kan dwingen.
Toch hoopt Currie dat Telesur na vier jaar eindelijk onder de nieuwe regelgeving zal vallen en een naamloze vennootschap (NV) wordt. “Telesur is een bij de wet ingesteld bedrijf. We functioneren vergelijkbaar met een NV, maar zijn dat niet. Om dat te bereiken, hebben we een concessie nodig, maar dat loopt via het parlement en daar gaat veel tijd overheen. Je wilt in dezelfde positie zijn als de andere spelers op de markt.”
Telesur zegt dan ook heel erg open te staan voor concurrentie. Currie: “Het nadeel van monopolist zijn is dat men altijd klaagt.” Klanten vergelijken de Surinaamse telecomdiensten te veel met Nederland en Amerika, vindt hij. “We worden niet vergeleken met de rest van de Caraïben. En niemand ziet bijvoorbeeld dat een abonnement voor het vaste net in Nederland veel duurder is dan hier.”
Consultants
Toch bleken de diensten van Kurleigh Prescod meer dan welkom. Als opvolger van Lisa Agard adviseert hij Telesur tijdens het liberaliseringproces, volgens Currie vanwege zijn ervaring. “We wilden graag een deskundige uit de regio, niet een Europeaan. Hij is professor op de West Indische Universiteit van Trinidad en Tobago en heeft veel ervaring.” Van Dalsen: “Lisa Agard was president legal regulatory van TSTT/ Cable Wireless in Trinidad. Samen met Kurleigh Prescod heeft zij destijds de liberalisering van de telecommarkt in Trinidad gefrustreerd. Vorig jaar voorzag zij Telesur een aantal maanden lang van advies. Dat ze nu een beroep op Prescod doen, zegt mij meer dan genoeg.”
Prescod vermeldt bovenaan zijn CV inderdaad dat hij zijn kennis van telecommunicatieprincipes, technologieën en praktijken in wil zetten voor de ontwikkeling van de nationale Informatie en Communicatietechnologiesector. Zijn laatste werkgever was de Telecommunications Services of Trinidad en Tobago (TSTT), voor wie hij onder andere de onderhandelingen over interconnectie op zich nam. Als manager van de Regulatory Services hield hij zich tussen september 2004 en oktober 2005 ook al bezig met zaken rond concessies, licenties en overheidsbeleid. Via Telesur is hij in ieder geval niet bereikbaar voor commentaar, omdat de telefoniste niet van zijn bestaan af zegt te weten.
Credibility-check
Ook op overheidsniveau wordt het spelletje meegespeeld. Toen de algemeen directeur van Digicel voor besprekingen naar Suriname zou komen, probeerde het consulaat daar een stokje voor te steken. Van Dalsen: “We kregen van een medewerker van het consulaat te horen dat er een speciale toelatingsprocedure voor Ieren was: pas na een credibility-check van tien dagen zou onze Ierse directeur het land in mogen. Uiteindelijk is dit overigens niet gebeurd.”
Digicel, dat in 22 andere landen mobiele diensten verzorgt, heeft dit soort processen eerder meegemaakt. In Trinidad en Haïti speelden zich enkele jaren geleden vergelijkbare scènes af. Van Dalsen: “In Trinidad zijn we in februari operationeel geworden. Dat hebben we uiteindelijk via de rechter moeten spelen, omdat staatsbedrijf TSTT/Cable Wireless ontzettend tegenwerkte. In Haïti was het zo lastig om interconnectie te realiseren dat we het uiteindelijk zonder hebben moeten stellen. In ruil voor een simkaart van de concurrent hebben we klanten toen gratis een nieuw toestel en een simkaart van Digicel aangeboden. De mensen lagen een paar weken lang in rijen op de stoep te wachten, het was een daverend succes. De concurrent heeft toen de helft van haar klanten verloren.”
Of Digicel ook in Suriname zonder interconnectie live zal gaan, wil Van Dalsen niet zeggen. “Suriname is geen gemakkelijk land om in te investeren. Begin september zijn we helemaal klaar om operationeel te worden, maar zoals het er nu naar uitziet, is er dan nog geen interconnectie. In feite is de markt dus nog steeds niet geliberaliseerd, zoals de politiek destijds heeft beloofd. Hoe dan ook kunnen de klanten binnenkort met meerdere providers bellen. Suriname kan immers niet eeuwig aan het lijntje worden gehouden.”
INGE VAN DER HOEVE