‘Ik kan niet zonder mijn plantjes, ze zijn verslavend’
De Tourtonnelaan 198 is de achtste van een reeks bezoeken aan kwekerijen van divers pluimage. Want de woeste, ongerepte natuur van de Surinaamse jungle is overweldigend, maar het geeft ook véél voldoening om de natuur naar je toe te halen en naar je eigen hand te zetten. Waar kun je dan terecht en wat is er zoal aan groen te krijgen, wat zijn de mogelijkheden en de trends?
Tweeënzestig wordt ze, de Hindoestaanse Wiesje Goelela, en ze is vijfentwintig jaar actief als kleine zelfstandige. Ze woont, kweekt en verkoopt aan de ouderlijke woning op de Tourtonnelaan 198, schuin tegenover de Schietbaanweg. De tafeltjes met planten en bakken met fruit staan opgesteld aan de voorzijde van het huis en het kleine verkoopkraampje direct aan de weg fungeert als trekker. Ze doet alles helemaal zelf, vertelt ze trots om er aan toe te voegen: “Ik ben een gescheiden vrouw, pas op latere leeftijd is mijn huwelijk ontbonden. Soms denk ik, ik heb zo veel tijd verloren, kostbare tijd… Het planten leidt me af, het is mijn lust en mijn leven.” Als er iets gebouwd moet worden, kan ze een beroep doen op scholier Ray, die haar in zijn vrije tijd helpt. Om het ondernemersrisico te spreiden, verkoopt ze ook fruit. “Van de verkoop van plantjes alleen kan ik niet leven. Het fruit koop ik op krediet, ik verkoop het met een klein percentage opslag.”
Gedurende ons bezoek dienen zich regelmatig klanten aan, maar dat is helaas ook wel eens anders, vertrouwt ze me toe. Toch is er geen haar op haar hoofd die aan stoppen denkt. “Het houdt me goed, ik geniet ervan.”
Woestijnroos
Ze blikt terug: “Eerst werkte ik ’s ochtends nog in de huishouding, maar toen ik op leeftijd raakte, ben ik daarmee gestopt. Nu kan ik mijn tijd zelf indelen, al kun je niet continu bezig zijn. De zon is te fel, toch. Ik ben gewoon begonnen met wat ik leuk vind en wat goed gaat: chrysanten, Surinaamse rozen, kleine margrieten. Ik kon me nooit honderd procent erop toeleggen, had altijd andere zaken die aandacht vroegen, maar was toch aldoor met planten bezig.
“Ik heb me met zo´n beetje alle soorten wel beziggehouden. Nu doe ik veel Surinaamse orchideeën en anthuriums. Wil je ze zien?” We lopen langs het huis naar achteren, waar op de voorgrond allerlei planten en struiken groeien en bloeien: mini faja lobi´s, varens, bougainvilles, vruchtenplantjes, groenteplantjes. Wat verderop staan aan de linkerzijde vele emmers vol met mooie, bloeiende anthuriums en rechts, hangend in potjes, de orchideeën, beide soorten beschermd door schaduwgaas. Ze zucht even: “Het onkruid groeit en groeit maar! En een orchidee vraagt veel tijd. Ze moeten nu gesplitst worden; gelukkig komt een meisje me in de vakantieperiode daarbij helpen.” “Mooie woestijnroos heb je staan!”, klinkt het plotseling achter ons. Het is Lucille Ngadino van de zondagse plantenmarkt in de Cultuurtuin en eigenaresse van Lucy’s Garden aan de Waldi Zuiverloonstraat, iets verderop, bij wie Wiesje haar bloempotten inkoopt. Ik kijk naar de grote vetplant, met lieflijke roze bloempjes. “Die heb ik een keer gekregen”, licht Wiesje toe. “Ik heb gewoon geluk, als ik iets plant dan weet ik dat het gaat groeien. Ik heb er al heel veel nieuwe plantjes van gemaakt. Eigenlijk moet ik hem verder naar voren schuiven, hij wil de volle zon.”
Mall
Ze verkoopt altijd ongeveer even veel, zegt Wiesje. “Als ik echt vooruit was gegaan, zou ik eten verkopen, maar die droom is nooit werkelijkheid geworden. U kent de economische situatie hier, iedereen die koopt, vraagt korting! Toch lukt het me om de eindjes aan elkaar te knopen.” Nieuwe bedrijvigheid aan de Tourtonnelaan zorgt voor donkere wolken aan de horizon. “Nog dit jaar schijnen er een supermarket en een mall aan de overkant van de weg te gaan komen. Precies tegenover mijn kraampje. Je doet er niets tegen, maar ja, ik zit er wel mee… Ik weet ook nog niet wat ze allemaal gaan verkopen.” Ze laat het er in elk geval niet bij zitten en is bezig om haar entree op te knappen. Ook heeft ze enkele amandelbomen geplant, voor een verzorgde aanblik en de noodzakelijke schaduw. “Zo probeer ik de mensen hier naartoe te trekken.”
Je moet niet lui zijn, is haar credo, gewoon door blijven gaan. “Het zijn moeilijke tijden, niemand gaat je iets geven. Veel mensen kweken zelf. Ik zeg wel eens: ‘Er zijn meer verkopers dan kopers.’ Ook bij de zondagse Tourtonnemarkt, die hier voor de deur wordt gehouden zie je dat. Ik verkoop er mijn eigen plantjes en het fruit. Soms vragen andere mensen me om voor hen te verkopen, soms brengen mijn zusjes wat planten. Je hebt de Kwattamarkt, Jozef Israelmarkt, de Cultuurtuin, de mensen kunnen naar zo veel markten. De toekomst? Ik blijf altijd positief: komt tijd, komt raad. Ik kan niet zonder mijn plantjes, die zijn verslavend. ´s Morgens als ik wakker word, was ik me even, en dan ren ik naar ze toe!”
Sandra Wijhenke
Favoriet van mevrouw Wiesje Goelela
Tourtonnelaan 198
Tel. 420 690
“Ik hou van de vossestaart (asparagus densiflorus meyerii-SW) met heel veel fijne bladeren in de vorm van prachtige pluimen. Ze blijven meestal zonder bloemen, maar als ze toch bloeien, is het met hele kleine witte bloemetjes en daarna komen er oranje zaadjes.”