Na het slikken de cel
Wie op de Johan Adolf Pengel-luchthaven wordt gepakt met drugs, is zwaar de pineut. Er volgt een lijdensweg, die de verdachte in een onaangename cel op Nieuwe Haven doet belanden. Parbode mocht even naar binnen.
De losse elektriciteitsdraadjes die uit de airco-installatie hangen, doen vermoeden dat de laatste zuchtjes frisse lucht al lang geleden zijn verdwenen. In de kale ruimte van niet meer dan vijftien vierkante meter staan twee houten stapelbedden en een bureau met een open zak brood er op. Op een kleine stoel zit een blond meisje van begin twintig. Verveeld neemt ze trekjes van haar sigaret. Ze staart door de deur van dunne rode tralies in de richting van de met koffers gevulde gang van politiebureau Nieuwe Haven.
Drie dagen eerder is ze gepakt op Zanderij, nu moet ze op het bureau in de noodcel zitten tot ze heeft gepoept om te zien of ze bolletjes heeft geslikt. “Het ergste is dat er geen matrassen op de bedden liggen”, vindt de Nederlandse. “Ik word normaal behandeld, maar slaap verschrikkelijk. Ik heb de hele dag pijn in mijn lichaam.” Verder praten mag ze niet, dat we in het cellenhuis worden toegelaten is op zich al bijzonder. Maar uitgebreide interviews met verdachten zijn niet toegestaan.
Per maand verrichten douane, militaire politie en ‘gewone’ politie zo’n tien aanhoudingen op het vliegveld. Een stuk minder dan vijf jaar geleden, toen werd ruim het dubbele aantal smokkelaars gepakt. “Dat is vooral doordat er steeds minder mensen drugs smokkelen naar Nederland”, vertelt agent Baran van de Narcoticabrigade. Toch waagt menigeen nog de kans. “In Nederland worden nog veel meer smokkelaars aangehouden dan hier, ongeveer vijf keer zo veel. Dat komt door de honderd procentcontrole op Schiphol. Vooral de bodyscan is daar nuttig, meer dan de helft van alle smokkelaars die we oppakken zijn bolletjesslikkers. Maar ook in koffers wordt nog veel gevonden.”
Emmers
Baran erkent dat het cellenhuis geen vijfsterrenhotel is. “Het is hier niet heel luxe”, zegt hij als hij het tl-licht van de wc’s aanklikt. De geel beslagen tegeltjes aan de muren zien er uit alsof ze al lang niet zijn schoongemaakt, en ook de met propjes wc-papier bezaaide wasbak en de verroeste spiegel voldoen niet aan het predicaat ‘mooi’. In het kamertje zijn twee wc’s en een douche. “Daar moeten ze hun behoefte in doen”, zegt Baran, wijzend naar een stapel vieze emmers in de hoek. “Anders kunnen ze de bolletjes weer doorspoelen.
“En vervolgens moeten ze de drugs er zelf uit vissen. Met hun handen. Geen fris klusje, maar wij gaan het ook niet voor ze doen. We blijven er wel bij, ook als ze aan het poepen zijn. En eerder dan dat ze gepoept hebben laten we ze niet gaan. Soms kan dat wel tien dagen duren. Dan denken slikkers slim te zijn door het zo lang mogelijk uit te stellen. Maar het maakt voor ons niet uit. Wij wachten wel.”
Ronselaar
De slikkers en andere smokkelaars die op het vliegveld worden gepakt werken vaak voor iemand anders. Door smokkelaars op te pakken worden de handelaren daarom niet echt geraakt. “Dat is ook erg lastig”, vindt Baran. “Zodra een smokkelaar is opgepakt willen ze vaak niet praten. Niet meer dan ongeveer één op de tien is bereid een naam te noemen. De rest weigert dit. Ze zijn toch al gepakt, denken ze, dus dan zal dat ook niet meer helpen. Mochten we een naam krijgen, dan is dit de naam van een ronselaar, degene die mensen ronselt om drugs te smokkelen. Maar de ronselaar werkt voor een handelaar, dus zelfs als je de ronselaar weet te pakken, heb je de handelaar nog niet.”
Geldschieter
Baran schetst een piramidevormig schemaatje op een papiertje om de structuur duidelijk te maken. “Dan is het ook nog zo dat de handelaar een geldschieter heeft. Dit is de man bovenop de piramide. De man die ook het meest verdient aan de handel. De drugs komen nooit bij hem terecht, hij zorgt alleen voor het geld. Hij heeft daarom schone handen. Maar door hem kunnen anderen drugs verhandelen. Wie deze man is, daar kunnen wij eigenlijk nooit achter komen. Misschien is het zelfs wel een hoogwaardigheidsbekleder.”
Verbetering
Toch lijkt er langzaam maar zeker verbetering in de situatie te komen. Baran: “Het is vooral cocaïne dat vanuit Suriname naar Nederland wordt gesmokkeld. Dit komt uit landen als Colombia, Bolivia en Peru vandaan. Voorheen gebeurde dit veel door middel van droppings vanuit vliegtuigjes in het binnenland. Maar nu we daar steeds beter op controleren, gebeurt dat minder. Er komen nog wel drugs via Guyana en Frans-Guyana binnen, maar er gaat ook veel rechtstreeks vanuit deze landen naar Europa. Dus komt er hier minder terecht.
“Ook wachten we nog op hulp vanuit Nederland. Zij willen ons misschien een bodyscanner geven, zodat we ook op Zanderij beter kunnen controleren. Maar ja, of die er ook echt zal komen… we wachten ook al jaren op een systeem zodat de bolletjes automatisch uit de ontlasting kunnen worden gefilterd. Toch zouden ze er goed aan doen ons te helpen. In essentie is drugssmokkel natuurlijk een Nederlands probleem. Het is immers Nederland waar de cocaïne voor bestemd is en terecht komt.”
Het blonde Nederlandse meisje poepte enkele dagen na ons bezoek enkele tientallen bolletjes uit. Binnenkort velt de rechter een oordeel over haar nabije toekomst. Het verblijf in het cellenhuis van Nieuwe Haven is alvast een harde leerschool voor haar geweest.