Lieve Ma
Tante Esselien van Doornegat is een bekende verschijning in Suriname en Nederland. Wekelijks ontvangt ze bij ‘Raymann is Laat’ beroemdheden, die ze liefdevol over de knie legt. Regelmatig vertelt ze over haar man Rudie en haar zeven kinderen van acht verschillende vaders. Parbode wist één van deze kinderen in Suriname te traceren. Hij is bereid om zijn gedachten, opgetekend in brieven aan zijn moeder, met onze lezers te delen.
Lieve Ma,
‘Tante Es for Pres!’ is inmiddels een gevleugelde uitspraak in stad en district, dus daar wil ik in deze brief geen aandacht aan besteden. Dat u formeel nog steeds niet hebt toegezegd dat u volgend jaar in mei het hoogste ambt in onze mooie republiek gaat aanvaarden, laat ik deze keer ook even terzijde. We weten toch wel dat u het doet. Het steeds wildere paniekvoetbal en het rondrennen als een kip zonder kop, wat is ontstaan bij de huidige politieke elite nu uw presidentschap steeds dichterbij komt en onafwendbaar blijkt, zal u ook in Nederland niet zijn ontgaan. Ook daar hoef ik dus geen aandacht aan besteden.
Nee, er is een andere, meer dringende kwestie die uw aanstaande staatkundige aandacht behoeft. Ons mooie en veel te korte onafhankelijke Suriname dreigt opnieuw van haar natuurlijke rijkdommen beroofd te worden. Het gaat allemaal wat subtieler dan pakweg tweehonderd jaar geleden, maar het is niet overdreven om te stellen dat een neo-kolonisatie schrikbarend dicht voor de deur staat. Deze keer niet door westerse multinationals; die hebben zo langzamerhand zo veel maatschappelijke verantwoordelijkheid in hun beleid gestopt en doen zo erg hun best om in elk geval de schijn te wekken dat ze oprecht betrokken zijn bij de ontwikkeling van ons land dat je bijna gaat denken met filantropische instellingen te doen hebt. Het is, voor de verandering, ook niet het huidige politieke establishment dat ons natuurlijke kapitaal voor een appel, een ei en een stroopwafel onder de tafel door weg wil geven. Tevens zijn het (en dit gaat sommige lezers misschien wat te ver maar u en ik weten wel beter) geen levensvormen van andere planeten die het op ons hout, zoet water of versgedraaide bami hebben voorzien.
Nee, in dit geval gaat het om grote ondernemingen van Verre Oosterse oorsprong die een slinkse manier bezigen om ’s Lands kinderen tegen elkaar uit te spelen, met als enig resultaat er zelf beter van te worden. Hun vooruitgestuurde afgezanten hebben onze landgenoten in het binnenland middels een even huichelachtige als meelijwekkend doorzichtige ouwe-jongens-krentenbrood benadering in de waan gebracht dat de bodemschatten in de aan hen toegewezen gebieden ook daadwerkelijk aan hen, en alleen aan hen, toebehoren.
Nu begrijpt iedereen die helder nadenkt dat alles wat op en in Surinaamse grond, wateren of lucht aanwezig is ook aan alle Surinamers toebehoort. Niet alleen aan hen die toevallig daar wonen of een klein stukje bezitten. Dat onze binnenlandse broeders en zusters dit niet van de regering willen aannemen kunnen we hen, gezien hun generatielange ervaringen met loze beloftes en nooit waargemaakte toezeggingen van ongeacht welke voorgaande regering, natuurlijk niet kwalijk nemen. Ook is het geen kwestie van het niet gunnen van welvaart en ontwikkeling. Integendeel, laat ze zelf maar ontdekken dat het bezit van een Ferrari, twee Hummers, drie jetski’s en wat kleingoed in de vorm van plasmatische wijdschermen, jacuzzi’s, waterbedden en enkel- of dubbeldeurs koelkasten met ijsblokjesreservoir weer een geheel andere vorm van hoofdpijn oplevert. Het gaat er om dat de opbrengsten van deze natuurlijke schatten mede ten goede komen aan sectoren die het hard nodig hebben. Medische voorzieningen, onderwijs, bejaarden en wezenzorg, infrastructuur (wat ook in het binnenland wel handig zal zijn met al die Ferrari’s en Hummers), om er maar een paar te noemen. Daarom aan u, Lieve Moeder, de vraag om bij wijze van een soort prépresidentieel inzicht uw aanstaande onderdanen in het binnenland het verhaal te vertellen van betovergrootvader Van Doornegat die, na het ontdekken van ruwe olie op onze familiegronden in Saramacca, eerst een Cadillac, twee buitenvrouwen en drie Havana-sigaren voor zichzelf aanschafte, maar daarna de hele santenkraam blijmoedig overdroeg aan lanti. Wij Van Doornegats weten tenslotte hoe het hoort. Ik ben er van overtuigd dat ze dat ook in het binnenland van u zullen aannemen!
Uw toegenegen buitenkind,
Jan-Piet-Klaas van Doornegat