Boeken & ZO
Balades au Suriname
Philippe Boré is geboren en getogen in Bretagne, maar woont al jaren in Frans-Guyana. Hij is uitgever, schrijver en vormgever en werkt vrijwillig als natuurbeschermer. Een paar jaar geleden maakte hij de eerste Surinaamse reisgids in de Franse taal. Nu is de tweede en herziene druk uit, editie 2010-2011, met dezelfde mooie titel ‘Balades au Suriname’. Philippe was vroeger grafisch ontwerper en dat is te zien. Het is namelijk een prachtige reisgids geworden, grotendeels zwart/wit, 250 pagina’s in kleur drukken is nu eenmaal onbetaalbaar. Volgens de statistieken gaan per jaar 30.000 Frans-Guyanezen naar Suriname.
Het aantal zou trouwens flink hoger kunnen zijn als men op het Surinaamse consulaat in Cayenne een beetje doorwerkt. Er zijn klachten van hoteliers in Paramaribo omdat reserveringen worden afgezegd, in de trant van ‘ze doen in Cayenne niet meer dan twintig visa per dag’. Beetje zonde, want de buren zijn meer dan welkom.
‘Balades au Suriname’ is een complete gids, alles over Suriname staat er in en goed in verhouding. Geen ellenlange verhalen, maar snel schakelend langs de vele onderwerpen. Niet alleen gangbare bestemmingen, maar ook de achtergronden van Suriname, geschreven in een heldere stijl. Als deze reisgids wordt vertaald in het Nederlands, dan zou het een zware concurrent zijn van Dominicus of Elmar. Maar ze kunnen gerust zijn, de markt is verzadigd met vier Nederlandstalige gidsen (de recente ANWB-gids en Buitenkansjes van Parbode meegeteld). Een Engelstalige gids van Suriname missen we nog, straks wordt die misschien gemaakt in het andere buurland.
Philippe vraagt hopelijk bij de derde druk een Surinaamse corrector, want er staan wat kleine fouten in. We weten heus wel dat de ‘Jessunstraat’ de ‘Jessurunstraat’ is en anders maar wat ronddwalen daar in de buurt. En als je Dumburg steeds niet kan vinden dan zie je het hele land, en kun je van heel Suriname genieten.
Jaap Hoogendam
Balades au Suriname, Edition 2010-2011, Philippe Boré, 2009, ISBN 9782951154858
Over de kwaliteiten van schrijver/journalist Anil Ramdas is altijd weinig discussie geweest. Totdat zijn jongste boek ‘Paramaribo, de vrolijkste stad in de jungle’ eerder dit jaar verscheen. Het werd door veel recensenten beschouwd als het begin van de ondergang van zijn intellect. Daardoor lijken de vele hoogstandjes die hij produceerde in de vergetelheid te zijn geraakt. Volkomen onterecht, getuige bijvoorbeeld ‘Een Surinaamse ballade’, een fotoboek met haarscherpe teksten van Ramdas en illustraties van Fred van Dijk.
Een Surinaamse ballade; ‘Wel de snack maar niet de saus’, Anil Ramdas en Fred van Dijk, 1995, De Bezige Bij, ISBN 9023453352
Natuurhistorische reisverhalen van reizigers waren vooral in de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw een bloeiend subgenre binnen de reisliteratuur. Voor de bundel ‘Van Spitsbergen naar Suriname’ verzamelde Anne Troelstra tal van belevenissen van historische reizigers, voorzien van inleidingen en biografische gegevens over de auteurs. Zoals de titel al doet vermoeden zit daar ook een bijzonder relaas bij van een reis naar Suriname.
Van Spitsbergen naar Suriname, Anne S. Troelstra, 2008, Uitgeverij Atlas, ISBN 9789045000817
130 jaar Nieuw Nickerie
Ter gelegenheid van de viering van 130 jaar Nieuw Nickerie op 8 augustus is een gedenkboekje uitgebracht. Best wel bijzonder, want in de boekhandel vind je maar zelden iets over de tweede stad van Suriname. Even overwoog ik na het lezen van de eerste twee alinea’s van het voorwoord van districtscommissaris Shankar het boekje maar ter zijde leggen. Hij besefte bij het schrijven niet dat het jubileumwerk ook voor de gewone burger leuk en begrijpelijk moet zijn. Voorbeeld: ‘Het resultaat van dit arbeids- en toewijdingsproces kan dan ook gedestilleerd worden uit Nieuw Nickerie van waaruit in overheids als particuliere zin beleid en beheer geëntameerd en geïmplementeerd wordt voor centrum en periferie, de ontwikkeling, rehabilitatie, consolidatie en versterking van haast elke facet en elke aspect van het maatschappelijk moreel leven en het maatschappelijk moreel functioneren’. Pfffff… Los van het feit dat geen hond begrijpt wat hij bedoelt, is het ook nog eens beroerd Nederlands. Wil je het boek leuk blijven vinden, dan moet je de overige dertien onleesbare alinea’s van Shankar negeren. Vervolgens word je beloond met alleen maar leuke weetjes over het 130-jarige verleden en het heden. Van de wording via De Punt en Nieuw Rotterdam tot de huidige stand van zaken. Afgewisseld met droge opsommingen, zoals wie wanneer landdrost of districtscommissaris was. Waaruit je wel kunt leren dat de Hollanders het pas halverwege de jaren vijftig van de vorige eeuw aandurfden om een Surinamer het district te laten besturen. Soms is de taal in het boekje een beetje te ambtelijk. Maar wie in pakweg dertig bladzijden een compleet verhaal over het bijzondere stadje wil lezen, doet er verstandig aan de publicatie aan te schaffen. Om vervolgens tot de conclusie te komen dat de slogan ‘Nickerie, de glimlach van Suriname’ eigenlijk helemaal niet zo gek nog gekozen is. Maar sla het voorwoord van Shankar over.
Armand Snijders
130 jaar Nieuw Nickerie, 2009, uitgave Districtscommissariaat i.s.m. de commissie ‘Herdenking 130 jaar Nieuw Nickerie’
Het schrijnende contrast tussen arm en rijk is een van de grootste problemen van onze wereld. Tegenover de welvaart in het Westen staat het trieste beeld van economische achterstand en sociale stagnatie in veel ontwikkelingslanden. Die mondiale scheefgroei heeft een lange voorgeschiedenis. In ‘Kapitalisme, kolonisatie en lokale cultuur. Arme en rijke landen in historisch perspectief’ wordt de geschiedenis van arm en rijk op wereldschaal beschreven.
Kapitalisme, kolonisatie en lokale cultuur. Arme en rijke landen in historisch perspectief, Dick Kooiman, 2009, KIT Publishers, ISBN 9789460220142
‘Op bezoek in Suriname’ is een van de boekjes in de Wereldreeks van het Koninklijk Instituut voor de Tropen, KIT. De Wereldreeks is bestemd voor kinderen van negen tot vijftien jaar. In de serie verscheen eerder ook ‘Een bezoek aan Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten’. Via het boekje kunnen jonge lezers op een gemakkelijke manier kennismaken met de geschiedenis, het landschap, de bevolking, traditie en de cultuur van het land.
Op bezoek in Suriname, Karen Bos, 2009, KIT Publishers, ISBN 978906834549
Krishna tegen Koning Khans
Het boek ‘Krishna tegen Koning Khans’ vertelt een oud verhaal dat zich afspeelt in het huidige India. Schrijver J. Nandoe heeft ervoor gekozen om met een simpele, vlotte schrijfstijl het verhaal toegankelijker te maken voor de hedendaagse lezer. In de stad Mathura verandert de wrede koning Khans het leven van de inwoners in een hel. Hij heeft een sterk leger en houdt zijn machtspositie nauwlettend in de gaten. Op het moment dat Khans zus, Dewki, trouwt hoort hij een stem die hem vertelt dat de achtste zoon van het echtpaar hem zal vermoorden. Koning Khans is bezorgd en houdt zijn zus nauwlettend in de gaten bij elke bevalling. Hij zorgt ervoor dat hij haar alle kinderen ontneemt totdat zij bij de achtste zoon een visioen krijgt van de Almachtige Vishnu en besluit een list te bedenken. Zij ruilt in het diepst van de nacht haar baby om met een nietsvermoedende, onlangs bevallen vrouw. Haar zoontje blijkt de verlosser te zijn en zijn naam is Krishna. Koning Khans opent de jacht op Krishna maar stuit daarbij op veel tegenstand.
Het boek is geschreven aan de hand van een ouder verhaal. Het thema: de boze koning versus verlosser, de zoon van God, is direct herkenbaar. Vanaf het eerste hoofdstuk is te voorspellen hoe de rest van het verhaal zal verlopen. Koning Khans is tenslotte het kwaad en zal bestreden moeten worden. Een aantal spanningselementen maakt dit boek echter het lezen waard. Daarnaast zorgt de schrijfstijl dat het verhaal makkelijk wegleest en dat de aandacht niet snel verslapt. Maar om dit boekje hoogstaande literatuur te noemen, gaat een stap te ver. Het is simplistisch en taalkundig niet van hoog niveau. Jammer dat de schrijver niet meer gebruik maakt van de mogelijkheden om van een traditioneel verhaal een diepzinniger, moderner geheel te maken. Dat neemt niet weg dat het vermakelijk is om een paar uurtjes te overbruggen op een hete zondag-middag.
Romie Raaphorst
Krishna tegen Koning Khans, J. Nandoe, 2008, Uitgeverij Ralicon, ISBN 9991489231
‘Ik geloof in jou’ is, zo zeggen de samenstellers, het resultaat van een omvangrijk proces met als doel een positieve bijdrage te leveren aan leerling gericht en kindvriendelijk onderwijs in Suriname. Bij het boek hoort een dvd. In het boek staan vijftien interviews met bekende Surinamers, maar ook verhalen van gewone burgers uit het hele land. Jonge kunstenaars hebben gezorgd voor een kleurrijke inbreng.
Ik geloof in jou, 2009, ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov) en de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand (VVOB)
‘Remnant Stones, The Jewish Cemeteries of Suriname: Epitaphs’ gaat over de joodse geschiedenis in Suriname. In het Engelstalige boek zijn transcripties verwerkt van 1.700 grafteksten, daterend van 1666 tot 1904. Bovendien wordt de ruïne van de synagoge uit de zeventiende eeuw te Jodensavanne nauwkeurig beschreven. Het boek draagt vooral bij aan de kennis over Jodensavanne, destijds de enige vrije joodse nederzetting op dit continent.
Remnant Stones, The Jewish Cemeteries of Suriname: Epitaphs, Aviva Ben-Ur en Rachel Frankel, 2009, Hebrew Union College Press, ISBN 9780878202249
katholieke missie
Adrianus Bossers (Raamsdonk 1825- Paramaribo 1898) arriveerde in mei 1867 in Suriname om het katholieke zendingswerk te helpen opbouwen. Het boek van Bossers geldt nog steeds als een standaardwerk over de katholieke missie in Suriname. Wat dit boek interessant maakt, is dat Bossers gebruik maakt van interessant archiefmateriaal, zoals brieven van missionarissen. Zo citeert hij uit een brief van Pater Wennekers van 5 maart 1821: ‘Ik heb gisteren den Directeur der plantage Toledo, waar ik die kinderen en de Creolen-mama gedoopt heb, gesproken. Toen ik hem naar Hanna, de Creolen-mama, vroeg, weidde hij sterk uit in den lof dier oude negerin, en zeide, dat hij zich niet genoeg over haar kon verwondere… Tevoren moest zij schier elke week om leugentaal, dieverij, luiheid enz. geslagen worden. Eertijds ten uiterste onwillig en onbuigzaam, doet zij nu alles gedwee’.
Plantage Toledo was eigendom van een rooms-katholieke Ier, Richard O’Ferrall. Maar Bossers is zelf ook ooggetuige van een belangrijk deel van de geschiedenis die hij beschrijft. Zo is hij een tijdgenoot van Petrus Donders. Over Donders schrijft hij onder meer: ‘In het bovengenoemd jaar 1868 begon de E.P. Donders het bekeeringswerk der Caraïben, een veel woester en wantrouwender volk, en meer aan den drank verslaafd dan de Arrowakken. De volwassenen zijn, om hunne onverschilligheid en bedorven zeden, minder voor den godsdienst toegankelijk’. Donders reisde per tentboot door de Coppename, Wayombo en Nickerie. Een dergelijke reis duurde zeven of acht dagen. De bekeringspogingen van Donders vragen vele offers en inspanningen en zijn niet altijd vruchtbaar. Volgens Bossers hebben deze Indianen wel godsdienstige gevoelens maar ‘hunnen oude liefde voor een zwervend bestaan vernietigt al het goede’. De net door Donders bekeerde ‘indianen’ zijn naar de Corantijn vertrokken, op een plek waar zij voor de missie onbereikbaar zijn.
Carl Haarnack
Beknopte geschiedenis der katholieke missie in Suriname, door een Pater Redemptorist (Adrianus Bossers), 1884, Alberts, Gulpen
In 1915 verscheen voor het eerst ‘Leven van den eerbiedwaardigen dienaar Gods Petrus Donders’, geschreven door N. Govers. In 1933 werd een herdruk uitgegeven, waarbij als ondertitel werd toegevoegd ‘apostel der melaatschen in Suriname’. Dertien jaar later verscheen de hier beschreven uitgave, aan de ondertitel ‘indianen’ werd toegevoegd. Het boek kreeg een aparte omslagtitel: ‘45 jaren onder de Tropenzon’.
Leven van den eerbiedwaardigen Petrus Donders C.Ss.R.: apostel der Indianen en melaatsen in Suriname (45 jaren onder de Tropenzon), N. Govers, 1946, Roosenboom, Heerlen
Dit boek geeft een prachtig inzicht in de geschiedenis van de eerste redemptoristen in Suriname. Het bevat een aantal mooie foto’s van katholieke kerken en schoolkinderen. Een groot portret van Petrus Donders ontbreekt uiteraard niet. Dat er bij de makers nog weinig bekendheid was met Suriname, mag blijken uit het onderschrift bij een foto van een groepje indianen: ‘Een Boschnegerkamp’.
Een halve eeuw in Suriname, 1866-1916. Ter dankbare herinnering aan het gouden jubilé van de aankomst der eerste redemptoristen in de missie van Suriname door eenige missionarissen derzelfde missie, 1916, ’s Hertogenbosch