Bekende namen op De Oranjetuin
Eén ding is zeker: doodgaan we allemaal.
De stoffelijke resten worden soms begraven en soms gecremeerd. In deze rubriekbezoeken we rustplaatsen. Hoe groot is de laatste eer die nabestaanden hundierbare overledene willen geven, welke rituelen zijn onmisbaar voor zijnzielenrust? Parbode leeft mee.
De ‘Engel van Fernan-des’ valt direct op als je de begraafplaats De Oranjetuin aan de Nassylaan hebt betreden. En het vuilnis! Onvoorstelbare bergen vuil. Direct achter de oude bakstenen muren gedumpt. Toevallig wel op plaatsen tegenover enkele aan de begraafplaats grenzende horecagelegenheden. We worden op ons verzoek toegelaten door een vriendelijke heer die al dertig jaar in de woning woont die min of meer tussen de graven is geplaatst. “U moet wel voorzichtig zijn”, waarschuwt hij. “Want er zit een flink aantal nesten van Braziliaanse bijen. Ik heb al vaker de brandweer gebeld, maar tot nu hebben ze geen actie ondernomen.” Ook klaagt hij over de vervuiling. Het lijkt wel een nieuwe mode om dak- en thuislozen de schuld van alle rommel te geven, terwijl het merendeel van de autobezitters eenvoudigweg de lege petfles het autoraam uitgooit en stadse volksstammen hun huisvuil, ijskasten en andere zaken op stille plekken dumpen. We besluiten de bijen te negeren en lopen, toch wel heel voorzichtig, de begraafplaats op. Er is geen sterveling te bekennen. Hoog boven alles uit torent ‘Moeders graf’. Johanna Wildeboer is hier te rusten gelegd. De andere stenen van het familiegraf zijn aan weerszijden geplaatst, alle uitgevoerd in rood natuursteen, maar veel kleiner. Het verdriet om haar verscheiden zal wel evenredig zijn geweest aan het formaat van de steen.Vele bekende namen: Spong, Van Dijk, Fernandes. Op een van de stenen een kleine foto. De martiale knevel van Julius Gustaaf Kaersenhout is zo voor het nageslacht bewaard gebleven. Wie gaat er schuil achter deze prachtige snor? We besluiten het telefoonboek ter hand te nemen, en beginnen gewoon bij de eerste en beste Kaersenhout uit de gids. Nummer drie geeft gehoor. De heer Kaersenhout is verbaasd: “Wat zegt U? Een Kaersenhout op die begraafplaats? Daar weten we niets van. Wat we wel weten is dat een tak Kaersenhout naar Nickerie is getrokken, en deze Julius Gustaaf moet tot de Paramaribo – tak behoren.” De volgende dag belt de heer Kaersenhout ons op.“Het blijkt hoogstwaarschijnlijk het graf van mijn overgrootvader te zijn,” zegt hij opgetogen. “Ik weet niet welk beroep hij had, maar mijn grootvader was goudsmid.” ‘Den werker rust’ staat onder het portretje te lezen. In elk geval een indicatie dat ook Julius Gustaaf Kaersenhout niet stil heeft gezeten. Er zijn vele zogenoemde tabletop graven te vinden. Deze kenmerken zich door stenen die vrijwel plat op het graf zijn geplaatst en typerend zijn voor graven uit de laat zestiende en de zeventiende eeuw. In Engeland kunnen liefhebbers van historische begraafplaatsen bijvoorbeeld naar het plaatsje Painswick. Daar zijn de beroemde table top graven een toeristische trekpleister. In De Oranjetuin niet. Het onderhoud en beheer van deze oudste begraafplaats van Paramaribo zijn in handen van het ministerie van Binnenlandse Zaken, nadat deze in 1961 gesloten werd voor nieuwe graven. En het zijn gedetineerden die hier regelmatig de benodigde onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.
|