Jaap Hulscher, Stadsherstel Amsterdam
De Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname bestaat op 1 augustusop de kop af tien jaar. En hoewel er intensief geïnventariseerd, gelobbyd engenetwerkt is, kan de stichting niet op méér gerenoveerde panden bogen dan opdat ene tegenover het fort waarin zij zelf gehuisvest is. Tijd om voornemens indaden om te zetten, vindt de stichting zelf, vindt de gemeenschap, vindt zelfsde overheid. Om ervaringen uit te wisselen en het kussen wat op te schudden wasJaap Hulscher van Stadsherstel Amsterdam N.V. begin juli voor de tweede keerhier op bezoek.
Tien jaarStichting Gebouwd Erfgoed. Het wordt nu tijd omdie periode af te ronden, er eenpunt achter te zetten. En aan de slag te gaan.Want koloniaal verleden of niet,het is Suriname’s verleden en veel te mooi omverloren te gaan in een poel vanbetonnen nieuwbouwkolossen en bakstenentreurigheid.
Wanneer is StadsherstelAmsterdam ontstaan?
“Stadsherstelis geboren uit protest tegen de gemeente. Deoverheid wilde het verwaarloosdenaoorlogse Amsterdam het liefst slopen:grachten dempen, huizen wegbreken voorbrede vierbaanswegen en ruimeboulevards, die muffe wijkjes als de Jordaan en deNieuwmarktbuurt met de grondgelijk maken en er luchtige nieuwbouwwoningenplaatsen… Daar kwam Stadshersteltegen in opstand. Met hulp van banken enverzekeringsmaatschappijen is in 1956een vervallen hoekpandje aan deBrouwersgracht gekocht en opgeknapt, waarna ergeschikte huurders werdengevonden om het project en het onderhoud medemogelijk te maken. Later ging degemeente overstag om nog later eenenthousiaste partner te worden, maar in hetbegin vocht Stadsherstel tegen debierkaai. Wat dat betreft, is de situatie voorSuriname veel gunstiger, omdathier de regering beslist niet onwelwillendtegenover de plannen tot herstel vanhet antieke huizenbestand staat. Niet voorniks is Paramaribo op dewerelderfgoedlijst van de Unesco geplaatst. Daar kanmen trots op zijn, maarhet schept ook verplichtingen.”
Er gebeurt tot nu toe nieterg veel met de monumenten in Paramaribo, toch?
“Het probleemis dat de overheid de gelden niet lijkt tehebben voor ingrijpende renovatie. Dedirecteur van de Stichting GebouwdErfgoed Suriname, Steven Focké, staat al inde startblokken, het kriebelt enjeukt bij hem van dadendrang. Maar dan moet ereerst op bestuurlijk niveau ietsveranderen, want een stichting kan geen beheerhebben. Daarom is men nu bezigmet een aparte NV met eigen statuten, waarinverschillende partners deel zullenhebben.”
Ging het in Amsterdam ook zomoeizaam?
“InAmsterdam hebben we gezocht naar bedrijven die hun wortelshebben in de stad.Banken, maar ook ondernemingen als Heineken bleken zeergeïnteresseerd indeelname. Ook hier blijken banken enverzekeringsmaatschappijen belangstellingte hebben in participatie tegen eenlager rendement. Omdat zij natuurlijk ookzien dat een stad gebaat is bij eenopgeknapt uiterlijk; het verhoogt deeconomische daadkracht, heeft eenaanzuigende werking op bezoekers. Het kan debinnenstad ook na sluiting van dewinkels levendig maken. Bovendien stijgt degrondwaarde, wordt het opeens topof the bill om in de binnenstad tewonen, kortom een heel scala vanvoordelen. Nog afgezien van het feit dat hetprettiger leven is in een mooieomgeving… Die belangstelling vanuit hetbedrijfsleven is mij in januari van ditjaar al kenbaar gemaakt en tijdens ditbezoek is dat nogmaals bevestigd.”
Dus het Surinaamsebedrijfsleven staat in de rij?
“Vóór ze ergeld in willen steken, moeten eerst deverantwoordelijkheden, de rechten enplichten, alle afspraken waterdichtvastgelegd zijn. Want dat het vertrouwen vanhet bedrijfsleven in de overheidnou overdonderend groot is, kun je niet echtzeggen. Om de houding van deoverheid af te tasten hebben we tijdens onsvoorlaatste bezoek ook gesprekkengevoerd met minister Wolf en met Stanley Sidoel,directeur Cultuur. En daarproefde ik ook dat enthousiasme. Niet zozeer om hetHollandse verleden, daarhebben we het helemaal niet over gehad, maar ze zienenorme toekomst in eenbinnenstad die weer intact is. Goed, de overheid zou duséén van de partnersmoeten zijn. Maar dan moeten ze, vindt het bedrijfsleven,ook financieel overde brug komen, anders zou het veel te vrijblijvend worden.En al beschikt deoverheid niet over contante middelen, ze hebben wél gebouwen.Daar zouden ze eréén of meer van ter beschikking kunnen stellen. Die gebouwenvertegenwoordigeneen geschatte waarde die men om niet voor aandelen in zoukunnen brengen.”
Maar het duurt allemaal zolang. Hoelang kan men nog wachten?
“Het isvijf voor twaalf: verschillende monumenten staan opinstorten, het is nu ofnooit, je hoeft niet hemelbestormend te beginnen, maarer móét nu begonnenworden! Zoals Stadsherstel Amsterdam met één pandje isbegonnen, zo kan denieuwe NV ook met één of twee pandjes beginnen. Twee pandenwaar je het eerstebusinessplan op baseert, met voorkeur voor panden van destaat, zodat die zijninbreng heeft geleverd. In Nederland ligt het dividendaan onze financiers opvijf procent. Dat wordt ieder jaar uitgekeerd, of derente nou op drie of twaalfprocent staat, dat maakt niet uit. Hier in Surinamezou je kunnen zeggen: steldie uitkering van het dividend één keer uit enbetaal de overige jaren zesprocent tot je het hele verschuldigde bedrag hebtingehaald. Stel, narestauratie, een commerciële huur vast, dus geen verhuur aanoverheidsinstellingenmaar aan goedbetalende particulieren en koop dan jevolgende project op.”
Hoe krijg je financierszover dat ze er geld in willen steken?
“Belangrijkis dat bij alle partners de neuzen dezelfde kantop staan. Het is niet eenvoudigom je commerciële partners ervan te overtuigendat samenwerking met de overheidwél succesvol kan zijn zolang alle afsprakengoed zijn vastgelegd. Iemand moetnu het voortouw nemen, en als je de juistevoorwaarden schept, dan kanstadsherstel ook in Paramaribo een succes worden.Zoals het, niet alleen in zo’nveertig tot vijftig steden en dorpen inNederland glansrijk is nagevolgd, maarook in Willemstad op Curaçao met zo’nzestig panden een geweldige vlucht heeftgenomen; daar is het kunstje óókgelukt!”
Wie moet de renovatiesuitvoeren?
“InNederland kennen wij de Stichting Herstelling. Daarmeeis in de afgelopen jarennauw samengewerkt. Het is een opleiding waar oudeambachten worden bijgebracht:metaalbewerking, timmerlieden, schilderen,metselen. Jongeren die juridisch defout in waren gegaan, kregen de kans om viadeze opleiding te assisteren inrestauratie van Stadsherstel. Op open dagenmochten ze dan hun familie envrienden laten zien wat ze allemaal met hun eigenhanden hadden gepresteerd. Datwerkte: de jongeren waren in de regelongelofelijk trots op wat er wasneergezet. Hier heb je de SAO. Daaruit zou jedezelfde ambachtslieden kunnenrekruteren. Natuurlijk zou justitie ermeeakkoord moeten gaan, maar als blijktdat je er jongeren mee op het rechte padkrijgt én houdt, waarom zou je dat danníét willen?”