Wan lobi tori
‘De Piloot’ werd hij genoemd, die junkie die je bij het uitgaanscentrum op de Van Sommelsdijckstraat je parkeerplaats wees en voor eenpaar extra centen je auto nog even door een sopje sloeg. Mariano de Miranda,ooit inderdaad piloot, maar al veertien jaar aan lager wal en zwaar aan dedrugs. Tot hij begin dit jaar zijn grote liefde van weleer ontmoette en voorhaar afkickte. De piloot is geland, maar met zijn hoofd nog in de wolken.Onlangs is hij getrouwd met Marion, zijn reddende engel. Wan Lobi Tori.
Ze komenhand in hand binnen en ze gaan hand in hand weg. Dolgelukkig en in de zevendehemel, stralend van verliefdheid. En clean, o zo clean. Mariano vertelt overzijn leven. “Ik kom uit een heel goed gezin, mijn vader was jurist bij deABN-bank en we woonden waar nu Het Park staat, aan de Grote Combéweg. Dat helegrote erf was van ons, mijn broers, ik heb er acht, hadden er paarden, mijnmoeder plantte maïs en groente…
“Nee, zelf was ik niet zo in paarden geïnteresseerd, voormij waren het vliegtuigen, van jongs af aan. Ik verslond de boeken daarover.Natuurlijk kende Suriname geen druk luchtvaartverkeer. Toen niet en nog steedsniet. Maar als ik er eentje over hoorde vliegen, een DC3, een DC6 of eenConstellation, dan rénde ik naar buiten om te kijken. Zanderij, mijn vader hadniet zo veel tijd om me daar naar toe te brengen, maar toen ik groot genoeg wasging ik met de bus naar Zorg en Hoop, piloot, dát was mijn jongensdroom, mijnideaal!”
Sportvlieger
“Maar in Suriname kon je alleen een opleiding alssportvlieger krijgen, verder niets. Dus ben ik na mijn eindexamen van de AMSbij de overheid gaan werken. Op vakantie in Nederland zag ik in De Telegraafeen oproep voor een internationale vliegschool in New Jersey. Natuurlijk heb ikdirect gereageerd. Ik mocht een soort toelatingsexamen en ik werd toegelaten!In 1976 ging ik. Wel moest ik van mijn vader m’n Nederlands paspoort verruilen.Want ik zou daar, tussen al die Hollanders, Afrikanen en Scandinaviërs, als Surinaamsstaatsburger mijn land uit gaan dragen. Ik kreeg ook onze vlag mee: die moestwapperen tussen alle andere vlaggen van mijn medestudenten.”
Angst
“Als ik erop terugkijk: het was de mooiste tijd van mijnleven. De opleiding was heel praktijkgericht, dus vanaf de eerste dag moest ikeerst een paar uur in de klas en daarna naast de instructeur in de cockpit. Hijdeed het voor en daarna mocht jij het proberen. Mijn eerste les? Proberen rechtte vliegen. Was niet zo moeilijk, nee. Je moet proberen de neus van het toestelop de horizon te richten. Wat ik me herinner… ? Angst!
“Op het moment dat je in zo’n kleine Piper Seneca naast jeinstructeur zit en heel duidelijk voelt hoe de grond onder je verdwijnt, ik wasecht bang. Dat is een sensatie die je alleen in kleine tweemotorige toestellenondergaat. Net als de invloed van de wind: hoe groter het vliegtuig, hoemakkelijker het te vliegen is en des te minder je last hebt van externefactoren. Na zes maanden, ik had toen mijn 250 vlieguren gemaakt, mocht ikexamen doen in Commercial Flying en Blindvliegen. Maar op grote toestellen, datmocht pas als ik 23 jaar was en er minimaal vijftienhonderd vlieguren op hadzitten.
“Ik was net 21 toen ik in Suriname terugkeerde. Solliciterenbij Gum Air om aan mijn vlieguren te komen. Maar boven Suriname had ik nognooit gevlogen. Dat heb ik van Piet Gummels geleerd. Hij is helaas een paarjaar geleden gecrashed, maar nog altijd is hij een groot voorbeeld voor me. Watheb ik van die man veel geleerd! Want bushflying is echt gevaarlijk. Omdat je,wat navigatie betreft, geen extra hulpmiddelen hebt. Geen radar. Piet leerde mede belangrijkste markeringspunten herkennen; de bergtoppen, de heuvels, despecifieke bochten in de rivieren.
“Pas na een paar vluchten liet hij me alleen gaan. En kreegik álle trajecten wel een keer: Kaisergebergte, Botopasi, Djumu, Palumeu,Wasjabo. De KLM had op Palumeu twee helikopters ingezet om het gebied vanuit delucht in kaart te brengen. Die moesten van brandstof worden voorzien. Enkennelijk vonden ze mij zo goed dat ik werd gevraagd om hun DC3 vanaf Zanderijom de dag naar daar te vliegen. Dan gingen de stoelen er uit en debrandstoftanks er in. Dat was griezelig hoor, je was echt een vliegende bom. Enjetfuel kan je met water niet blussen.”
Vlieginstructeur
“Eén week voor de coup ben ik weggegaan om mijn AmericanAirline Rating en mijn diploma tot vlieginstructeur te halen. En ben ruim zesjaren in Amerika gebleven in dienst van een chartermaatschappij die op hetCaribisch gebied vloog.
“Of ik ooit de dood in de ogen heb gekeken? Ja, één keer. InVenezuela, ik vertrok van Maracaibo en de trim vertoonde kuren. De trim? Nou,een vliegtuig heeft, door de krachten van buiten, de tendens om de neus op tetrekken, dus zou je de hele vlucht het stuur naar voren moeten drukken. Daaromis de trim uitgevonden, hij zit onder de staartvleugel en houdt het toestel inbalans. Je kunt hem vanuit de cockpit bedienen, maar er was iets mis mee en,wat ik vergeten was, ik vloog op de automatische piloot. Dus ik zag die neussteeds meer optrekken, maar ik kreeg hem niet horizontaal.
“Het probleem is: als die neus té hoog steekt neemt desnelheid dramatisch af en loop je het risico dat de neus plotseling loodrechtnaar beneden buigt en je in een spin terecht komt. En een spin, daar kom je nade derde draai nooit meer uit, dan sla je te pletter. Gelukkig realiseerde ikme net op tijd de automatische piloot, die schakelde ik uit en handmatig kon ikhet toestel toen weer recht krijgen. Maar het zweet stond om m’n voorhoofd.
“November 1987 ben ik weer naar hier gekomen. En een jaarlater ging het mis: twee mannen die me, eigenlijk vrij direct, vroegen of ikeen kilo coke voor ze mee wilde nemen naar Nederland.
“Het ticket kreeg ik vergoed plus zesduizend Nederlandse guldens.Voor het geld hoefde ik het niet te doen; mijn maandsalaris was al hoger. Ikzei ‘ja’ om het avontuur. Op Zanderij ben ik al aangehouden. Wat ik pas laterbegreep: die kerels hadden zelf de politie getipt, zodat een ander met veelmeer kon doorlopen, ik was de katvanger. Vier jaar heb ik gekregen
“Toen ik vrijkwam kon ik geen kant meer uit. Mijn familie? Mijn moeder was helemaal kapot,geschokt, haar heb ik heel veel pijn gedaan. Daarom spijt het me zo dat ze meniet nu kan zien, ze is vorig jaar overleden, ver voordat ik Marion terugzag enaf ben gekickt. En mijn broers, sommigen wilden misschien wel helpen, maar toengebruikte ik al drugs.
Leegte
“Waarom ik er ooit aan ben begonnen… niet uit wanhoop hoor,dat niet. Eerder vanuit een soort grote leegte. Een uitzichtloos, doelloosbestaan. Niets om voor te leven. Een vriend nam me mee naar zijn dealer. En ikdacht: waarom ook niet?! Dus heb ik daar ook een pitje gekocht. Ik moest ervreselijk van overgeven, maar nog dezelfde dag gebruikte ik wéér. Roken, hè,nooit spuiten, maar wel heroïne en coke. Crack. Als je dat een dag of vijfblijft doen, zit je er opeens aan vast. Niet dat je je dat realiseert. Maar ’sochtends, je wordt wakker en je voelt je beroerd. En dat gaat over als jegerookt hebt. Gestolen heb ik nog nooit, inbreken, dingen van mensen wegnemen,het zit gewoon niet in me. Dus parkeerde ik auto’s van de mensen, nou ja, weesik een plek aan en bewaakte ze. Of waste ze, alles tegen betaling, natuurlijk.”
Vlinders
Marion Busscher (49 “Het was 1987, ik was net gescheiden enbleef achter met drie kinderen. Om er even uit te zijn wilde ik mijn oom opSint Maarten bezoeken, de kleintjes bleven zolang achter bij m’n ouders. M’noom woonde daar. En, ik herinner het me als de dag van gisteren, ik zat daar opde bank, de buitendeur ging open en Mariano kwam binnenlopen. Ik keek naar hemomhoog en whám, béng, het was meteen raak! Helemaal verliefd, vlinders in m’nbuik, zoiets had ik écht nog nooit eerder meegemaakt… liefde op het eerstegezicht… die ogen, alsof hij er met eyeliner een lijntje omheen had getrokken…
“We hebben die dagen veel met elkaar opgetrokken, met deauto naar Mullet Bay, dansen bij Pique Paradis aan de Franse kant… eerst nogals vriendjes maar al gauw als geliefden. Na twee weken moest ik terug. Dat waszó vreselijk, huilen, huilen, huilen, op het vliegveld, in het vliegtuig,thuis…
“Toch hielden we contact. Bellen, schrijven, over detelefoon vroeg hij me ten huwelijk en in december van dat jaar zou ik naarSuriname komen, ik was al naar Amsterdam geweest voor mijn visum. Maar toenkwam mijn ex weer opduiken. Hij wilde het tóch nog een keer proberen. Ik stondvreselijk in dubio. Vond eigenlijk dat ik de kinderen hun vader niet kononthouden. Zo ben ik in 1989 hertrouwd, ik was inmiddels in verwachting vanmijn jongste. En ik wist vrijwel meteen dat ik de verkeerde keuze had gemaakt.Mariano heb ik het in een brief van drie kantjes geprobeerd uit te leggen. Endat is het laatste wat we van elkaar gehoord hebben.
“Héél soms vroeg ik mijn oom of hij nog weleens iets overMariano gehoord had. Maar nee, hij zag hem ook niet meer. Tot vorig jaar. Ikwas net voor de tweede keer gescheiden, logeerde weer bij mijn oom, en daarvertelde hij dat hij had gehoord dat Mariano aan lager wal was geraakt, drugsgebruikte, misschien al dood was… daar was ik zo kapót van, ik sloot me op inmijn slaapkamer en heb mijn hart uit m’n lijf gehuild. Op dat moment ervoer ikdiep in mijn hart dat ik al die tijd heel veel van hem ben blijven houden, aldie liefde kwam in één keer naar boven.
“Om een totaal andere reden reisde ik in februari van ditjaar naar hier, het was een droom die ik altijd heb gekoesterd: eens zal iknaar Suriname gaan. Ik had al in Nederland een kennis opgedaan. Samen met haarging ik naar de Van Sommelsdijckstraat. Wat eten bij Lekkerbekje. En daar stondeen junk, midden op straat. Hij vroeg om geld voor eten. Dus heb ik maar eenmaaltijd voor hem gekocht. En een flesje multivitamine, want hij was zó mager,dat kon hij wel gebruiken, dacht ik nog. Hij accepteerde het gelaten. Terug indie auto zei die hospita: ‘dat was die piloot’. Ik gilde: ‘Mariano? Was datMariano?’ Ik wilde meteen die auto weer uit maar we reden al. Op een holletjerende ik terug. Maar ik kon hem niet meer vinden, hij was al verdwenen.”
Beschaamd
“De volgende dag stond hij er wél weer. Ik liep op hem af.‘Mariano?’ ‘Ja?’ ‘Ken je me nog?’ ‘Monica…, nee, Marion! Ik heb je bij Wimontmoet op Sint Maarten!’ Hij was niet blij, nee, eerder beschaamd. Hij moestop dat moment zijn ‘medicijn’ hebben, dus spraken we voor diezelfde avond af.
“Hij stond voor het commissariaat om geld op te halen voordie auto’s. Samen gingen we op het muurtje van een bloembak zitten. Hij zei:‘wat gaan mensen van je denken?!’ Alsof dát me iets uitmaakte! Ik wilde gewoonbij hem zijn. Had ook het gevoel dat ik iets moest afsluiten om verder te gaan.Een vriendin wilde hij niet: ‘Ik wil geen vrouw nog verdriet doen’. Twee wekenlang ben ik hem elke dag op komen zoeken. Soms ging ik ook wel uit, maar nietnadat ik even ‘hallo’ had gezegd. Ik was in die weken ook bezig met een andereman. Via het internet, ik had hem nooit gesproken of gezien, maar dat contactwas heel leuk; er zat toekomst in.
Stem
“Op een avond zat ik in mijn logeerkamer een boek te lezen,ik was er totaal in verdiept, toen ik opeens een stem hoorde die zei: ‘Ik wildat jij met Mariano verder gaat.’ Dat was niet ik, dat was Gods stem. Ik wastotaal van streek: hier had ik nou totaal niet aan gedacht. Mariano was er zoslecht aan toe, we hadden absoluut geen toekomst, hoe moest ik hem van de drugsafkrijgen? Ik raakte in een diepe depressie, was radeloos, vol twijfels. Ennergens een plek om alleen te zijn. Op de pier van Torarica heb ik de volgendedag zitten janken, zitten schrééuwen tegen het water. Die avond, na mijn gebed,kwam het toen als een golf over me heen: ‘Ik ga gewoon voor Mariano.’ Enterwijl ik dat voor mezelf uitsprak smolten alle twijfels, alle angsten, ikwerd zó rustig, voelde zó’n blijdschap in me opkomen.”
“In diezelfde periode overkwam mij iets soortgelijks”,bekent Mariano. “We zaten bij Lekkerbekje wat te eten. Ik keek naar haar, naarhaar manier van praten, haar uitstraling en iets in mij zei: ‘Jongen, laat ditniet los, dit heb je nodig!’ Toen was het voor mij duidelijk dat ik moestafkicken. Later, we zaten weer op ons muurtje, heb ik me naar haar toegedraaiden gevraagd of ze met me wilde trouwen.”
Marion: “Ik dacht: dat is de tweede keer dat hij me tenhuwelijk vraagt. De eerste keer heb ik hem laten lopen, nu gá ik ervoor.Destijds heb ik de verkeerde keuze gemaakt, doe ik dat nou weer, dan zal hijaltijd tussen mij en een nieuwe levenspartner blijven staan. Dit is de man dieik me altijd heb gewenst, echt, God heeft me Mariano teruggegeven!”
Mariano: “De vijfentwintigste moest ze terug. Ik zei: ‘Alsjij in het vliegtuig zit, dan stop ik met alles.’ Die dag ben ik ook gestopt ensindsdien heb ik niks meer aangeraakt. Het waren moeilijke weken, ik wasvreselijk ziek, rusteloos, slapeloos, diarree, lichaamspijnen… en zij was zover weg. Ik vroeg haar over de telefoon: ‘Mag ik niet af en toe…’ Maar, nee,dan zou ik er nooit vanaf komen, zei ze.” Marion: “Mijn eerste actie inNederland was naar mijn baas stappen en ontslag nemen: ‘Ik heb de man van mijndromen teruggevonden, de enige grote liefde van m’n leven en ik ga naar hemterug.’ Die man sloeg achterover! En mijn collega’s, die kregen de tranen inhun ogen toen ik het vertelde, echt een sprookje.
“Mijn ex liet het er niet bij zitten. Hij heeft al mijnbescheiden, paspoort, rijbewijs, ticket, bankpas uit mijn huis laten stelen,een week vóór ik weer naar hier zou komen. Alles heb ik opnieuw aan moetenvragen en de avond vóór ik naar Schiphol moest kreeg ik zelfs mijn nieuwebankpasje. Hier zijn we eerst in een hotelletje gaan wonen, nu hebben we onsappartementje op Zorg en Hoop. Nu zoeken we werk, en moet Mariano zijnbrevetten vernieuwen. Dat kan heel vlug: tien extra vlieguren en misschien eenmondeling examentje. Maar dat moet snel, want vliegen is het liefste wat hijdoet, dat is zijn tweede grote liefde…. Nee, dat zeg ik verkeerd, ik ben zijntweede liefde, God is inmiddels zijn eerste. Want ook hij heeft God gevonden.
Mariano: “Of ik nog weleens aan de coke denk? Nee, eigenlijkniet. Daarvoor heeft mijn leven te veel zin gekregen.” Marion, trots: “Ik bennu zijn dope. En daar mag hij verslaafd aan blijven zolang hij maar wil!”