Arme voedselbank
Jaren geleden was Regina Mac-Nack ernstig ziek. In haar wanhoop riep ze God aan. Ze beloofde zich serieus te zullen inzetten voor haar medemens, op voorwaarde dat Hij haar zou helpen beter te worden. De patiënt genas, de artsen stonden voor een raadsel en voor Regina zat er niets anders op dan eten te gaan regelen, eerst nog voor enkele tientallen verslaafden, maar al snel voor enkele honderden minima in Zuidoost. Zo verliep de geboorte van de Voedselbank Zuidoost.
Het was altijd leuk op bezoek te gaan bij Regina. In hetonderkomen aan de Klievering heerste steevast een opgewekte chaos. Kratten metbrood, melk en groenten werden naar binnen gesjouwd, en twee keer per weekkwamen de cliënten van de Voedselbank hun pakket ophalen en een praatje maken.Regina zat als een koningin op haar stoel, vanwaaruit ze alles goed in de gatenhield. Ze bladerde in een klein zwart boekje met telefoonnummers van boeren,supermarkten en andere aanbieders van voedsel.
In navolging van Zuidoost kwamen ook in andere delen vanAmsterdam voedselbanken tot stand. Al snel ontstond de behoefte aan eenstedelijke organisatie met alles erop en eraan: een structuur, een bestuur,menige vergadering en een jaarverslag. Regina Mac-Nack werd chagrijnig van allenieuwe regels en brak met de organisatie. Zij had God beloofd mensen te helpen.Daarbij was niet gesproken over de noodzaak van een ordentelijke boekhouding.
Dus, sinds kort heeft Zuidoost twee voedselbanken: eenofficiële van de Voedselbank Amsterdam en een informele van Mac-Nack. Deverwachting is dat Regina een hoop klantjes overhoudt. Niet alleen beschouwenveel mensen haar als een zorgzame moeder, ook mag de officiële voedselbank geenhulp bieden aan illegalen, verslaafden en bejaarden. Opdracht van het gemeentebestuur,dat de uitgifte van voedselpakketten beschouwt als een instrument om minimaweer aan het werk te krijgen (en stiekem die hele voedselverstrekking maar eenbeschamende vertoning vindt).
Zo gaan die dingen: een prachtig en succesvol initiatief uitde bevolking wordt overgenomen door politiek en professionals, en binnen dekortste keren naar de gallemiezen geholpen. Regina Mac-Nack zal er niet wakkervan liggen. Zij is gewend om te hosselen en de eindjes aan elkaar te knopen enzal daar opgewekt mee doorgaan. Mogelijk zal ze een enkele keer in haaravondgebed aandringen op een lichte buikgriep voor alle bestuurders die haargoede werk dwarsbomen. Maar waarschijnlijk is ze daar te aardig voor. In datgeval wil ik deze taak voor één keer op mij nemen.
De auteur is journalist bij hetAmsterdamse dagblad Het Parool