Palulu uit Para verovert Europa
Para Flor vormt de vierde van een reeks bezoeken aan kwekerijenvan divers pluimage. Want de woeste, ongerepte natuur van de Surinaamse jungleis overweldigend, maar het geeft ook véél voldoening om de natuur naar je toete halen en naar je eigen hand te zetten. Waar kun je dan terecht en wat is erzoal aan groen te krijgen, wat zijn de mogelijkheden, welke trends zijn er?
SierteeltbedrijfPara Flor is, logischerwijze, gevestigd in district Para en wel aan deMeursweg. Het eerste dat opvalt, is het statige houten huis op neuten waarvanhet balkon een geweldig uitzicht biedt op de landelijke omgeving. Zodra je naarachteren loopt, ontvouwt zich een uitgestrekte aanplant die wordt omlijst doorallerlei bomen, struiken en enkele kassen. Het midden is opgedeeld in vakkenmet elk een ander soort heliconia, dé specialisatie. Heliconia´s in allemogelijke verschijningsvormen: kleine, grote, middelgrote, kruisingen, staande,hangende. Bekende namen zijn de kleine popokaytongo en de grote palulu.Eigenaresse Lydia Raveles: “Heliconia´s zijn zó interessant! Het is echt eenbloem van de nieuwe wereld: Zuid-Amerika en het zuidelijk deel vanNoord-Amerika. Wat ik ook prachtig vind is dat ze omringd worden door vogels,de kolibri´s komen bijna in je oor!” Het aanvankelijke hobbyisme is uitgegroeidtot een professioneel bedrijf. Raveles: “Eerst hebben we een grote verzamelingaangelegd en toen zijn we geleidelijk overgegaan op de commerciële teelt vanbepaalde soorten. We telen naast de heliconia’s onder meer gingers(bokkepoten, Braziliaanse lelies), andere aanverwanten zoals costus (sangrafu)en tropische kamerplanten.”
Bewustzijn
De eerste Agrobeurs in 1998 zette duidelijk een nieuwe trendin. Bloemisten en hun klanten vroegen hierna steeds vaker naar lokale,tropische bloemen. Raveles denkt er met plezier aan terug: “Tijdens die beurstoonden we de ‘grote groene palulu’, eigenlijk geen heliconia maar eenstrelizia. Er was heel veel belangstelling voor. Het bewustzijn van het eigenenam toe. Dat dit alles hier in Suriname groeit, daar had men geen idee van.” Zetoont een prachtige grote heliconia. “Deze is spontaan opgekomen, waarschijnlijkeen kruising met de aurea. Sommige soorten bloeien het hele jaar, maar hebbenwel hun piekperiode. Tussen februari en mei zijn de meeste in bloei. Eenpopulaire is de wagneriana, met helderroze vlekken en dunne groene randen.” Zevervolgt: “Het is net als met de mode. Men wil variatie. Vroeger waren dekleine popokaytongo´s gewild, nu zijn dat de grootbloemigen, ook wat betreftexport. Zo is in Europa de grote caribaea enorm populair. Voor de gemengdeboeketten gebruiken we ook de kleine soorten. Omdat we zelf schikken, kunnen wezien of iets aanspreekt. We hebben een vrij groot assortiment, rond de zestigsoorten. Gedeeltelijk Surinaams materiaal, gedeeltelijk van buiten, uit hetCaraïbisch gebied, Midden- en Zuid-Amerika.” Dat het Surinaamse binnenland nogeen schat aan onbekende variëteiten herbergt, daar zijn Raveles en haar manYodi Hermelijn van overtuigd. “Lang niet elke soort is in kaart gebracht. Hetgebeurt dat handelaren plantmateriaal importeren, terwijl dit gewoon in hetSipaliwini-gebied staat! Wij weten nu wel veel, maar nog lang niet alles. Enhet reizen naar het binnenland is kostbaar. De Heliconia Society Internationalverenigt heliconiatelers wereldwijd en registreert regelmatig nieuwe vondsten.Hun ´identification guide´ vermeldt tweehonderd soorten. De sassy is doorSuriname aangemeld, de nickeriensis, en nog een aantal, maar véél te weinig.Suriname heeft niet genoeg mensen die onderzoek doen. Het Backhuys-gebied iswel geïnventariseerd. Telers zouden de gelegenheid moeten hebben om daarmateriaal vandaan te halen. We moeten een genenbank aanleggen, voordat bepaaldesoorten worden uitgeroeid of geclaimd. Het Herbarium en enkelemilieubeschermingsorganisaties doen goed werk, maar de aandacht van de overheidis onvoldoende. Soms zie je dat het buitenland meer toegang krijgt dan Surinamezelf. Neem de blauwe gifkikker, dat verhaal is vergelijkbaar. Die kikker komtalleen in Suriname voor; wij mogen ze niet vangen. En dan staat men wel toe dateen partij wordt meegenomen naar de States, zogenaamd voor nadere studie. Ja,en dan komen ze toch op de markt…”
Grillen
Para Flor is een exportgericht bedrijf, met als afzetgebiedEuropa en de Antillen. Hermelijn legt uit: “Exporteren gaat gepaard met ups endowns, er zijn flinke risico´s aan verbonden. Direct aan de veiling leveren,doen we voorlopig niet meer. Het gaat om hele grote aantallen en de kosten opde veiling zijn hoog. Je bent qua prijs afhankelijk van wat er wordt geboden.Het is gunstiger om direct naar afnemers te exporteren, zodat je prijsafsprakenkunt maken. Maar ook dan blijf je regelmatig overgeleverd aan de grillen van deafnemer. We hadden eens een grote lading voor Nederland, met veel snijtakken.Het vliegtuig week echter uit naar Spanje en zette alle vracht daar neer. Eenpaar dagen later werd een containerwagen geregeld, maar van de afnemer hoefdehet niet meer. We hebben een enorm verlies geleden, niemand was bereid om onstegemoet te komen. En dan de drugscontroles… Op Zanderij kun je denarcoticabrigade vragen om voorzichtig te zijn, maar op Schiphol gebeurt decheck in een aparte loods. Niemand heeft er zicht op. Soms zijn de bloemen ergbeschadigd en worden wij aangesproken op de kwaliteit. Maar je zou toch wel gekzijn als je het zo ging wegsturen? Om sterker te staan bij de export en onzesector naar een hoger plan te tillen, is kortgeleden de vereniging voorexportgerichte sierteeltbedrijven opgericht, Florisur.”
Para Flor legt ook tuinen aan. Raveles: “De beplanting komtuit de eigen kwekerij of van collegabedrijven. Surinamers gaan steeds meeraandacht aan hun tuin besteden. Wel wordt vaak eerst zelf wat aangerommeld, datmoeten we dan corrigeren. Wat we allemaal niet aan puin tegenkomen als we gaangraven om een palm te plaatsen. Ben je al langs het nieuwe restaurant aan deVan ´t Hogerhuysstraat gereden? Daar hebben ze een hoge neppalm neergezet:oerlelijk. Dat wil de sierteelt niet! Verder verzorgen we planten bijbedrijven, we leveren bloemwerk en verhuren planten, bijvoorbeeld bij feesten.En de winkels niet te vergeten, die worden geleid door onze dochter. OpZanderij kunnen reizigers na de incheck een boeket meenemen, ze hoeven er dusniet mee te slepen. In de ‘Garden’ aan de Zwartenhovenbrugstraat verkopen wekamerplanten en boeketten en leveren op bestelling. We zijn nu op zaterdag totacht uur ´s avonds open. Ikzelf ben die dag tot één uur ´s middags in dewinkel. Als mensen een vraag hebben over hun heliconia’s, dan wil ik graag mijnervaring met hen delen.”
Favoriet van Lydia Raveles Para Flor Meursweg 40 Tel. 352031 “Bij heliconia’s bloeit elke ‘stam’ eenmaal, dan komen er uitlopers en zo gaat het door. De caribaea’s zijn mijn favoriet.” |