Brokobroki
Minister Rick van Ravenswaay van Planning en Ontwikkelingssamenwerking (PLOS) is vastberaden: er gaat binnen afzienbare tijd een brug komen tussen Suriname en Frans-Guyana. Die oeververbinding gaat ongetwijfeld worden gerealiseerd, al is het wedden op het wanneer een risicovolle bezigheid. Want ‘afzienbaar’ is in ons land een zeer rekbaar begrip. Grootste zorg is echter wíe de klus moet gaan klaren. Want wij Surinamers hebben inmiddels bewezen dat we het zelf niet in de vingers hebben.
Het kan niet worden ontkend: we hebben een prachtige Bosjebrug over de Surinamerivier, die evenals de Coppenamebrug de weggebruikers megaveel reistijd scheelt. Geen irritant lange wachttijden meer bij krakkemikkige veerverbindingen, maar ongestoord doortuffen richting respectievelijk Albina en Nickerie. Maar het zijn wel bruggen die door Hollanders (lees: expert Ballast Nedam) over onze rivieren zijn gelegd.
Toenmalig president Jules Wijdenbosch deed het destijds toch maar mooi door als donderslag bij heldere hemel kort na zijn aantreden bekend te maken dat hij Ballast Nedam de megaklus zou laten klaren. En de bruggen kwamen er daadwerkelijk! Een unicum in een land waar het volk vooral fabeltjes krijgt voorgeschoteld. Zo liet de onaantastbare nestor Jaggernath Lachmon de belastingbetaler jarenlang opdraaien voor de opslagkosten van een in Nederland gekochte tweedehandse brug, waarvan hij vooraf wist dat die over geen enkele Surinaamse rivier gelegd zou kunnen worden.
Noodlot
De regering-Venetiaan besloot na de succesvolle projecten van Wijdenbosch, dat nu vooral Surinaamse bedrijven nieuwe bruggen moesten gaan bouwen. Dat hebben we geweten! Enkele maanden voor de verkiezingen werd met veel tamtam de eerste paal geslagen voor de langverwachte brug over de Saramaccarivier, tussen Hamburg en Uitkijk. Daarmee zou een droom van veel inwoners van Groningen en omliggende gebieden in vervulling gaan, de reistijd naar de stad geminimaliseerd.
Noodlot
Met de bouw van de Carolinabrug over de Surinamerivier gaat het al niet veel beter, al valt in dit geval aannemer Van Kessel niet zoveel te verwijten. In oktober werd begonnen met de bouw, die noodzakelijk was nadat vier jaar eerder de oude door een boot aan gort was gevaren. Op 25 november 2007 had de nieuwe betonnen oeververbinding feestelijk in gebruik genomen moeten worden, maar opnieuw sloeg het noodlot toe: enkele weken voor de oplevering was de kapitein van een schip van Rudisa zo onhandig (en volgens boze tongen dronken) door zijn vaartuig midden in de nacht tegen een pijler, dat uiteindelijk drie wegdelen in het water belandden.
Een geval van overmacht dus. Maar we zijn nu bijna twee jaar verder en het antwoord op de schuldvraag is nog steeds niet naar boven gekomen. Van Kessel legt de schuld bij Rudisa, Rudisa-baas Dilip Sardjoe wast zijn handen in onschuld en het ministerie van Openbare Werken schuift de verantwoordelijkheid door naar Van Kessel. De rechter zal zich daarover moeten uitspreken. En dus ligt de bouw stil en zijn de bewoners aan de overzijde van de rivier volledig afhankelijk van de provisorische veerverbinding. En dan is er nog het geval van het bruggetje bij Colombia, nabij Groningen. De oude brug is als gevolg van overbelasting en achterstallig onderhoud dusdanig verzwakt. Maar de bouw laat op zich wachten. Aannemer Nameco legt de oorzaak bij het feit dat de benodigde betonpalen in Nederland aanmerkelijk goedkoper zijn in Suriname en dus daar zijn besteld. Maar het vergt tijd alvorens ze over zee hierheen zijn gebracht. Dus de bewoners van Colombia moeten zich voorlopig maar behelpen.
Het gaat natuurlijk niet altijd fout. Als het op kleine bruggen aankomt, van pakweg tien of twintig meter, dan lukt het wel. Zo werd de brug over de Sluiskreek in de Thurkowstraat, ook door Nameco gebouwd, begin dit jaar wel keurig volgens schema opgeleverd. Dat in de weken daarna bleek dat het brug- en wegdek niet goed op elkaar aansloten, was een vervelende bijzaak. Sindsdien wordt er nog met karakteristiek lapwerk voor gezorgd dat je als automobilist te uitlaat niet kwijtraakt.
Schudden
De aanleiding voor de bouw van de brug over de Sluiskreek was echter zeer ernstig: het blijkt namelijk dat bruggen in ons land nauwelijks worden onderhouden. Pas als ze echt op instorten staan, komt het verantwoordelijke ministerie van Openbare Werken in actie. En wie weet hoe lang weggebruikers op dat moment al over een onveilige brug hebben gereden. De brug over de Saramaccadoorsteek in de Van ‘t Hogerhuysstraat is daar een ander treurig voorbeeld van. Die staat al jaren op de pijlers te schudden. Tijdens spitsuren regelt de politie daar het verkeer om te voorkomen dat er teveel en te zwaar verkeer over heen gaat, maar buiten deze periodes denderen loodzware container- en houttrucks er onbezonnen overheen.
Nu is de brug van tijd tot tijd gesloten omdat er nieuwe, ondersteunende pijlers worden geplaatst. Beter laat dan nooit. En de vraag is of het voor de langere termijn voldoende is, zeker in de wetenschap dat minister Kandhai van Openbare Werken het ambitieuze voornemen heeft de brug te verbreden tot vier rijstroken.
Kortom: wij Surinamers zijn niet zo goed in bruggen bouwen en zijn ook niet in staat ze te onderhouden. Maar ter geruststelling van alle bewoners van Groningen, Colombia en Blaka Watra durf ik te verzekeren dat hun bruggen uiterlijk begin volgend jaar gereed zijn. In mei 2010 zijn er immers verkiezingen en wat is er dan leuker dan de kiezer, koste wat het kost en ongeacht de gevolgen, een brug als cadeau te geven. Of je daar als weggebruiker met een gerust hart over heen kan rijden, is weer een ander verhaal…