Wie organiseert de echte beurs?
Er gaat geen maand voorbij of ergens in Paramaribo wordt een Indiase beurs georganiseerd. Organisatoren vliegen elkaar in de haren met de bewering dat zij de enige echte beurs hebben opgezet. Ondertussen klagen ondernemers dat hun omzet in de winkels onder druk is komen te staan door de goedkope kleding en prullaria die speciaal voor de beurzen vanuit India worden ingevlogen.
De Indiase beurzen zijn inmiddels een bekend gebeuren in ons land. “Of het nou een Indiase beurs of Indiabazaar is, een hoop spullen zijn betaalbaar”, zegt een regelmatige bezoeker. De Indiase markten zijn vrijwel overal in de wereld actief waar mensen met een Hindostaanse en/of Indiase achtergrond zich hebben gevestigd. Aan het begin bestond de groep in Suriname uit een groot aantal Indiërs dat niet lang daarna uiteenviel in vier verschillende groepen die zich verenigden in stichtingen, waarvan Festival of India en Safco Bollywood Indiabazaar de bekendste zijn. Raj Kapadia, supervisor van Safco, zit nu al tien jaar in de business. Zijn doelstelling verschilde zo erg met de andere groepen dat hij ervoor koos om zijn eigen gang te gaan.
Met behulp van lokale ondernemers hebben Indiërs diverse stichtingen opgericht. Lall Dassasing, directeur van cambio Florin Exchange, is nauw bij de organisatie betrokken. Hij staat achter de Safcobazaars die met regelmaat worden gehouden, maar is eigenlijk bij alle stichtingen actief. “De beurzen hebben een markt gecreëerd, de prijzen in de lokale winkel zijn als gevolg hiervan fors gedaald. Het is belangrijk bij de markten dat mensen met minder geld ook spullen kunnen kopen, wij proberen daarom zo goedkoop mogelijk te zijn.”
Een gerucht is dat lokale mensen die betrokken zijn bij internationale bazaars zorgen voor inklaringen en geldovermakingen tegen forse commissie. Ook wordt gespeculeerd dat ze geen belasting betalen.
In hoeverre is dat waar? Dassasing: “Onze stichting staat geregistreerd. In een jaar mogen we drie keer de bazaars organiseren. Maar ja, teveel mensen starten de show.”
De Associatie Importeurs Van Indiase Producten (Aivip), waarin zestien lokale bedrijven die Indiase kleding verkopen verenigd zijn, heeft niet het gevoel dat sprake is van een eerlijk beleid. De organisatie heeft verschillende brieven aan overheidsinstanties en personen gericht, maar tevergeefs. Ze vragen zich af hoe de lage prijzen op de beurzen gehanteerd kunnen worden, terwijl diezelfde producten door reguliere winkeliers voor veel meer geld moeten worden ingekocht in India.
Kapadia en Dassasing liggen niet wakker van de kritiek, zij hebben grootse plannen. Ze willen in Suriname een permanente Indiase winkel opzetten. Kapadia bezit tot nu toe winkels in Mauritius, Zuid-Afrika en Dubai. Dassasing is druk bezig een Indiase bank en een hotel in Suriname op te richten.
Anil Ramhitdoebè, eigenaar van de Indiase kledingwinkel Sari Nagar, heeft geen moeite met een permanente Indiase winkel.
“Dan is er eerlijke concurrentie. Ze betalen dan ook belasting. Maar ze moeten hier niet alleen komen als de zon schijnt, ook als het regent.”