Ik beleef plezier aan planten
Dharma en Sipke Hof-Parag verhuisden in november 2008 naar Dharma’s geboortegrond Suriname. Met de teelt van planten, en in het bijzonder orchideeën, proberen ze een nieuw bestaan op te bouwen.
“Ik was 24 toen ik naar Nederland vertrok en heb ook lang in Australië gewoond. Ik was getrouwd met een piloot van Air India, hij is overleden. In Nederland leerde ik Sipke kennen en we woonden in Oosterwolde. Maar daar kon ik niet aarden, het was er zo vreselijk stil vooral als het koud werd. Op zondag zag je geen mensen op straat. De familieband is toch sterker dan de band met Nederland en toen mijn zus Solien weer naar Suriname ging, besloten Sipke en ik ook te gaan. En hier hoor je altijd wel iets, al is het een blaffende hond. En ach, in Oosterwolde hoor je geen fluitkikkers hè.”
We zitten onder en naast de vele orchideeën die overal hangen. De meeste zijn door Dharma gekweekt. Ze bloeien op een enkele na nog lang niet. Maar de witte cattleya neemt met haar twee grote bloemen een dominante plaats in de kas bezet. “Het is hier zo heerlijk warm hé”, zucht Dharma. “In Nederland was ik altijd bezig met mijn orchideeën en plantjes. Toen we hierheen vlogen, had ik mijn koffer vol met orchideeën. De kleren gingen immers met de boot mee. Ik hoopte dat ik met mijn planten wat zou kunnen beginnen. Langzamerhand begonnen we mijn droom uit te laten komen; met de plantenteelt een nieuw bestaan opbouwen!”
Kleinschalige plantenteelt, dat is wat Dharma wil bereiken. “Het terrein is klein maar groot genoeg om uiteindelijk van te kunnen leven .We willen later een ‘Ons Belang’ bij de weg bouwen en dan samen met mijn zus Solien, ook geremigreerd, alles uitbreiden.” De orchideeënteelt is een ingewikkeld proces. Het duurt jaren om bloeiende planten te krijgen, vooral de bijzondere soorten. “Nu heb ik 150 planten, maar pas een paar zijn ze zover dat ze gaan bloeien. Je kunt hier in Suriname planten kopen die, via Nederland, uit Thailand komen. Daarom wil ik hier zelf telen. Exporteren naar Nederland zie ik niet zitten. Daar importeren zij al uit Thailand en Indonesië, waar ze veel goedkoper dan hier werken. In die landen is de plantenteelt ook al goed georganiseerd.”
Lang getwijfeld om na haar terugkeer naar Suriname iets op poten te zetten, heeft ze niet. Het is volgens haar vooral een kwestie van ‘willen’. “Surinamers zijn vaak negatief, het duurt zo lang voordat ze denken ‘hè, dat zal wel eens kunnen lukken’. Allerlei nieuwe zaken en ideeën worden dikwijls met zoveel kritiek ontvangen, dat de starters er niet eens meer aan beginnen. Ik zet door want ik weet zeker dat als ik een mooie plant kan telen en verkopen, veel mensen er plezier aan beleven. Net als ik aan de planten plezier beleef.”
De hele dag is Dharma tussen de planten en bloemen te vinden.Ook de rozenstekken uit Nederland bloeien. Het ruime erf ziet er heel mooi uit. “Iedere dag maak ik een stukje schoon en zaai of plant direct wat ik heb. Kijk, even de verrekijker halen, zie je die vogel?” In de groenhartboom is een fraaie vogel neergestreken die zich te goed doet aan de bloemen.
Dharma komt terug hollen en kijkt. “Dat is zo heerlijk, al die vogels. Zelfs de parkieten die de zaden van de zinnia’s eten en in de ochtenden zich al kwetterend op de bloemen storten. Ik laat ze gaan, er blijft genoeg over voor ons. Net als de aapjes en de luiaards, zij horen er gewoon bij.”