Als alleen uiterlijk telt…
Je mag hier niet solliciteren want je bent lelijk’ of ‘je bent niet geschikt want je bent gehandicapt.’ Het is onvoorstelbaar maar dit is wel wat de 27-jarige Dhamattie Mahese hoorde toen zij met de juiste papieren bij bedrijven aanklopte. Haar handicap werd haar aangerekend. Mensen met een beperking hebben het moeilijk in dit land. Er wordt vanuit het bedrijfsleven vaak niet de moeite genomen om te kijken naar wat iemand daadwerkelijk kan maar puur naar het uiterlijk.
De dramatische dag dat de tweejarige Dhamattie werd aangereden, veranderde haar leven voorgoed. Ze woonde destijds in Guyana en speelde op het erf van haar ouderlijk huis. Een dronken man verloor de controle over het stuur en reed haar aan. Haar linkerbeen was verbrijzeld. Er volgden jaren van ziekenhuisbezoek en complicaties. “Het been zette steeds op door het vocht dat er in zat. Ik kreeg een infectie in het been waardoor er aan alle kanten gaten in mijn lichaam werden gemaakt voor bloedtransfusie. Als dit niet was gedaan, kon de infectie zich over heel mijn lichaam verspreiden. Er was geen geld voor grote operaties”, vertelt Dhamattie. Uiteindelijk werd zij met hulp van anderen toch geopereerd. Ze kon beginnen met leven, een leven met een beperking.
Dhamattie verhuisde naar Suriname toen zij negen jaar was. Ze moest hier eerst de taal leren voordat ze volledig mee kon draaien op school. Op deze leeftijd ondervond zij al dat het niet makkelijk was om anders te zijn dan anderen. De directeur van de school waar haar vader haar wilde inschrijven, stuurde haar direct door naar een speciale school. Dhamattie: “Mijn vader gaf niet op, hij drong erop aan dat ik wél geschikt was voor een normale school. De directie gaf mij één kans. Ik moest het eerste jaar halen, zonder onvoldoendes. Dus dat deed ik, met gemak.”
Op school had Dhamattie niet veel vriendinnen. Ze vonden haar eng omdat ze er anders uitzag en waren bang dat ze ook een handicap kregen als ze met haar omgingen. “Ik vond het soms wel erg dat ik geen vriendinnen had. Maar we waren kinderen, ik ben nu niet boos dat zij mij toen zo behandelden. Ze wisten niet beter. Ik had alleen erg veel tijd voor mezelf. Die tijd gebruikte ik om te leren.”
Arbeidsmarkt
Er stonden Dhamattie nog veel andere teleurstellingen te wachten. Ze besloot dat het belangrijk was om voor zichzelf te kunnen zorgen en volgde daarom meerdere cursussen. Een computercursus, knipcursus, manicure en pedicure. “Ik vind dit het belangrijkste dat er is. Een vrouw, met beperking of niet, moet niet afhankelijk zijn van een man. Ik heb een slecht been maar er is niks mis met mijn hoofd en handen”, zegt ze standvastig. Aan scholing zal het bij haar niet liggen. Het vinden van een baan is daarentegen een heel ander verhaal.
Ze solliciteerde op de meest uiteenlopende functies. Maar overal liep ze tegen dezelfde muur. Dhamattie: “Mensen hebben me verschrikkelijk behandeld. Je komt ergens binnen, ze kijken naar je van top tot teen. Als ze mijn been zien dan zeggen ze gelijk dat ik weg kan gaan. Ze hebben niet eens met me gepraat!” Het ‘sollicitatiegesprek’ dat de kroon spande vond plaats bij een schoonheidssalon. Ze had net een opleiding manicure en pedicure gevolgd en wist dat de salon op zoek was naar personeel. Maar in dit bedrijf kreeg schoonheid wel een heel aparte betekenis. “Deze man keek naar me en naar mijn been. Hij zei letterlijk ‘je bent niet mooi’ en wees me de deur”, vertelt Dhamattie. In een schoonheidssalon werken klaarblijkelijk alleen maar mensen zonder uiterlijke gebreken met minstens één ‘Miss’ titel op de naam.
De schokkende feiten stapelden zich op. De enige werkgever die Dhamattie ooit wel aannam was een vrouw. Ze werkte voor een bedrijf waar ze truien en broeken moest stikken. Dhamattie deed haar best, werkte keihard en ondanks de gezondheidsrisico’s was ze blij eindelijk aan de slag te kunnen. Totdat ze er bij toeval achter kwam dat haar werkgeefster helemaal niet zo goed voor haar was als zij zelf beweerde. “Na een gesprek met een aantal andere werknemers kwam ik tot de conclusie dat ik veel minder verdiende dan de rest. Ze had mij verteld dat het in dat bedrijf heel normaal was dat je maar drie dagen uitbetaald kreeg en de overige drie dagen voor de baas werkte. Ik kreeg een derde minder dan de rest. Ik werkte veel harder dan die anderen die maar stonden te hangen en praten. Ik heb haar toen gelaten”, legt ze uit.
Haar woede heeft Dhamattie nooit echt uitgesproken: “Van binnen was ik natuurlijk wel boos. Het heeft me veel pijn gedaan. Ik heb vaak gehuild. Je moet het na een tijdje kunnen verdragen. Maar soms ben ik een beetje kapot van binnen. Ergens dacht ik toch altijd: misschien plaag je me vandaag, je weet niet wat er morgen met jou gebeurt.” Dhamattie is op dit moment bezig een opleiding te volgen en hoopt dan een baan te vinden bij de overheid. “Ik wil een voorbeeld zijn voor andere vrouwen met een beperking. Als ik klaar ben met mijn opleiding ben ik goed genoeg geschoold voor een baan bij de overheid. Zij mogen niet discrimineren. Doen ze dat wel, dan laat ik het er niet meer bij zitten. Heel Suriname mag het dan horen.”
Afgewezen
Een stichting die zich inzet voor mensen met een beperking, in dit geval visueel beperkten, is de Stichting voor de Mens met een Visuele beperking (SMV). Voorzitter Henk Plein behoort zelf tot deze doelgroep: “Ik kom uit een goed gezin, heb een strenge opvoeding gehad. Ik heb mezelf weten te specialiseren in de ICT en kan een computer inmiddels binnenstebuiten te halen.”
Voordat Plein besloot een stichting op te richten, had hij het nodige meegemaakt op de arbeidsmarkt. “Er was een moment dat ik besloot de stoute schoenen aan te trekken en te solliciteren. Ik heb het bij verschillende bedrijven geprobeerd, bij callcenters en allerlei meldkamers voor beveiliging. Allemaal functies die prima te vervullen zijn door mensen met een visuele beperking. Maar ik werd bij voorbaat al afgewezen bij de deur. Er werd niet eens de moeite genomen om een gesprek aan te gaan. Ik kreeg geen kans om voorstellen aan te dragen waarop ik de functie goed zou kunnen uitoefenen.”
Beleid
Plein durfde het aan om een stichting op te zetten voor zijn lotgenoten. Inmiddels kent SMV zestig deelnemers. Voor mensen met een visuele beperking zijn er veel mogelijkheden om toch aan het werk te kunnen. Maar dan moet er wel juiste scholing en een andere houding vanuit het bedrijfsleven zijn. Plein probeert via de stichting op verschillende gebieden vooruitgang te boeken. “Op dit moment vallen zaken betreffende mensen met een beperking alleen onder het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting. Ik probeer het onder de aandacht te brengen van andere ministeries en sectoren.
De enige vooruitgang die ik tot nu toe heb kunnen boeken is het opschroeven van de maandelijkse ondersteuning van 100 naar 125 srd. Het is een verdrietig bedrag maar toch een positieve verandering. Naast de overheid moeten ook bedrijven weten waartoe mensen met een beperking in staat zijn. We zijn op dit moment letterlijk een vergeten groep”, zegt Plein.
Is regelgeving voor discriminatie van mensen met een beperking voor Suriname te hoog gegrepen? Martin Hubers van stichting De Drie Ankers vindt van wel: “In Nederland is er een wet die bepaalt dat bedrijven subsidies krijgen als zij iemand aannemen met een beperking. Ik denk dat dit in Suriname niet haalbaar is omdat hier ook vaak werkovereenkomsten mondeling worden afgesproken. Het is al goed als iemand een tijdje ergens aan de slag kan en wordt geaccepteerd.”
De Drie Ankers is twee jaar geleden opgericht en is op dit moment nog druk bezig met trainingen geven en netwerken. In de toekomst zal de stichting job coaches inzetten om bijvoorbeeld mensen met een beperking, maar ook andere personen uit minder kansrijke groepen, te helpen met het vinden van een baan in de juiste sector. “Het is belangrijk dat bedrijven zich bewust worden van wat deze mensen kunnen betekenen en dat zij soms zelfs geschikter zijn op bepaalde werkplekken. Zo kan iemand die doof is juist goed werken bij een bedrijf waarbij de werknemers normaal worden blootgesteld aan te hard geluid.
Een visueel beperkte is bijvoorbeeld inzetbaar in de medische sector, doordat hun voelzintuig beter is kunnen zij bepaald lichamelijk onderzoek doen”, zegt Hubers.
Dat de instelling van bedrijven naar deze groep toe moet veranderen is duidelijk. Het beeld dat mensen met een beperking niks kunnen en beter gekluisterd aan huis kunnen leven met slechts 125 srd per maand is niet meer van deze tijd. “Ik sprak laatst met een bedrijfsmagager die zei ‘iemand met zo’n slecht been kan hier fysiek niet eens binnen stappen’. Dan denk ik, hoe moeilijk is het nou om een beetje cement te storten en de entree glad te strijken zodat iemand wel binnen kan komen? Dan lijkt het er wel sterk op dat je ook gewoon niet anders wíl denken. Ik probeer nu fondsen te zoeken om bedrijven te helpen om aanpassingen te maken zodat dit soort dingen geen probleem meer vormt.”
Onderzoek
Vanuit De Drie Ankers is onderzoek gedaan naar het beeld dat bedrijven hebben van de arbeidskansen voor mensen met een beperking. Het onderzoek onder 25 bedrijven in Suriname, belicht hun standpunten ten opzichte van deze groep. Een positief punt uit het rapport is dat bedrijven het probleem van werkgelegenheid voor mensen met een beperking wel erkennen en zeggen open te staan voor dialoog. Aan de andere kant wordt duidelijk dat zij dit probleem nauwelijks op zichzelf betrekken maar voornamelijk op de overheid en de maatschappij (zie schema).
Het wijzen naar de overheid is zoals altijd makkelijk. Het is jammer, want een kleine verandering van mentaliteit kan mogelijkheden creëren voor een groep die zoveel wil maar er simpelweg geen kans voor krijgt.