Jongeren en de toekomst van Suriname
Parbode is benieuwd hoe de jonge generatie denkt over de toekomst van Suriname. Zien zij daarin een rol voor zichzelf weggelegd? Zijn ze bereid taken en verantwoordelijkheden op zich te nemen? Welke zijn hun dromen, hun idealen? Hoe belangrijk is Suriname voor ze? Is het niet meer dan het geboorteland en het land waar hun familieleden wonen? En moet je ze kwalijk nemen dat ze uit Suriname vertrekken om zich verder te ontwikkelen? Of dat ze een gezin stichten in een ander land en niet meer terug willen? Moeten zij zich schamen als hun dromen groter zijn dan hun liefde voor hun vaderland? Twaalf jongeren gingen in op het verzoek hun verhaal te vertellen, waarin ze aangeven hoe belangrijk Suriname voor hen is. Hun persoonlijke verhalen leest u op de volgende pagina’s.
S
uriname werd op 25 november 1975 onafhankelijk. Geen deel van een ander geheel, maar een natie op zichzelf. Sommigen zeggen dat de onafhankelijkheid meer tegen-spoed dan voorspoed heeft gebracht. Die pessimisten zitten nog steeds in Nederland, nadat ze kort voor de onafhankelijkheid vertrokken. Anderen zeggen dat de onafhankelijkheid er toch van moest komen. Dat zijn nationalisten. Suriname is nu een soevereine staat, maar toch lijkt een stabiele toekomst nog ver weg.
Een land dat onafhankelijk is, moet prioriteitsgebieden hebben. Gebieden waarin geïnvesteerd gaat worden, zonder de twijfel of het de investering wel waard is. Zo’n prioriteitsgebied is onderwijs. Door mensen te ontwikkelen, kan de toekomst voor een individu en de toekomst van een land veilig worden gesteld. Kunst en cultuur moeten ook als belangrijke prioriteitsgebieden worden beschouwd, omdat deze de identiteit van een land mee bepalen. Evenals sport. De competitieve wijze waarmee een land haar krachten kan meten met andere landen moet gekoesterd worden.
In de praktijk merken we echter dat in bovengenoemde gebieden toch niet voldoende wordt geïnvesteerd. Dus rijst vooral voor jongeren de vraag of je van Suriname kan houden, als datzelfde Suriname niet in jongeren investeert en daarmee haar liefde voor jongeren niet toont? Hoe ga je om met ambities en de drempels die worden opgeworpen? Hoe moeten jongeren zich ontwikkelen als ze niet de goede connecties hebben?
Op papier leven we in een democratische rechtsstaat, maar in de praktijk heeft niet iedereen gelijke rechten en mogelijkheden. Laten we als voorbeeld de kinderen uit het binnenland nemen die niet dezelfde ontwikkelingskansen krijgen aangeboden als de kinderen uit de stad.
Het moet mogelijk zijn het land sneller tot ontwikkelen, maar hoe krijgen wij die positieve verandering tot stand? Wij, de volgende generatie, moeten ervoor kiezen de situatie te veranderen. De politiek wordt nog steeds te veel beheerst door de oudere generatie. In de Nationale Assemblee bijvoorbeeld, is de gemiddelde leeftijd van de leden minstens veertig-plus. In plaats van een Nationaal Jeugdparlement, dat als adviesorgaan dient maar geen besluiten kan nemen, zou er voor jongeren ook plaats gemaakt moeten worden in de Nationale Assemblee. Dat zou pas een goede afspiegeling zijn van de samenleving.
Generaties moeten met elkaar in dialoog gaan over wat er moet gebeuren. Er moet een lijn worden uitgestippeld. Jongeren moeten actiever mee doen en hun plek opeisen en minder aan de zijlijn staan. De vraag is natuurlijk of jongeren dat wel willen of doen zij zo weinig mee omdat ze ervan worden afgehouden? Te vaak hoor je jongeren zeggen dat ze van ouderen weinig ruimte krijgen. Dat ouderen wantrouwend tegenover ze staan. Daarbij moet gezegd worden dat jongeren niet altijd even serieus of verantwoordelijk zijn.
Kevin Headley
Vinay Sewbaran (18)
Student
Beperkingen van Nickerie
“Dit jaar heb ik hard gewerkt als examenstudent en ik ben tevreden met wat ik heb bereikt. Ik ben geslaagd als beste van de school. Drie tienen. Voor Wiskunde 1, Wiskunde 2 en Natuurkunde. Wat Natuurkunde betreft heb ik dit jaar voor de tweede keer meegedaan aan de nationale Natuurkunde Olympiade in Suriname. Daar heb ik de eerste plaats kunnen halen. Ik ben van Nickerie helemaal naar Mexico geweest en ik ben teruggekomen met een eervolle vermelding. Maakt dat me de slimste jongen? Nou ja, heel wat mensen hebben me verteld dat ze me slim vinden. Ik weet nog niet precies wat ik verder ga studeren, maar de kans is groot dat ik tijdens mijn studie in een internaat ga moeten blijven.
Ik geniet van Nickerie. Het is vaak rustig hier, maar ik hou ervan. De drukte in de stad mis ik niet. Voor de trainingen van de Olympiade moest ik dit jaar wel een aantal keren van Nickerie naar Paramaribo reizen. In Paramaribo ben ik een paar dagen voor de Internationale Olympiade beroofd van mij mobiel. Daarom kan ik niet zoveel klagen over het leven in Nickerie. Binnen mijn vriendenkring zijn geen mensen die zeggen dat ze liever naar de stad verhuizen.
Maar ja, we praten ook niet over dat soort dingen. We praten meer over sport en zo. Maar de recreatiemogelijkheden zijn onvoldoende hier. We hebben in Nickerie wel sportvelden om op te voetballen, maar je kan niet spreken van een echte competitie. Alles gebeurt in de stad. Wat mijn toekomstplannen zijn, weet ik nog steeds niet. Ik denk aan één kant aan elektrotechniek, maar aan de andere kant aan iets medisch. Het belangrijkste momenteel in mijn leven zijn mijn ouders. Ze hebben me in alles gesteund. Ze hebben me gevormd tot de persoon die ik nu ben en ik wil ze niet teleurstellen. Ik wil een goede keus maken als het gaat om mijn toekomst. Want ik wil daarvan verzekerd zijn. Of ik daarin zal slagen, houdt me niet bezig. Ik zeg: waar een wil is, is een weg. Of het in Suriname zal lukken? Ik weet niet, want ik twijfel. Als ik ervoor kies om de medische richting op te gaan, dan lijkt Cuba veel aantrekkelijker. De opleiding duurt daar veel korter. In Cuba vijf jaar en in Suriname zeven jaar. Voor mij is het hoe sneller, hoe beter. Daarnaast voel ik me financieel gedekt omdat er voor Cuba beurzen worden gegeven.
Als ik in Suriname blijf om te studeren, kan ik niet meer in Nickerie blijven wonen, want verdere studiemogelijkheden zijn er niet. Na de middelbare school móet je naar de stad gaan om verder te studeren. Los van de kosten, ben je ook nog eens jaren gescheiden van familie. Op en neer reizen is onmogelijk. Als ik naar de stad wil gaan, moet ik soms wel drie uren in de bus wachten vóórdat die vertrekt. Die buschauffeur gaat echt niet rijden met een halflege bus. Ik ken mensen in Nickerie die tot de middelbare school zijn geweest en daarna gewoon werk hebben gezocht. Slimme vrienden die niet genoeg geld hadden om te studeren. Die jongeren zoeken wat werk hier, maar de goedbetaalde banen kan je niet vinden. Als je een goede job wilt hebben, moet je echt naar de stad.”
Sharda Johnn (22)
Studente
Echt één volk
“Ik wil zoveel mogelijk geld verdienen om als eerste mijn gezin financiële zorgen te besparen en ten tweede wil ik een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de mens en het behouden van de natuur. Ik ben in Suriname geboren en opgegroeid. Ik ben in de bloei van mijn leven en studeer nu in het buitenland, namelijk China. Met China heb ik dan ook een bepaalde relatie en ik raak ook wel gehecht aan het land en de mensen. Maar ik denk nog altijd aan Suriname en de Surinamers.
Ik kom zeker terug om mijn bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van ons land. Dat wil doen via mijn bedrijf, dus op economisch vlak. En via de politiek, maar dan meer op de achtergrond. Ik wil mezelf zo veel mogelijk ontwikkelen, zodat ik een goed rolmodel kan zijn. Uiteraard wil ik in Suriname mijn gezin stichten. Hier is waar ik me thuis en het meest op mijn gemak voel. De verschillende mensen, de natuur, het tropisch klimaat en de heerlijke gerechten. Deze aspecten maken echt dat ik hier wil wonen. Ik heb altijd waardering voor dit land gehad, maar dat wordt alleen maar meer als je eenmaal hebt meegemaakt hoe het er in andere landen aan toe gaat. Voor bepaalde zaken, zoals sommige studies, moet je naar het buitenland gaan.
Elk land heeft problemen en er zijn heel wat landen waar de situatie veel erger is dan in Suriname. Ik vind dat we ons meer moeten richten op de positieve ontwikkelingen in het land. Dit is echt iets dat ik heb opgemerkt.
We zijn in een situatie of omgeving waar veel geklaagd wordt. We moeten leren te waarderen wat wij hebben en wat Surinamers tot één volk maakt. We zijn nu gescheiden, vooral op etnisch vlak. We staren nog steeds als we een gemengd koppel zien en bepaalde politieke partijen zijn ook een duidelijk voorbeeld van etnische scheiding.
We wonen en leven in hetzelfde land, maar geven niet zoveel om elkaars cultuur en gewoonten.
Ik hield altijd van mode, maar dacht er vroeger niet aan model te worden. Ik droomde er wel van om ook zulke kleren te hebben en wou kledingontwerpster worden. Maar nu vind ik het leuker om voor de camera te staan. Iets dat ik eerder niet durfde. Het is nu een hobby, waarmee ik veel wil bereiken. Suriname is de laatste jaren gevorderd in de modewereld. Laatst nog was er een ‘fashionweek’, waarbij jonge ontwerpers hun werk konden showen en veel modellen de kans kregen om te werken aan hun bekendheid. De modewereld hier is nog niet te vergelijken met die van Parijs of Londen, maar het komt wel. Er is wel werk voor modellen hier, maar ik denk dat als je snel je doel wilt bereiken, het beter is om ook je kunnen te tonen in het buitenland.
Ik probeer wel mijn modellencarrière te combineren met school. Een universitaire scholing is toch een prioriteit voor mij. In het buitenland studeren geeft je een bredere kijk op zaken, vooral als je in een land studeert dat het tegenovergestelde is van je eigen land. Je krijgt persoonlijk contact met verschillende mensen van over de hele wereld, waardoor je de rest van de wereld beter begrijpt. Ik wil een internationaal model worden. Het is iets waar ik plezier uit haal. ‘Work hard, keep believing in myself, make opportunity’s and take full advantage of them’.”
Gino Ammersingh (24)
Musicus
Verloren talenten
“Suriname is als een moeder die haar kinderen afstaat aan anderen omdat zij geen andere keus heeft. Ze zit vast in een overmachtsituatie, alsof dit de laatste optie is om iets goeds van haar kinderen te maken. Ze is afhankelijk van al de vaders van haar kinderen, die haar gewoon hebben misbruikt en zich druk maken om haar, noch haar kinderen. Ze staat er moedeloos en alleen voor. Zij houdt van haar kinderen en omgekeerd maar deze wederzijdse liefde lost de problemen niet op.
Suriname is een mooi land, maar niet alles dat blinkt is goud. Neem maar een voorbeeld aan een drager van het hiv-virus. Precies zo kun je nog een heleboel vergelijkingen maken die je een beeld geven over hoe ik Suriname zie. Dit land wordt ziek gemaakt door een heleboel factoren, zoals eigenbelangen, partijbelangen en groepsbelangen. Het lijkt alsof we nog steeds in hokjes leven, een soort van kuddegedrag, waarbij iedereen op basis van namen en gezichten, roem en geld ergens thuis wil horen. Dan praat ik niet over de politiek alleen. Vaak genoeg worden mensen niet op basis van kennis aangenomen in een bedrijf, maar op basis van een bepaalde emotionele band met bijvoorbeeld de directeur. Het zakelijke staat dan op de tweede plaats en dat is ongezond, niet alleen voor het bedrijf maar ook voor de gemeenschap.
Al deze ‘issues’ maken het moeilijk voor ons als jongeren om onze dromen te realiseren. In Suriname lopen heel wat verloren talenten rond en dat is erg zonde. Als je een bepaald talent hebt, word je gedwongen om van dat talent je hobby te maken. In andere landen worden professionele competities gedraaid binnen diezelfde discipline. Het wordt daar dus ook serieus genomen en niet als hobby. Dit is één van de redenen waarom sport en entertainment, vergeleken met het buitenland, haast niets voorstellen in Suriname.
Mijn droom is om geld te verdienen met wat mij aantrekt en wat ik leuk vind. Ik wil met mijn hobby’s mijn broodje kunnen verdienen. Ik hoef er niet rijk van te worden, zolang ik een goed onderdak heb, goed te eten en vooral voldoening. Ik ben intussen al drie jaar bezig met muziek en heb nogal wat mijlpalen bereikt. Ik mocht bijvoorbeeld optredens verzorgen in Nederland. Dit motiveert om verder te gaan, want het was altijd mijn droom geweest om Nederland eens te zien. Als ik een beetje harder werk en zaken beter aanpak, kan ik vaker shows doen in het buitenland, je weet maar nooit.
Een ander hoogtepunt is mijn videoclip van het lied ‘Den Dey’, afkomstig van mijn jongste album ‘Het Interview’.Deze is via YouTube in twee maanden tijd zeker elfduizend keer bekeken. Dit geeft me alleen maar meer geloof in wat ik doe. Het verhaal achter mijn album “Het interview” is daarom gebaseerd op succes.
Het is namelijk zo dat ieder mens streeft naar succes. En dat heb je pas bereikt als je jouw doelen in het leven bereikt hebt. Om dat te bereiken moet je weten wat je missie is. Deze wordt weer bepaald als je weet wie je bent en van waar je komt zodat je dan weet waar je naar toe gaat. Er komen dus bepaalde vragen in je op. Vragen zoals ‘wie ben ik?’ Daar begint dus het interview met jezelf.
Je eigen doelen realiseren is niet eenvoudig; je moet echt willen en je moet bereid zijn te vallen en op te staan. En gewoon blijven geloven in wat je doet, ondanks mensen die je het tegendeel wijs maken.”
Vanessa Tjokrodimedjo (21)
Studente
Trouwen als prioriteit
“Trouwen is dit jaar prioriteit geweest in mijn leven. Veel jonge mensen denken er in deze tijd helemaal niet aan. Ze denken aan studie afronden of hun loopbaan. Carrière maken dus. Ik word daarom ook heel vaak gevraagd: ‘Ben je echt zeker?’ Alsof ze daarmee bedoelen dat ik niet meer vrij zou zij. Wat ze met ‘vrij’ bedoelen, is me tot nu toe onduidelijk. Ik denk dat de meeste mensen vreemd opkijken, omdat het niet vaak meer voorkomt dat jonge mensen trouwen, zeker niet na een relatie van máár twee jaren.
Ik hoor vaak ‘Je kunt niet meer rekenen op anderen en daarom moet je maar liever voor jezelf een zekerheid hebben’. Mij lijkt het gewoon de juiste stap zodra je weet dat je zeker bent van je zaak. Als ik mijn leven en toekomst moet plannen, hou ik rekening met mijn man. Omdat ik niet verwacht alleen door het leven te gaan, heb ik besloten om met hem te trouwen.
Dat wil niet zeggen dat studie of carrière maken onbelangrijk zijn voor mij. Ik wil sowieso mijn universiteitsbull halen. Suriname biedt bovendien genoeg kans om mezelf te kunnen ontwikkelen. Toch merk ik meer en meer dat de tijd harder wordt en dat je ook harder moet werken om nog net die stabiele toekomst te bereiken. En onder een stabiele toekomst versta ik: in staat zijn om een huis te bouwen, een baan te hebben waarmee je elke maand uitkomt en een wagen kopen. Alles hoeft natuurlijk niet in één keer, maar ooit moet dat wel zo zijn. Mijn toekomst heb ik daarom in fasen uitgerekend. Fase 1 is voor mij trouwen, dan volgt fase 2: mijn eigen bedrijf opzetten, zodat ik in fase 3 een huis kan bouwen of kopen. Daarna moet fase 4, mijn kinderen een goed onderdak geven, gemakkelijk zijn.
Het lijkt misschien makkelijker gezegd dan gedaan. Maar het is kwestie van doelgericht plannen. Een huis bouwen duurt misschien wel lang, maar moeilijk is het niet om zover te komen. Je moet risico’s kunnen nemen, als je je doelen wilt bereiken. Ik probeer daarnaast ook een back-up plan te maken. De economie is niet meer stabiel en kan van dag tot dag veranderen.
Het zal wel cliché klinken, maar ik geloof dat juist daarom geïnvesteerd moet worden in jonge ondernemers. Ik merk bij jongeren dat ze potentie hebben en veel kunnen doen. Kijk maar naar alle producten door de jaren heen, die gemaakt zijn door de IOL- studenten. Ik sta er soms versteld van. Als er nou geïnvesteerd kan worden in ons, worden we ook veel sneller zelfstandig. Als de regering jongeren op jonge leeftijd stimuleert, zal het er later veel beter uitzien. Jongeren in de districten die bijvoorbeeld in de landbouwsector willen werken, moet aangeleerd worden wat hun mogelijkheden zijn binnen dit vak. Niet alleen hoe ze tomatenzaadjes in de grond moeten stoppen, maar ook hoe zij die tot verdere productie kunnen brengen.
Wij jongeren bruisen van de energie en hebben ideeën. Deze kunnen we het best stoppen in een eigen bedrijf. Persoonlijk vind ik dat jongeren vaak niet worden begrepen. Wat door velen gezien wordt als onverantwoordelijk, is vaak een misinterpretatie van jongeren, die verschillende levensstijlen gewoon willen uitproberen. Vaak in hun zoektocht naar succes slagen jongeren niet altijd en dit wordt dan door volwassenen gezien als onverantwoordelijkheid. Mensen baseren hun opinie op wat zij denken hoe jongeren zich moeten gedragen. Volwassenen vergeten al te snel dat zij uit een andere generatie komen, waar jongeren zich veel anders gedroegen dan nu. Vanzelfsprekend worden wij dan niet begrepen als we ons anders gedragen.”
Adeiye Tjon aka MC Complex (33)
Musicus
Trots op wie ik ben
“Er is zeker ontwikkeling wat de hiphopwereld van Suriname betreft. Er vindt ook uitwisseling plaats met Nederland, een aantal Surinaamse rappers wordt in de gelegenheid gesteld naar Nederland te gaan en een aantal Nederlandse rappers komt naar Suriname en delen hun ervaringen. In Nederland is er meer cultuur, het is een gevestigde plek. De jongens van nu zijn de pioniers, ze zijn aan het front en moeten de verantwoordelijkheid nemen als de grondleggers van de hiphop scene.
Wel moeten er enkele zaken beter worden ontwikkeld: de opnames moeten in kwaliteit beter worden en er moeten meer podia gecreëerd worden voor opkomende talenten. De hiphopcommunity moet ook in Suriname positief worden uitgestraald. Uplift the people! In de jaren tachtig en negentig had je in Amerika conscious-rappers. Na de jaren negentig is het omgeslagen, de focus is op gangster-rappers. Dat wordt in Suriname ook klakkeloos overgenomen. Juist moet je de boodschap van hiphop accentueren en de positieve muziek overbrengen. Er kan ook een nieuwe sound gecreëerd worden.
Vanaf jongs af ben ik verliefd op hiphop. Ik liep met de grote jongens mee, zoals MC Sranang. Ik hou van die muziek en de kunstvorm. Ik leef van de hiphop en geef daarom ook workshops daarover aan andere jongeren. Ik help ze nadenken en zelf verwoorden, hen ondersteunen om beter te worden. Daarom organiseerde ik Life on the low, een platform voor jongeren. Ik wil geen lollipopmuziek maken of 1-hit wonder zijn.
Ik ben als artiest al jarenlang bezig met het maken van muziek. Breng ook mijn eigen muziek uit. Door het ontbreken van een paar samenwerkingsverbanden heb ik de boot gemist voor grotere mogelijkheden. Samen met de groep Sevent Foul Nation heb ik wel veel kunnen bereiken. Echter heb ik niet de grote kansen kunnen benutten. Ik probeer positieve muziek aan de man te brengen over maatschappelijke zaken.
Trots ben ik zeker op mijn vader, Henk Tjon, die op 18 september is overleden. Ik heb veel van hem geleerd. Hij houdt veel van Suriname en heeft veel voor het land gedaan. Hij heeft voor het eerste professionele theatergezelschap gezorgd. Hij is revolutionair geweest voor donkere mensen in zijn tijd en heeft veel internationaal bereikt, zowel voor zichzelf als het land. In het Caribisch gebied heeft hij erkenning gekregen voor zijn verdiensten. Ik moet grote schoenen vullen als ik er nu goed over nadenk.
Hij heeft veel zaken neergezet en anderen lesgegeven en geïnspireerd. Hij is de persoon geweest die mijn liefde voor de hiphop heeft opgestart. Hij liet mij nadenken over de teksten die werden gerapt, waardoor ik beter ging luisteren en de teksten ben gaan analyseren. Hoewel hij van een andere generatie was, heeft hij altijd de tijd genomen om naar mij te luisteren en mij te begrijpen, waardoor onze band sterker is geworden.
Suriname is een integraal deel van mijn identiteit.
Ik ben echt de vrucht van de boom van verschillende takken. Ik ben hier geboren en woon weliswaar in Nederland, maar vind elke keer de weg terug. In Nederland werd ik al op zesjarige leeftijd geconfronteerd met het feit dat ik anders ben, met discriminatie. Hierdoor heb ik heel jong een bepaald verdriet meegekregen. Die verwerkte ik tijdens spreekbeurten waarin ik vertelde over de apintie-drum of over het indianenpak dat ik aanhad. Mijn vader maakte mij er keer op keer bewust van dat ik trots moest zijn op wie ik ben: dat er gevochten is voor de vrijheid van de slavernij en dat we rijk zijn aan verschillende culturen in ons land.”
Kimberly Snoyl (21)
Studente
Vervreemd van geboorteland
“De vraag welke plaats Suriname in mijn toekomst zal innemen is al vaker in mij opgekomen. Dertien jaar heb ik in Suriname geleefd, het was alles wat ik kende. Ik kon me geen andere leefomgeving voorstellen. Totdat ik halsoverkop (voor mijn gevoel) in 2002 verhuisde naar Nederland. Opeens was ik één van de mensen die ons land verliet. Het kwam in die tijd wel vaker voor dat mensen opeens naar Holland verhuisden en hun vrienden en hun ‘thuis’ in Suriname achterlieten. Persoonlijk voelde dat toch wel alsof wij en Suriname niet goed genoeg waren. Altijd hadden mensen het er over hoe geweldig het in Holland was. En toch had je ook bewondering voor die persoon dat die het beruchte Holland als ‘thuis’ mocht noemen.
Toen het mij ‘overkwam’ in 2002 vond ik het aan de ene kant wel spannend. Ik weet nog dat ik het moeilijk vond om aan mijn vrienden te vertellen dat ík nu degene was die ze zou gaan verlaten voor Holland. Maar ondanks dat ik al eens eerder op vakantie was geweest, wist ik niet echt wat mij te wachten stond. Nu woon ik al zeven jaar in Nederland. Het is mijn ‘thuis’ geworden, alhoewel Suriname heerlijke herinneringen in mij oproept.
Het is een beetje een dubbel gevoel. Aan de ene kant voel ik me goed hier in Nederland. Hier heb ik mijn tienerjaren meegemaakt. Ik heb geleerd mijn mening te uiten en te onderbouwen, ik ben meer over zaken gaan nadenken en ik heb delen van de wereld gezien waar ik vroeger alleen maar van kon dromen. Toch is het moeilijk te vergelijken met Suriname. In Suriname ben je vrij. Het is lekker buiten en je kan onbezorgd in de zon genieten en spelen. Hier betekent vrij zijn, mogelijkheden hebben. Mogelijkheden in je eigen ontwikkeling en mogelijkheden om andere delen van de wereld binnen handbereik te hebben. Die vrije en blije jeugd en de opvoeding in Suriname zou ik mijn kinderen ook wel gunnen, maar ook wil ik ze de mogelijkheden kunnen bieden die ze in Nederland kunnen krijgen.
Ik wil niet dezelfde fout maken die mijn moeder heeft gemaakt. Zij is op haar veertiende in Nederland komen wonen met haar ouders. In die tijd, de zeventiger jaren, waren de Surinamers hier echt gedreven om na hun studie terug te gaan naar Suriname en het land op te bouwen. Uiteindelijk zijn die mensen toch hier gebleven. En de mensen die wel terug zijn gegaan, zoals mijn moeder, hebben moeten pinaren en hadden spijt. Dus het is een tweestrijd. Aan de ene kant wil ik niet dezelfde fout maken die mijn moeder heeft gemaakt, maar aan de andere kant kunnen wij jongeren in deze tijd Suriname misschien wél opbouwen! Alleen moeten we dan wel met een waterdicht plan komen.
Drie dingen zijn nu vaak het geval: Surinamers zijn vaak lui, snel tevreden en macht maakt corrupt. Hoe kunnen we een bepaalde mentaliteit creëren waardoor een grote groep mensen wel echt wil knokken voor ons land en er tegelijkertijd voor zorgen dat als ze eenmaal aan de macht komen, ook dezelfde mentaliteit blijven behouden? Het lijkt me in ieder geval niet makkelijk om opeens, na 34 jaar onafhankelijkheid in moeilijkheden, opeens alles goed te maken. De beslissing is nog niet genomen, maar ik zie mezelf wel als één van de mensen die een revolutie kunnen brengen voor Suriname. De vraag is alleen nog maar: hoe gaan we beginnen? Misschien als wij nu aan Suriname zouden werken, zou het niet meteen lukken, maar wie weet maken onze kinderen af waaraan wij zijn begonnen.”
Gino Naarden (20)
Volleyballer
Sportcarrière ver weg
“Als ik het goed bekijk, kan ik zeggen dat ik tot nu toe een vrij productieve jeugd heb gehad. Tot en met de vierde klas van de Mulo deed ik het vrij goed. Maar toen mijn puberteit zich eenmaal aanmeldde, concentreerde ik me meer op de clown uithangen en volleyballen dan op mijn studie. Toen ik serieus begon te volleyballen stond dát voor mij op de eerste plaats. Ik denk dat ik niet om kon gaan met de fame en liet mijn schoolwerk gewoon links liggen. Dit jaar heb ik pas de ernst van de zaak begrepen. Ik heb mijn prioriteiten nu in de juiste volgorde gezet en besefte: één ernstige blessure en je sportcarrière is voorbij! Ik begon mij eindelijk te realiseren dat al die feestjes, meisjes en vrienden konden wachten. En ik ben met heel goede cijfers geslaagd. Binnenkort ga ik voor een studie Aviation Engineering naar de Hogeschool van Amsterdam.
Volleybal heeft me eigenlijk gevormd tot de persoon die ik nu ben. Het heeft niet alleen mijn sociale leven bevorderd, maar het heeft mij ook een teamspeler gemaakt en de nodige portie discipline bijgebracht. Op mijn veertiende begon ik te volleyballen voor Yellow Birds en heb met hun verschillende kampioenschappen meegemaakt, zowel als aspirant en als jeugdspeler. Ook heb ik een jaar basketbal gespeeld voor het aspirantenteam van Yellow Birds en verder ben ik een keer uitgeroepen tot Most Valuable Player. Met Yellow Birds en de volleybalselecties heb ik veel landen kunnen bezoeken zoals Brazilië, Trinidad, Virgin Islands, Guyana, Frans-Guyana, Cuba en de Antillen. Met Yellow Birds, hoofdklasse heren, zijn we kampioen geworden en ook in Trinidad zijn we met Suriname kampioen geworden van de WK- kwalificatie wedstrijden.
Maar ik heb dit jaar echt één ding geleerd. Je moet nooit je sport boven je educatie verkiezen. Vooral in Suriname vind ik dat jongeren dat niet moeten doen, omdat bepaalde sporten als basketbal en volleybal niet serieus genomen worden. Sporters worden niet genoeg gemotiveerd door de bonden om tot grotere hoogten te komen. Geloof hebben in eigen kunnen en het stimuleren door internationale toernooien te organiseren of eraan te participeren om te kijken in hoeverre we ready zijn, vindt nog te weinig plaats.
Suriname gaat niet planmatig te werk. Er moet meer geïnvesteerd worden. En dan heb ik het over alles, van sport tot de economie. Wat voor mij belangrijk is, is dat er gewerkt wordt aan een vakantieregeling die gelijk is aan het Caribisch gebied. Zodat we zonder problemen met de schoolexamens, repetities enzovoort kunnen doorstromen voor studie in het buitenland. Maar ook als het gaat om deelnemen aan de evenementen in het buitenland. Hierdoor hebben topsporters vaker niet kunnen deelnemen aan wedstrijden, waardoor ook goede resultaten voor Suriname uitbleven.
Ik zeg daarom dat Suriname mij voorlopig geen stabiele toekomst biedt, zowel wat de sport betreft als mijn studie en werk. Ik zie wel wat vooruitgang, maar het gaat nog een tijdje duren voordat we ook aan de top komen wat sport betreft. Ik vertrek naar het buitenland, omdat ik daar betaald krijg voor het volleyballen. Daarnaast wil ik een studie volgen, die hier niet aangeboden wordt. Ook dat vind ik best lastig, omdat ik eigenlijk thuis wil blijven. De oplossingen zijn er al en we kunnen er elke dag over brainstormen, maar we gaan niet op korte termijn verschil merken. Misschien pas over tien jaar. Nu werk ik aan mijn eigen toekomst. Later zal ik meehelpen aan de opbouw van Suriname.”
Stephany Kasketi (27)
Voorlichter
Begeleiding jongeren ontbreekt
“Voor jongeren wil ik een toevluchtsoord zijn. Ik wil ze begeleiden, een centraal figuur voor hen zijn, bron van inspiratie maar ook van motivatie. Ik vind dat de mens de eerste natuurlijke hulpbron is. De output is onbetaalbaar. Van jongsaf aan moet je kinderen begeleiden in het leven, hen keuzes leren maken. Jongeren moet je begeleiden, advies geven en een luisterend oor bieden omdat ze het nodig hebben. Die zaken ontbreken in Suriname. Er zijn geen strategische punten waar ze terecht kunnen voor hulp.
Ik heb het geluk gehad om te komen uit een goed, stabiel gezin, waar vader en moeder beiden aanwezig waren. Er werd naar mij geluisterd en scholing werd gestimuleerd. Ik heb verder het geluk gehad dat ik de juiste mensen heb ontmoet, die mij stimuleerden en mij het goede pad wezen. Bij andere jongeren merkte ik wel dat ze die zaken hebben gemist. Ze hebben geen goede basis in hun jeugd gehad, wat ertoe heeft geleid dat ze verkeerde keuzes hebben gemaakt en in vervelende situaties zijn beland.
Vaak staan we er niet bij stil dat jongeren met een hoop vragen zitten: ‘Hoe betaal ik mijn inschrijfgeld, hoe betaal ik mijn schoolkleren en hoe kom ik aan een goede bijbaan?’ Er is wel een kindertelefoon, maar die is meer voor jongeren die met problemen zitten die op justitioneel vlak moeten worden opgelost. Maar als een kind een baan zoekt of inschrijfgeld nodig heeft, waar moet het dan naar toe? Voor studenten ontbreekt ook sociale steun. In principe moet elke student recht hebben op studietoelage, degenen die het niet nodig hebben kunnen het weer inleveren. Er wordt genoeg belasting geïnd om daarvoor te zorgen, vind ik. Nu komen alleen bepaalde groepen ervoor in aanmerking. Volgens de Verenigde Naties dient het basisonderwijs gratis te zijn, maar in Suriname is dat nog niet het geval. Maken we optimaal gebruik van de natuurlijke hulpbronnen, waar het land rijk aan is, dan is het mogelijk om het basisonderwijs gratis aan te bieden.
In mijn ogen is Suriname toch een paradijs. Ik ben in de gelukkige hoedanigheid geweest om naar het buitenland te kunnen gaan, wat relatief duur is, en heb de situatie daar kunnen vergelijken met die van hier. De mensen hier zijn vriendelijk en behulpzaam, bewandel je de juiste wegen dan krijg je altijd wel hulp. Qua investeren in de mensheid schieten wij wel tekort. Aan het onderwijs wordt nauwelijks aandacht geschonken. Zo wordt in het binnenland een tijdbom gekweekt. Er is alleen basisonderwijs. In deze tijd heb je echt meer scholing nodig. Het is bijna te voorzien dat die kinderen op een gegeven moment in de criminaliteit belanden. Het onderwijs moet breed aangepakt worden, willen we op korte termijn een positieve verandering zien.
Ik heb ervoor gezorgd dat ik mijn best heb gedaan op school. Ik blijf bijscholen om hogerop te komen. Daarbij heb ik mezelf sterk gemaakt op het gebied van jongerenparticipatie. Als je een merkbare verandering teweeg wil brengen, moet je het op bestuurlijk niveau doen. Daarom wil ik de politiek in. Ik werk er aan maar heb mezelf niet gekoppeld aan een partij. Ik observeer nu en loop mee waar ik kan. DNA-voorzitter worden of minister van Onderwijs zie ik wel zitten. En na jarenlang zo’n functie te hebben bekleed, kan ik het werk voortzetten op diplomatiek niveau. Zo kan ik het land interessant maken voor investeerders. En kan ik meer werken aan de investering in de mensen van Suriname. Immers dit doe ik voor de jongeren.”
Jeffrey Yang (24)
Student
Niet zomaar iemand
“Ik wil niet gewoon nog een persoon zijn in het leven. Waar ik ook aankom, probeer ik initiatieven te nemen om het leven mooier te maken. Ik hoef niet beroemd te worden, maar wil wel een mens van betekenis zijn in het leven. Ik zeg daarom altijd: ‘verbeter de wereld, neem de eerste stap!’ Niet alleen heeft Suriname een hele belangrijke plek in mijn leven, maar ik wil ook belangrijk zijn voor Suriname.
Ik ben op dit moment bezig met een MSc-studie in Utrecht, dankzij een beurs van de Anton de Kom Universiteit en enkele grote mijnbouwbedrijven in Suriname. Ik heb ook nauw contact met vrienden in Suriname, waaronder mijn goede vriend Ruiz Blankendal, waardoor ik nu een afstudeerproject doe bij Grassalco NV, in de granietafzetting van Patamacca. Wij hebben in Suriname weinig middelen om diepgaande onderzoeken te doen in de geologie van Suriname. We hebben veel gebieden waarvan de geologie niet, of niet in zijn geheel, bekend is. Nu zit ik in de gelukkige omstandigheid dat ik student ben aan de Utrechtse Universiteit, met een geweldig laboratorium. Ik probeer middels projecten de link te zijn tussen al deze puzzelstukken.
Mijn afstudeerproject bij Grassalco is één van mijn vele puzzelcombinaties. Suriname, met haar schone natuur, is daadwerkelijk het paradijs voor mij. Sinds de eerste collegedag in Utrecht heb ik gepast en gemeten hoe ik Suriname kon schuiven in mijn studie. Vandaar dat ik ook dolblij was dat ik mijn afstudeerproject hier kon doen. In verband met dat project was ik twee maanden, in juni en juli, in Suriname. In die twee maanden was ik daarom ook zes weken lang in the jungle te vinden. In het binnenland leef ik me totaal uit! Niks is meer rustgevend dan, na acht uur veldwerk achter de rug te hebben, een kwartiertje in een kreekje te liggen. Behalve dat ik mijn land meer waardeer, probeer ik iedere keer te onderzoeken en te kijken hoe Suriname past in hetgeen waarmee ik bezig ben.
Vandaar ook mijn afstudeerproject in Patamacca en toekomstplannen voor projecten in Suriname. Surinamers moeten beseffen dat elk van ons kan zorgen voor verbetering. Het nationalistisch gevoel moet bij elke Surinamer aangewakkerd worden.
Vooral diegenen die de kans hebben gehad zich te ontwikkelen, dienen niet te vergeten waar hun navelstreng begraven is. Ik ben me ervan bewust dat ik nog geen opmerkelijke stappen kan nemen om Suriname te ontwikkelen, omdat ik mezelf aan het ontwikkelen ben. Maar zelfs in mijn eigen ontwikkeling probeer ik Suriname te betrekken, door onderzoeken te doen in Suriname. Hierna wil ik verder gaan met een PhD, waarbij ik hopelijk wederom een project in mijn land kan doen. Elke pion in het schaakspel heeft trouwens de mogelijkheid te promoveren tot ieder stuk van het schaakbord, daartussen loopt hij vooruit en helpt het thuisfront bewaken en ontwikkelen. Ook ik ben op dit moment zo’n pion!”
Pamela Mangroelal (22)
Student
Rolmodellen voor jongeren
“Suriname is een vrij jonge onafhankelijke staat, maar onze ontwikkeling is in zekere mate beperkt. Dit komt omdat in het verleden veel fouten gemaakt zijn en nu nog steeds worden. Ook het feit dat wij bijvoorbeeld nog zo weinig exporteren, speelt een belangrijke rol. Juist daarom moeten de Surinaamse intellectuelen het als een uitdaging zien om op elk gebied ontwikkeling te brengen. Voor mij is Suriname een ideaal land, omdat ik mij Surinamer voel en daarom ook alles zal doen om een leefbaar Suriname te maken voor mij en anderen. Op dit moment vind ik het belangrijk om mijn Klinische Neurofysiologie Laboranten opleiding af te maken. Misschien utopisch, maar verder hoop ik nog succesvol te zijn in alles wat ik onderneem. Daarbij wil ik vooral voor de jonge Surinaamse vrouw een rolmodel blijven. Ik begrijp dat het als jongere vaak moeilijk is om verstandige keuzes te maken. Voor mij betekent een rolmodel hebben, iemand uit wie je kracht en zelfvertrouwen kan putten. Maar zoals ik eerder zei, zou ik graag willen dat de overheid en de bevolking zich meer gaat concentreren op de export van landbouw- en mijnbouwproducten. Onze bodem is vruchtbaar en rijk aan natuurlijke hulp- en delfstoffen. Als we die tot eindproducten kunnen verwerken, denk ik wel dat wij een economische groeien kunnen behalen.
Mijn liefde voor Suriname is ontstaan in mijn kinderjaren. Ik was er altijd van bewust dat ik in een uniek land ben geboren. Gaandeweg heb ik geschiedenislessen gevolgd en ben ik meer gaan nadenken over nationalisme en vaderlandsliefde. Mijn liefde voor dit land blijft groeien, omdat ik er in geloof dat wanneer wij als Surinamers meer gaan geloven in ons eigen kunnen, wij dan in staat zijn Suriname te veranderen en te brengen naar een hoger niveau. We kunnen alvast beginnen met onze eigen afgestudeerden beter te waarderen. Maar ook een ieder die om welke reden dan ook naar het buitenland is geëmigreerd, weer aan te trekken. Dan denk ik dat we dit probleem in een paar jaar hebben overbrugd. Voor mij lijkt dit wel allemaal mogelijk, omdat ik goede verwachtingen haal uit de ontwikkelingen die nu gaande zijn.
Als het gaat om jongeren zelf, vind ik dat de ouders ook wat ruimer moeten gaan denken. De ontwikkelingen in de wereld veranderen dagelijks en ouders moeten hiervan bewust worden en hun kinderen beschermen. Een andere opvoeding dus, waar ouders eerlijk de gevaren van het leven bespreken en openstaan voor nieuwe ideeën. Zij waren ook eens jong en hebben waarschijnlijk dezelfde fouten gemaakt. Ze hebben daaruit geleerd en wij moeten er ook zelf uit kunnen leren.
Ik koester de droom om Suriname te zien als een land met een goede economie, welvaart en welzijn voor de bevolking, Maar dit is alleen mogelijk als er samen wordt gewerkt. Samen met de ouders, de jongeren, de onderwijzers enzovoorts. Door in Suriname te wonen en te werken, lever ik zelf al een kleine bijdrage.”
Kimberly Boedhoe (18)
Student
Bijdrage aan geschiedschrijving
“De meeste zaken zie ik van de positieve kant; ik ben een optimist. Ik ben altijd vrolijk en lach veel. Je zal niet aan me zien dat ik een redelijk moeilijke, emotionele jeugd achter de rug heb. Mijn ouders scheidden toen ik nog maar een baby was en er waren best veel ruzies in huis. Ik ben een keer blijven zitten omdat het op een gegeven moment even teveel voor mij werd. Mijn moeder heeft mij een strenge opvoeding gegeven. Best goed, maar aan de andere kant wel lastig. Ik wilde wat meer vrijheid. Waar ik kan heb ik geholpen in huis.
Door wat ik heb meegemaakt met mijn moeder, heb ik meer respect voor haar gekregen. Vroeger dacht zij, omdat we soms overhoop met elkaar lagen, dat ik meer van mijn vader hield, maar dat was niet zo. Ik vind haar heel speciaal en heb altijd respect voor haar gehad. Mijn moeder heeft geprobeerd mij alles te geven wat ik wilde en daar ben ik toch best tevreden over. Mijn ervaringen hebben er ook aan bijgedragen dat ik anderen kon helpen. Dat maakt me trots.
Er zijn teveel bedrijven die het land leegplunderen. Er zijn ook teveel Chinese winkels in het land, in mijn buurt heb je wel tien winkels. Je weet niet bij welke je inkopen moet doen. Kijk hoeveel goud we hebben, waarom kunnen we niet ons eigen bedrijf opzetten en zelf goud winnen?
Ik zie mezelf in de toekomst als een succesvol archeoloog. Ik wil onderzoek doen naar oude voorwerpen. Vroeger toen ik klein was en we naar plantage Bittenzorg gingen, vonden we altijd oude spullen, potten en vazen. Ik vond het interessant om te weten waar het vandaan kwam en hoe oud het was. We hebben veel geschiedenis hier en die moet verder onderzocht en vastgelegd worden. De geschiedenisboeken zijn net als de Surinaamse geschiedenis: oud. Ze moeten vernieuwd worden, meer informatie uit het verleden moet erin verwerkt worden. Er is nog veel dat men niet weet over de Surinaamse geschiedenis. Met het werk dat ik doe wil ik een bijdrage leveren aan de geschiedschrijving van het land.
Eigenlijk wilde ik arts worden. Ik had plannen gemaakt om naar Nederland te gaan of Amerika. Ik wilde hartchirurg worden en dat kan je hier niet echt studeren. Nu denk ik dat ik het niet meer ga doen. Mijn moeder vindt dat ik niet geschikt ben voor het werk, soms ben ik verstrooid en onhandig. Daarnaast ben ik een gevoelig persoon. Als iemand die ik behandel zou komen te overlijden, weet ik niet of ik het emotioneel aan zou kunnen. Daarom denk ik dat ik mijn tweede droom achterna ga, archeoloog worden.
Als je iets wil bereiken moet je dat doen en ervoor gaan. Mijn familieleden stimuleren mij om mijn dromen achterna te gaan. Ik studeer vaak samen met mijn vrienden en dat zie ik dan ook als een ‘push’ om mijn best te doen. Als er zaken zijn waarmee ik zit, heb ik altijd mijn tante om mee te praten. Ze stimuleert mij om aan andere activiteiten te doen, zoals modellenwerk. Voor mij is Suriname het paradijs. Ik heb hier mij hele leven gewoond. Ik ben ook een rasechte Surinamer: mijn vader is Hindostaan en Hollander, mijn moeder is Javaans, Creools, Hindostaans, Hollands, Frans en Joods. Je hebt oorlogen in andere landen, hier is het toch vredig. Alleen de politiek is hoofdpijn. Maar waar ik ook naar toe zou gaan, ik kom altijd terug naar mijn land.”
Ulrich Lagadeau (22)
Verkoper
Nergens zonder connecties
“Als je me vraagt, vind ik dat er in Suriname alleen connecties gelden. Heb je geen connecties, dan kom je niet verder. Een eigen huis bezitten, is prioriteit in mijn leven. Dit kan alleen als ik een behoorlijke baan heb, daarom probeer ik nu wat te regelen bij de staat. Ik heb al gesolliciteerd bij de Centrale Inlichtingen en Veiligheidsdienst (CIVD). Als ik daar een baan kan krijgen, denk ik wel dat ik mijn huis binnen vijf jaar gebouwd heb. Wat ik daarna ga doen, maakt me niet zo uit. Pensioen regelen, maar veel heb ik verder niet nodig.
Ik ben een simpel mens. Ik werk al vier jaar in een eetstand aan de Waterkant. Sranan patu verkopen. In die vier jaar zijn hier veel mensen langs gekomen. Ik zie veel dingen en ik hoor de mensen praten. Alles in ons land wordt geregeld via connecties. Met mij is het ook een paar keer gebeurd. Ik had gesolliciteerd om te werken bij de politie. Ik ging daar naar toe en er werd me verteld dat ze al genoeg mensen hadden. Ik werd meteen afgewezen. Vlak daarna hoorde ik dat ‘via via’ toch mensen binnengehaald werden. En daar kan ik niet tegen. De mensen worden de kansen niet geboden, maar ze worden meteen afgewezen. Als je geen connecties hebt, gaat het niet lukken.
Mensen willen graag werken met ‘names & faces’ en daarop ga zelfs ik een beetje rekenen. Ik ga ook gebruik maken van mijn connecties. Ik weet dat het lastig klinkt, maar zo gaat het hier eenmaal. Wie niet steelt of erft, zal werken tot hij sterft. Dus je moet eens in je leven wel een ogri doen, om te krijgen wat je wilt.
Waarom ik dan niet liever vertrek? Ik ga eerlijk zijn. Ik moet er soms wel aan denken, maar ik blijf toch hier. Ik voel me hier vrij en ik denk niet dat het in Nederland of ergens anders beter zou gaan. Maar dat wil niet zeggen dat ik mijn ogen sluit. Suriname heeft me ook een paar keer teleurgesteld. Als ze het hier willen opknappen, zou ik willen dat ze werkten aan werkgelegenheid. Vooral voor mensen die het niet ver hebben geschopt wat studie betreft. Ik merk bij mij in de buurt al hoeveel jongens daar zonder werk zitten.
Ik heb nooit mijn vader in huis gehad en mijn moeder had het drukker met zichzelf dan met mij. Ze gaf me wel liefde, maar alleen wanneer ze zelf de tijd had. Ik werk al sinds mijn dertiende. Ik heb al die jaren voor mezelf moeten zorgen. Ik heb bij een autohandel gewerkt, een bakkerij en ben uiteindelijk bij de Waterkant beland.
Ik wil graag vrijheid en daarom een eigen huis. Ik zit nu op de avondhavo en heb nog een jaar te gaan. Waar ik nu werk krijg ik goed betaald. Niet goed genoeg om een huis te bouwen, maar ik begin alvast te sparen voor een perceel. Er wordt vaak gezegd dat iedereen recht heeft op een stuk grond, maar toch wordt het hier moeilijk gemaakt. Iemand gaat voor een grote bouwkavel en krijgt dat binnen 24 uur, terwijl de ander daar dertig jaar op moet wachten. Ik dacht vroeger dat je zoiets helemaal kon veranderen als je eenmaal president was. Ik zou dan hebben gewild dat iedereen werkelijk aan een stuk grond kwam. Alleen voor de administratiekosten betalen en je hebt een perceel. Maar dat is gelukkig niet mijn streven, want ook een president raakt beïnvloed door anderen en regelt alles voor zijn eigen mensen.”
Muur van gedoemdheid
De grootste bekentenissen, met tegenzin toegegeven, vloeien voort uit de meest oprechte gevoelens. Twaalf jongeren hebben met tegenzin moeten bekennen dat er in Suriname op verschillende gebieden een spaak voor de voeten van jongeren wordt gestoken. Op het gebied van sport, studie en carrièremogelijkheden valt het niet mee om niet tegen de muur van gedoemdheid te lopen.
Jong zijn valt niet mee, gezien het feit dat voor velen vanaf de tienertijd al moeilijke beslissingen liggen te wachten. Als blijkt dat een jongen met goede schoolprestaties zijn biezen moet pakken om in een onvertrouwde omgeving te wonen voor verdere studie, is er iets mis. Met een enorme braindrain tot gevolg, want vaak komen die jongeren na hun studie niet terug.
Het is niet alleen het onderwijs dat de drempel vormt voor de verdere opbouw in eigen land. Sommige jongeren hebben andere dromen dan studeren en een gezellig kantoorbaantje. Maar met een uitzonderlijke droom of een streven, zullen ook offers gemaakt moeten worden. Want, zoals uit voorgaande verhalen blijkt, met zingen, schilderen of sporten, komt er nog geen brood op tafel. De potentievolle sporter geeft verbitterd toe dat het nog een tijdje zal duren voordat jongeren sport daadwerkelijk als broodverdienende carrière kunnen kiezen. Daarvoor biedt Suriname geen toekomst voor de sporter. Dus hupsa: negen uren vliegen en misschien kom je dan terecht in een land dat deze toekomst wel biedt.
De Surinaamse student ziet het daar anders wel zitten, maar heeft heimwee naar zijn of haar land. Begrijpelijk, want alle jongeren praten vol lof over het lekkere eten en het geweldige weer in Suriname. Maar is dit alles genoeg waard om voor terug te komen? Vrijwel alle jongeren geven aan dat meer geïnvesteerd moet worden om hen een toekomst te bieden. Niet alleen in onderwijs of sport. Een investering waar jongeren eigenlijk van kruipen naar lopen toch op hun eigen benen kunnen staan. Een investering waarbij jongeren niet alleen genoegen nemen met een kantoorbaantje, maar ook de grenzen durven te verleggen naar een eigen bedrijf.
Want zo soepel verloopt het niet zonder de connecties. Suriname mag dan al 34 jaar een onafhankelijk land zijn, de persoonlijke vooruitgang is volgens de man van de straat nog altijd sterk afhankelijk van connecties. Connecties die al te snel linken met politieke relaties. Politiek en jongeren? De bek valt daarover niet open te breken, want de etnische groeperingen worden meer beschouwd als de gifstof voor tegenspoed van het land.
Met de Surinaamse jeugd in de mix, wordt al te snel vastgesteld dat zij de kansen niet zullen krijgen om zich tot grotere hoogten te ontwikkelen. Waarom niet? Ouderen weigeren de gevoelens en ideeën van jongeren als gelijkwaardig te beschouwen.
Maar zolang er leven is, is er hoop. Het verwezenlijken van de grote dromen, die wij als jongeren koesteren voor een beter Suriname, wordt bepaald door de individuele stap die een kettingreactie moet ontketenen. Want, zoals Nobelprijswinnaar George Bernard Shaw ooit verklaarde: ‘onze gedragslijn wordt niet door onze ervaringen bepaald, maar door onze verwachtingen’.
Rachelle Vyent