Wiet, coke en The Black Experience
The Pirates of the Caribbean worden ze door de medewerkers van LaCaff genoemd: het grote aantal jonge en ook wel iets minder jonge Surinaamse mannen, allemaal vrijgezel of in elk geval daarvoor doorgaand, dat op het terras verschijnt zodra er weer een nieuwe lichting stagiaires uit Nederland arriveert. LaCaff is een populair café onder stagiaires en dat gegeven wordt via MSN, Hyves en Facebook feilloos doorgegeven van de ene groep stagiaires aan de andere.
Humor hebben ze in elk geval wel, deze Sranan Piraten; als Damaru’s populaire hit ‘Tuintje in mijn hart’ uit de speakers klinkt passen ze de tekst moeiteloos aan. ‘Ik heb een Boma in mijn broek, alleen voor jou, mijn witte roosje’. Zodra de Hollandse meiden in de gaten krijgen dat Boma het Surinaamse woord voor een Boa Constrictor is, wordt in eerste instantie smalend en een tikkeltje hautain gereageerd. “Ja hoor, het zal wel”, klinkt het met een schamper lachje. De Piraten lachen zonder blikken of blozen vriendelijk terug en zingen vrolijk verder. De ervaring heeft geleerd dat hun moment nog wel komt, al is lang niet altijd duidelijk wie er nu eigenlijk precies het laatst lacht.
“Ik vond haar echt leuk, weet je”, zo vertelt Kevin, een Creoolse jongen van 28. “We waren elkaar een paar keer tegengekomen, gezellig een borreltje drinken, beetje dansen. Ze had wel verteld dat ze thuis in Nederland een vriendje had maar dat belette haar niet om stevig met me te sjansen. Al snel kwam van het één het ander en belandden we samen in bed. De volgende dag zag ze me opeens niet meer staan en ik baalde best wel, kon het ook niet echt goed begrijpen. Dacht dat ik misschien iets fout had gedaan. Tot ze me doodleuk vertelde dat ik vanaf onze eerste ontmoeting niet meer was geweest dan een persoonlijke ervaring die ze op wilde doen tijdens haar stage in Suriname. Ze wilde één keer in haar leven met een blakaman naar bed en uiteindelijk was ik dus haar Black Experience geworden.”
Openhartig
Uiteraard zal bovenstaande niet gelden voor alle Nederlandse stagiaires. Het gros komt hier ongetwijfeld omdat een buitenlandse stage nu eenmaal bij hun opleiding hoort, geniet van het verblijf in Suriname en vermaakt zich in hun vrije tijd niet anders dan dat ze thuis gewend zijn. Er is echter ook een aanzienlijk deel dat er stiekem een andere agenda op na houdt en dit een enkele keer zelfs ook openhartig toegeeft. Een verborgen agenda die hoogstwaarschijnlijk niet terugkomt in het stageverslag en zeer zeker niet zal worden gedeeld met ouders en vriendlief die achtergebleven zijn in, pak hem beet, Oldenzaal, Appelscha of Nijverdal.
Het zijn bepaald geen doorsnee argumenten maar de in Suriname, naar Nederlandse begrippen, spotgoedkope marihuana en cocaïne en de beschikbaarheid van een groot aantal welwillende zwarte mannen blijken voor sommige keurig opgevoede meisjes van het Nederlandse platteland erg spannende gegevens en daardoor juist van doorslaggevend belang in hun keuze om uitgerekend in Suriname hun buitenlandse stage te volgen.
Nederlands
“Eigenlijk wilde ik eerst naar Afrika”, vertelt Yvonne (21) uit Nijverdal*. “Maar van studenten van mijn opleiding die hier hun stage hadden gedaan hoorde ik dat Suriname helemaal te gek was, ze hadden allemaal een ontzettend leuke tijd gehad en het grote voordeel is natuurlijk dat iedereen gewoon Nederlands spreekt.”
Even later in het gesprek blijkt een ander aspect van de Surinaamse samenleving ook een groot voordeel te zijn in de ogen van de vrolijke goedlachse Nijverdalse. “Als ik met mijn vrienden in Nederland uitga dan roken we meestal eerst een jointje of nemen we een lijntje coke, toen ik hoorde dat je hier voor iets meer dan een euro stevig je neus kunt ophalen hoefde ik echt niet lang meer na te denken. Natuurlijk is het niet zo maar te verkrijgen in de cafeetjes hier in het centrum maar je hoeft maar een beetje wazig figuur op straat aan te spreken en hij heeft zo wat voor je geregeld. Ik vind het waanzinnig hier, het is echt elke dag een groot feest. Ik mag het natuurlijk niet zeggen maar eigenlijk baal ik behoorlijk dat mijn ouders straks twee weken langs komen. Dat zal vast een stuk minder gezellig worden.”
Een oudgediende uit het Surinaamse nachtleven zit ondertussen rustig met een biertje op het terras en ziet het hele tafereel een beetje meewarig aan. “Eerst kijken ze een beetje de kat uit de boom en na verloop van tijd zie je ze inderdaad helemaal los gaan. Eerst komen de vlechtjes en daarna allerlei zaken waar je eigenlijk niet eens over na wilt denken. Ik kan het ook wel begrijpen, de meesten zullen behoorlijk beschermd opgevoed zijn en dan kom je opeens in een vreemd land terecht. Niemand die op je let, niemand die zegt wat wel en wat niet mag, kortom de ideale omgeving om eens stevig uit de band te springen.”
Hij moet even lachen: “Er heerst ook behoorlijk wat naïviteit bij dat grut. De coke die ze hier zogenaamd zo geweldig vinden is niks anders dan wat crack, zo zwaar versneden met bakmeel dat je er beter een krentenbol van kunt bakken. Natuurlijk is er ook goede, bijna onversneden, blow te vinden in Suriname, maar dan moet je echt niet bij de zwervers hier op straat zijn. Die kinderen weten gewoon niet wat ze in handen krijgen. Misschien maar beter ook, ik moet er niet aan denken dat ze in de handen vallen van echt zware jongens; voor je het weet zitten ze stikvol bolletjes in het vliegtuig terug naar huis. Zo naïef zijn ze wel.”
Klandizie
Zijn mening wordt gedeeld door taxichauffeur Ryan. “Jaren geleden kwamen de eerste stagiaires in een studentenhuis bij mij in de straat wonen en sindsdien heb ik over klandizie niet te klagen. Het duurt altijd maar tot een paar dagen na hun aankomst dat ik de eerste vragen krijg. Hoe je aan wiet kunt komen, waar ze coke kunnen vinden, pilletjes, noem het maar op. Over hun stagewerk hoor ik ze zelden, wel vaak over Surinaamse mannen, of beter gezegd de Creoolse mannen.”
Hij geeft toe ze zelf aan marihuana te helpen en ziet het meer als een leuke bijverdienste dan als het dealen van drugs. “Dat andere daar begin ik niet aan”, zo zegt hij. “Ik heb zelf kinderen en zou hun mars breken als ze aan die rotzooi komen. Een jointje kan ik me niet zo druk over maken, bovendien is het wel heel makkelijk verdienen. Alles wat in srd’s wordt aangeboden, vinden die stagiaires nu eenmaal spotgoedkoop. Er is nog nooit eentje geweest die in de gaten heeft gekregen dat ik mijn inkoopprijs meer dan vervijfvoudig.”
Wel zegt hij zich zorgen te maken wanneer de taxiritjes een medische bestemming blijken te hebben, op zoek naar een morning-afterpil of gynaecoloog. Na de oprecht verbaasde vraag waar een bezoek aan een gynaecoloog voor nodig is, barst hij in lachen uit. Niet alle stagiaires kijken met even veel plezier terug op hun Black Experience, voor een aantal blijkt het een ronduit erg pijnlijke ervaring. “Als ze moeilijk lopend naar de taxi komen dan weet ik al hoe laat het is, meestal denk ik ‘eigen schuld, dikke bult’, maar als dan blijkt dat ze ook nog een morning-afterpil nodig hebben word ik ongewild toch wel een beetje boos. Denkt zo’n onnozel wicht nu echt dat een zwangerschap het ergste is wat haar kan overkomen na onbeschermde seks? Je zou toch denken dat in een land als Nederland goede voorlichting wordt gegeven over SOA’s en dergelijke, maar blijkbaar vergeten ze er bij te vertellen dat het ook geldt wanneer je in het buitenland bent.”
Steekproef
Toch een beetje gealarmeerd door bovenstaande geluiden besloot Parbode een steekproef te houden. Tien stagiaires uit Nederland, het merendeel inderdaad hoogblond en met de blijkbaar onvermijdelijke dreads, werd gevraagd om anoniem een meerkeuzevraag te beantwoorden. Wat was hun eigenlijke reden om voor Suriname als buitenlandse stageplek te kiezen? De antwoorden bestonden uit Leerzame stage (A), Lekker feesten (B), Goedkope drugs (C) en The Black Experience (D).
Natuurlijk is tien geen representatief aantal en zullen we nooit weten in hoeverre de deelneemsters aan de steekproef zich hebben laten leiden door bravoure en misschien waren op voorhand al de nodige spirituele genotsmiddelen geconsumeerd. Maar de uitkomst spreekt voor zichzelf en schept geen rooskleurig beeld: 5 x D, 3 x C, 2 x B en geen enkele keer A.
* Aangezien Parbode (uiteraard) ook in Nijverdal verschijnt is de naam van Yvonne om begrijpelijke redenen gefingeerd.